De tuinen van Dorr

De tuinen van DorrEen prinses en een tuinmansjongen houden van elkaar. Maar de mooie heks Sirdis probeert hun liefde te dwarsbomen. Zij verandert de tuinmansjongen in een bloem. Wanhopig van verdriet ontvlucht de prinses de kasteeltuin met de kloppende zaadkorrel. Op zoek naar een manier om haar tuinmansjongen weer terug te krijgen. Zelfs al moet ze daarvoor naar de gevaarlijke en spookachtige stad Dorr, waar zilveren mannen mensen in stenen standbeelden kunnen veranderen…

Recensie

Het verhaal van De tuinen van Dorr werd al in 1969 uitgegeven door Uitgeverij Holland. Het is een ware jeugdboekenklassieker en een fantastisch voorbeeld van de geweldige schrijfkunst van Paul Biegel. Het boek maakt inmiddels deel uit van ‘De Biegel Bibliotheek’: een verzameling boeken van Paul Biegel die allemaal op dezelfde wijze zijn uitgegeven door de uitgeverijen Holland en Lemniscaat. De boeken hebben allemaal een bordeauxrode linnen rug, dikke kwaliteit papier en prachtige kleurenillustraties.

Dit boek is geïllustreerd door Charlotte Dematons en oh, wat passen die tekeningen goed bij de duistere en betoverende sfeer van het verhaal. Eigenlijk is het jammer dat de rug niet dezelfde sfeer uitstraalt, want die kale, linnen band spreekt kinderen totaal niet aan en zo blijft dit bijzondere verhaal vaak in de schoolbibliotheek staan. Het boek intrigeert echter al vanaf het moment dat je het openslaat: een pikzwarte illustratie met een bootje en een maan… en dan het verhaal dat start:

De tuinen van Dorr illustratie 1

©2009, Holland / Lemniscaat, Charlotte Dematons uit De tuinen van Dorr

Er was maar één manier om het pikzwarte water over te komen: in het rieten bootje van de dwerg. (blz. 6)

Die zin blijkt nog belangrijker dan je denkt, want Biegel heeft dit verhaal zo ongelofelijk knap geconstrueerd dat deze later nog een keer terugkomt. Het hele boek is een ongelooflijk ingenieuze puzzel van verhalen, die samen het verhaal vertellen van Mijnewel en Jouweniet – de namen die de prinses en de tuinmansjongen aan elkaar hebben gegeven. Het boek is namelijk geschreven als een raamvertelling: verschillende personages vertellen aan diverse andere personages verhalen. Het boek roept continu verwondering en verwarring op, maar natuurlijk ook nieuwsgierigheid en betovering – voor zowel het verhaal als de prachtig geschreven taal.

Het is geen makkelijk boek: er wordt behoorlijk veel doorzettingsvermogen gevraagd van de lezer om te snappen hoe het verhaal in elkaar zit. Zeker de huidige generatie lezers is dit niet gewend: moderne kinderboeken zijn over het algemeen chronologisch en veel toegankelijker geschreven. Dit boek is een aaneenschakeling van flashbacks, sprookjesachtige zinnen en fantasievolle woorden en bedenksels. Daarnaast is het verhaal behoorlijk grimmig en bij vlagen griezelig eng. Neem bijvoorbeeld de glibberige pad Glop, die steeds aan het meisje wil zitten en door haar gekust wil worden. Ontsnappen lijkt niet mogelijk. Brrr…

De tuinen van Dorr illustratie

©2009, Holland / Lemniscaat, Charlotte Dematons uit De tuinen van Dorr

Maar wat een práchtig verhaal krijg je tot beloning als je het hele boek leest. Een verhaal over ware liefde, over goed en kwaad, over hoop, over vertrouwen… in wonderlijke taal opgeschreven en fantastisch verteld. Een klassieker die zonder twijfel tot de beste kinderliteratuur van Nederland mag worden gerekend.

