Secret Scouts en de vermiste president - Leesbevordering in de klas

Secret Scouts en de vermiste president Na hun avontuur in het middeleeuwse Florence staan de Secret Scouts, Tom, Lisa, Sophie en Jack, opnieuw voor een raadsel: welke boodschap heeft Leonardo da Vinci voor hen achtergelaten? Terwijl ze druk bezig zijn de geheimzinnige boodschap te ontcijferen, ontmoeten ze wederom een bekende kunstenaar en helpen ze de geschiedenis een handje… Dan blijkt de Amerikaanse president Barack Obama ineens niet meer te bestaan! Tijdreizen is nog veel riskanter dan ze al dachten! In een poging de vermiste president weer terug te vinden, reizen ze wederom naar de late middeleeuwen. Daar moeten ze ontkomen aan ongure types, spannende spelletjes en zelfs de galg… Lukt het hen de vermiste president te vinden?

Dit is deel 2 uit de serie Secret Scouts. Het is een vervolg op Secret Scouts en de Verloren Leonardo.

Recensie

Het boek begint met een samenvatting van het eerste deel: Secret Scouts en de Verloren Leonardo. Deze samenvatting is duidelijk geschreven als opfrisser voor de lezers van deel 1. Tussen uitgave van deel 1 en 2 zaten namelijk maar liefst 3 jaren! Als je deel 1 echter nog niet gelezen hebt, kun je het tweede boek beter nog even aan de kant leggen en met deel 1 beginnen. Secret Scouts en de vermiste president gaat namelijk verder waar het vorige boek is geëindigd en verwijst regelmatig terug naar gebeurtenissen uit het eerste deel. Zonder kennis van het eerste boek is dit deel, zelfs als je de samenvatting gelezen hebt, lastig te begrijpen.

De opbouw van dit tweede boek is hetzelfde als die van deel 1: het begint met een overzicht van feiten en een spannende vooruitblik, die nog niet direct te plaatsen zijn. Het maakt nieuwsgierig naar wat er komen gaat, maar het overzicht van feiten is ook wat verwarrend: wat hebben deze totaal verschillende onderwerpen met elkaar te maken?

Net als in het eerste deel kun je weer een complex verhaal vol actie verwachten, met verschillende tijdreizen. Groot verschil met deel 1 is echter dat de verschillende gebeurtenissen wat meer bij elkaar gezocht lijken te zijn. Van Piet Mondriaan naar Steve Jobs, van de late middeleeuwen naar de speech van Martin Luther King… Schrijvers Dennis en Wendel Kind weten het op wonderbaarlijke manier, met veel oog voor detail, aan elkaar te schrijven. Toch komt dit deel minder geloofwaardig over dan het eerste deel.

Eigenlijk is alles in dit boek een beetje over-the-top: het extreem roekeloze en brutale gedrag van Lisa, het flamboyante gedrag van familievriend Hans en de gevaarlijke situaties waar de Secret Scouts in terechtkomen. De laatste actiescène slaat echt alles: met een gestolen luchtballon vliegen Tom en Lisa naar een radioactief eiland, waar ze ternauwernood ontsnappen aan reusachtige witte haaien. Tja. Het zou James Bond ook kunnen overkomen… Niet al te kritische lezers zullen smullen van alle actie en tegelijkertijd pik je toch ook weer aardig wat kennis op. En spannend is het zeker!

Het boek is bovendien weer lekker eigentijds en vlot geschreven. In sneltreinvaart stevent het verhaal op een veelbelovend open einde af. Wees voorbereid op gefrustreerde kreten in je klas als het boek uit is…

Lestips

Net als bij deel 1 zou ik dit boek alleen promoten of voorlezen in groep 8. De hoofdpersonen zijn duidelijk tieners en staan wat ver van de belevingswereld van jongere kinderen. Daarnaast is het boek voor jongere kinderen misschien ook iets té spannend.

Een spannend fragment om het boek te promoten, is het volgende. De Secret Scouts zijn op dat moment op het kroningsfeest van keizer Karel V.

