De bromvliegzwaan

De bromvliegzwaanen andere verhalen over onze taal

Hoe is onze taal ontstaan? Wie vond de boekdrukkunst uit? Wat is een palindroom? Waarom was de Friese held Grutte Pier zo gek op groene kaas? En hoe komt het dat er helemaal tot in Japan Nederlandse woorden worden gebruikt?

Een boek vol boeiende verhalen, leuke feitjes en gekke weetjes over de (geschiedenis van de) Nederlandse taal.

Bekroond met een Zilveren Penseel in de categorie Informatief, 2019.

Recensie

De bromvliegzwaan

©2018, Van Holkema & Warendorf, illustratie van Anne Stalinski uit De bromvliegzwaan

Heb je ooit een boek gezien met een lezenswaardig colofon? Dit is hem. Sterker nog: dit boek begint al op het schutblad! De lezer wordt aangesproken door het boek zelf en geeft behalve een grappige inleiding direct al ontzettend veel wetenswaardigheden!

De lezer wordt meegenomen in het vakjargon van de uitgeverij en weet na de eerste vier bladzijden al wat redacteuren en correctoren doen en wat een kapitaalbandje, een kneep en een Franse titelpagina zijn.
Dat zou heel erg saai kunnen zijn, maar dit boek sprankelt van begin tot einde! Wat een geniaal idee om het boek te laten praten tegen de illustrator:

Meestal zijn dit wel heel erg saaie bladzijden. Met veel wit. Maar daar kunnen we natuurlijk wel iets aan doen. Laten we een spelletje doen. Zeg, Anne, kun je op deze bladzijden een hoge hoed tekenen en wat losse papiertjes? (blz. 2)

Ook de inhoudsopgave zul je in dit boek niet snel (willen) overslaan. Niet alleen kun je er de hoofdstuktitels terugvinden, maar ook welke verhalen je in het boek kunt vinden (groen gedrukt). Daarbij vertelt ‘het boek’ je al een klein beetje waar elk hoofdstuk over gaat – een leuke trigger om verder te lezen!

De bromvliegzwaan 2

©2018, Van Holkema & Warendorf, illustratie van Anne Stalinski uit De bromvliegzwaan

Wat volgt zijn talloze weetjes en korte verhalen over onze taal: over het ontstaan van taal, over het ontstaan van het Nederlands (‘Hebban olla vogala’), over de Friese taal, het mixen van verschillende talen (Nederlands in het Japans!), het verspreiden van de Nederlandse taal (koloniën) en over het ontstaan van het woordenboek, nieuwe woorden of ezelsbruggetjes (de bromvliegzwaan!). De vertelstijl van Arend van Dam (sorry, van ‘het boek’) is heerlijk losjes. Het is net of hij tegen je aan het kletsen is en dat leest heel ontspannen.

Dit verhaal begint op een onbekende plek, waarschijnlijk ergens op een vlakte in Afrika. Geen idee wanneer het precies was. Laten we het houden op zo’n half miljoen jaar geleden. (blz. 11)

Dat is heel erg fijn, want een boek over taal kan gemakkelijk gortdroog worden. Hoe ontzettend leuk het echter is om te lezen over de ontstaansgeschiedenis en de ontwikkeling van onze taal, wordt wel duidelijk in dit informatieve boek. Uit het hele boek spreekt duidelijk de verwondering van Arend van Dam zelf. Dat werkt ontzettend aanstekelijk; de nieuwsgierigheid van de lezer wordt hierdoor continu geprikkeld.

Die hond en die papegaai denken niet na over de geluiden die ze maken. Taal is nadenken.
Is nadenken ook taal? Als je denkt, denk je dan in beelden of in woorden? Wat een lastige vraag.
(blz. 17)

Blader even door het boek en het zal je direct opvallen hoe afwisselend het in elkaar zit: kleurvlakken (mosgroen) met weetjes, vele illustraties (steunkleur geel), verhalen in een ander lettertype, gekleurde tussenkopjes; het oogt wellicht wat rommelig, maar als je het boek doorleest, merk je daar niets van. Wat je echter niet zal ontgaan, is hoe boeiend onze taal is. Zelfs een taalfanaat en leerkracht leert hier nog wat van!