Lestips

Het is niet voor niets dat ik dit boek bespreek op deze website. Wij hadden dit boek in onze schoolbibliotheek staan en het werd nooit gelezen. Dat gold eigenlijk voor alle boeken uit de Biegel Bibliotheek. Mijn vermoeden was dat het iets te maken had met het uiterlijk, dus pakte ik dit boek in voor een boekdate (zie Blind date met een boek). Misschien dat de sprookjesachtige eerste regel en kernwoorden kinderen zouden overhalen om het boek te lezen? Nee… nog steeds niet.

Vervolgens heb ik het boek actief gepromoot tijdens de Kinderboekenweek. Ik heb het eerste hoofdstuk voorgelezen, dat best griezelig en geheimzinnig is, en daarna aan de klas gevraagd wat ze van het verhaal vonden. Zouden ze het verhaal verder willen lezen? De reacties waren heel verhelderend: de kinderen vonden het boek ‘een beetje vaag’. Ze begrepen het niet zo goed.

Aha. Dat verklaart dus een hele hoop. Met het voorlezen van een fragment kun je kinderen eigenlijk niet voorbereiden op de inhoud van dit boek. De kracht zit hem namelijk in het complete plaatje. En dat zegt dus eigenlijk al wat je met dit boek moet doen: voorlezen. Van begin tot eind.

Mocht je het boek toch alleen willen promoten, dan raad ik je aan gewoon bij het begin te beginnen:

Er was maar (…) het te vertellen. (blz. 6 t/m 10)

Vertel vervolgens zeker nog wat over de opbouw van het boek. Leg de kinderen uit wat een raamvertelling is; leg uit dat het complete verhaal wordt verteld aan de hand van losse verhalen. Vertel ook dat het boek al uit 1969 komt en dat het taalgebruik daardoor misschien wat vreemd is af en toe, maar wel heel poëtisch en mooi. Kortom: bereid kinderen voor op wat ze kunnen verwachten, zodat ze niet te snel zullen afhaken.

En nog een tip: raad het niet aan te jonge kinderen aan! Om het boek goed zelfstandig te kunnen lezen en begrijpen, is een goede leesontwikkeling noodzakelijk. Voorlezen kan natuurlijk al eerder (want met intonatie en uitleg krijg je de kinderen wel mee in het verhaal), maar ook dat kun je misschien beter niet te vroeg doen. Dat is althans mijn persoonlijke ervaring: mijn moeder heeft dit boek ook aan mij voorgelezen toen ik nog vrij jong was en ik snapte er vrij weinig van. Maar wel is me bijgebleven dat ik het een heel duister en grimmig verhaal vond – helemaal niet avontuurlijk spannend, zoals bijvoorbeeld De kleine kapitein of De vloek van Woestewolf. Dit is écht een boek voor oudere kinderen!

Wat is leven?

Zoals hierboven uitgelegd, is het moeilijk om met fragmenten uit te drukken waar dit boek over gaat. Maar één fragment – of eigenlijk: één verhaal – is perfect als losstaand verhaal te gebruiken: het verhaal van de aarde en de zon: de zesde zomer :

Het gebeurt wel eens (…) is krom, verslapt. (blz. 136 t/m 139)

Wat een gewéldig verhaal in een project over groei en bloei. De groei van een bloem wordt geschreven door de ogen van de bloem zelf. Het gaat over de levenscyclus en het proces van groeien en bloeien. En tenslotte wordt de groei abrupt beëindigd. Snappen de kinderen wat er gebeurt?

Nadat je dit verhaal hebt voorgelezen, zullen kinderen wellicht met andere ogen naar bloemen kijken en zich in ieder geval zeker afvragen wat voor boek dit is! Neem zeker even de tijd om er iets meer over te vertellen! Heb je meteen een mooie boekpromotie.


Uitgeverijen Holland en Lemniscaat, 2009

Er is inmiddels een nieuwe versie van het boek te koop, uitgegeven bij Gottmer (2021)

De tuinen van Dorr


Genre: Sprookjes / fantasie
Series: Biegel Bibliotheek | Onderwerpen: 2009, Betovering, Bloemen, Griezelen, Groei, Hoop, Kinderboekenweek 2017, Klassieker, Leven, Levenscyclus, Liefde, Magie, Raamvertelling, Sprookjesfiguren, Tip van Mila, Verhalen, Voorleestopper
Geïllustreerd door Charlotte Dematons

Leave a Reply