Na een tijdje (…) naar haar terugstaarde. (blz. 175 t/m 178)

Mondriaan / De Stijl

Om een ouderwetse foto te kunnen maken, reizen de Secret Scouts naar hun eigen (fictieve) woonplaats Oudelijst in 1915. Daar ontmoeten ze de schilder Piet Mondriaan. Hij laat zijn atelier (‘de hut’) zien. Even googelen vertelt je al snel dat ‘de hut van Mondriaan‘ echt bestaat: in Blaricum. Leuk om te weten is dat ‘de hut’ in 1915 echter in Laren stond (niet toevallig de woonplaats van het schrijversduo!) en later is verplaatst, omdat daar ‘geen plek’ meer was.

Je kunt een les over Mondriaan of De Stijl dus prima starten met een voorleesfragment uit dit boek:

‘Mijn naam is (…) reageerde haar zusje. (blz. 40 t/m 47)

In de laatste regels vertellen Sophie en Lisa dat Mondriaan ‘een heel duidelijke eigen stijl’ heeft. Vraag de klas eens of ze de schilder Piet Mondriaan kennen en of ze ook weten wat zijn stijl dan is? Vertel vervolgens dat Piet Mondriaan een van de kunstenaars van de kunststroming ‘De Stijl’ was en laat hiervan een filmpje zien van Het Klokhuis.

In dat filmpje wordt verteld over de (beroemde) schilderijen van Piet Mondriaan. Deze komen ook aan bod in dit boek. De schrijvers hebben een wel heel originele verklaring bedacht voor de ommezwaai in het werk van Mondriaan. Natuurlijk moet je dat niet serieus nemen, maar het is wel grappig om na bovengenoemd filmpje (waarin de feiten verteld zijn) nog even de volgende fictie voor te lezen:

Piet zwiepte de (…) eenvoud en geometrie.’ (blz. 48 t/m 51)

Late middeleeuwen

Een groot gedeelte van dit verhaal speelt zich af in de late middeleeuwen, ten tijde van de kroning van keizer Karel V. Dit is wat mij betreft het boeiendste en spannendste deel van dit boek en mocht je een project of les over deze tijd geven, dan zou ik dit gedeelte zeker zelf lezen om inspirerende verhalen op te doen! De schrijvers weten de middeleeuwse sfeer heel levendig over te brengen (blz. 154 t/m 242).

Het Rijksmuseum

Centraal in dit verhaal staat het schilderij Portret van een Afrikaanse man, dat in het Rijksmuseum hangt (zoom uit om het gehele schilderij te zien). Sterker nog: het eerste feit dat genoemd wordt in het boek, gaat over dit schilderij. Het is duidelijk dat de schrijvers het mysterie rondom dit schilderij hebben gebruikt ter inspiratie voor dit boek. Mocht je besluiten dit boek voor te lezen in de klas (lees dan wel eerst ook deel 1 voor!), laat dan zéker dit schilderij zien. Je kunt er ook een korte kunstbeschouwingsles over geven. Lees hiervoor het artikel Kinderboeken en kunst. Het bent misschien snel uitgepraat over de afbeelding van dit schilderij, maar je kunt het dan hebben over de tijd waarin het schilderij gemaakt is en de technieken die gebruikt zijn.

N.B. klein detail: de schildersdatum die in het boek genoemd staat (1520), komt niet overeen met de datum die op de website van het Rijksmuseum genoemd staat (1525-1530). Volgens de omschrijving is ook niet zeker dat dit een afbeelding van Christophle le More is. Maar, in een document van de Vereniging Rembrandt wordt 1520 wel als mogelijke schilderdatum genoemd. Mocht je dit schilderij in de klas gaan bespreken, dan zou ik dit document zeker even doorlezen! Het maakt goed duidelijk waarom dit zo’n uniek schilderij is én waar de auteurs hun informatie vandaan hebben gehaald!

Martin Luther King

Vraag eens in de klas of iemand weet wie Rosa Parks is. Of Martin Luther King. Als de kinderen het niet weten, kun je meteen beginnen met het volgende fragment:

‘Dat menen jullie (…) verdween de ongelijkheid. (blz. 246 t/m 248)

Als ze het wel weten, kun je ze natuurlijk een enorm groot compliment geven en toelichten dat de hoofdpersonen uit dit verhaal dat niet wisten. Vervolgens lees je (evt.) het bovenstaande fragment voor ter aanvulling. Ook kun je dit filmpje van SchoolTV nog laten zien.