Lestips

Dit boek mag eigenlijk gewoon niet ontbreken in je schoolbibliotheek! Niet elk kind zal direct een boek uit de kast pakken over ’taal’, maar gelukkig ziet dit boek er zo aantrekkelijk uit, dat kinderen er vast nieuwsgierig naar zullen worden. Het helpt ook als je een stukje voorleest, waaruit blijkt dat dit boek gewoon gaat over hén:

Toen je een (…) gootsteenputje zouden verdwijnen. (blz. 19 t/m 23)

Een mooi boekpromotiefragment dus, maar dit boek kun je nog veel vaker voorlezen! Je kunt er namelijk ontzettend veel informatie en leuke anekdotes uithalen voor je wereldoriëntatielessen. Ja, ook voor je taallessen natuurlijk. Eigenlijk zou je het hele boek wel kunnen voorlezen! Maar het is dus misschien ook juist leuk om er af en toe een stukje uit te halen. Suggesties staan hieronder!

  • Een leuk woordspel: anagrammen maken! (Anagram – een spel met letters, blz. 58) – Dit spel vind je trouwens ook terug in het boek Het Winterhuis Hotel!
  • Ontstaan van het Nederlands – canonvenster Hebban olla vogala: blz. 34 t/m 42
  • Over het ontstaan van het Fries lees je in hoofdstuk 3: blz. 43 t/m 51)
  • Dialecten, straattaal of een taal? Je leest erover op blz. 51 t/m 56
  • Weet je wat een sjibbolet is? Daarover kun je vertellen als je het over WO II hebt! Toen was het woord Scheveningen een sjibbolet! Maar er zijn er nog veel meer!
  • Hoofdstuk vier kun je voorlezen als je het hebt over de boekdrukkunst.
  • Heel interessant is ook de vraag: Waarom spreken Belgische kinderen Nederlands (maar dan toch weer anders) – blz. 73? Dit is ontstaan in de tijd van Karel V (late middeleeuwen) en dat het Vlaams en het Nederlands van elkaar verschillen, heeft te maken met Christoffel Plantijn (blz. 76 t/m 84)
  • Dat Nederlanders vroeger de hele wereld overzeilden, heeft ook nogal veel invloed gehad op onze taal, maar ook op de taal van andere landen! Je leest hierover in de hoofdstukken 6 en 7. Het gaat over de VOC, Jan van Riebeeck, Kaap de Goede Hoop en onze invloed in Amerika. Dat Santa Claus op Sinterklaas lijkt, is geen toeval!
  • Ons koloniale (slavernij)verleden krijgt ook aandacht in hoofdstuk 6 t/m 8. Grappig beschreven zijn ‘de regels van het ontdekkingsspel’. Probleem is alleen dat het natuurlijk helemaal niet grappig wás. Een mooi onderwerp om te bespreken, want zo belachelijk als dit ‘spel’ klinkt… zo ging het dus wel. (blz. 90)
  • Om een taalles over leestekens of de klemtoon wat op te leuken, kun je de volgende bladzijden voorlezen: 131 t/m 134.
  • Dat dieren ook in elke taal anders spreken, lees je op blz. 135 t/m 137 (‘koekelekoe!’).
  • De bromvliegzwaan

    ©2018, Van Holkema & Warendorf, illustratie van Anne Stalinski uit De bromvliegzwaan

    Wist je dat Surinamers veel beter articuleren dan Nederlanders? Over Suriname en de Nederlandse taal lees je in hoofdstuk 9.

  • Over de verandering van spelling en het ontstaan van nieuwe woorden lees je in hoofdstuk 10.
  • En wil je weten waar de titel van het boek op slaat? Dat vind je op de laatste bladzijden. Het is namelijk een ezelsbruggetje voor werkwoordspelling! Zie ook de geweldige cover!!

Het boek sluit af met nog meer vakjargon en weetjes over het maken van een boek.

Kortom: zéér bruikbaar in de klas, dit boek!!

Schrijver in de klas

Arend van Dam reisde voor het boek De reis van Syntax Bosselman naar Zuid-Afrika. Zijn ervaringen daar verwerkte hij ook in dit boek. Net als in zijn boek over Syntax Bosselman (en de slavernij), besteedt hij in De bromvliegzwaan aandacht aan het koloniale verleden. Suriname, de Nederlandse Antillen en Nederlands-Indië: ook in taal werden die koloniën aan Nederland verbonden. Ben je benieuwd wat hij er nog meer over te vertellen heeft? Je kunt hem uitnodigen voor een schoolbezoek via De Schrijverscentrale.


Uitgeverij Van Holkema & Warendorf, 2018

De bromvliegzwaan

 


Genre: Non-fictie
Onderwerpen: 2018, Boekdrukkunst, Dialect, Door de eeuwen heen, Friesland, Hebban olla vogala, Karel V, Kinderboekenweek 2020, Kolonisatie, Nederlands, Ontdekkingsreizen, Plantijn, Spelling, Suriname & Antillen, Taal, Tijd van ontdekkers en hervormers, Tijd van steden en staten, Tip van Lucas, Vlaams, VOC
Geïllustreerd door Anne Stalinski

Leave a Reply