Sleedoorn 3 - De vloek van de moordenaar - Leesbevordering in de klas

De vloek van de moordenaar 1665. Apothekersleerling Christopher en zijn vriend Tom zijn uitgenodigd voor een diner bij de koning. Wat een rustige en feestelijke avond had moeten worden, eindigt echter in een chaos door een moordaanslag. Een gecodeerde boodschap van de moordenaar wijst erop dat er meer aanslagen zullen volgen.

Als Christopher ontdekt wie het doelwit is, wordt hij samen met zijn vrienden Tom en Sally naar Parijs gestuurd. Daar komt hij erachter dat er een eeuwenoude vloek rust op de Franse troon: wie erin slaagt de hele koninklijke familie uit te roeien, zal worden beloond met een kostbare tempeliersschat. Christopher, Tom en Sally storten zich op een reeks moeilijke codes en puzzels: ze móeten die schat als eerste vinden, voordat er nog meer doden vallen. Maar met hun zoektocht brengen ze ook hun eigen leven in gevaar…

Dit is het derde, zelfstandig te lezen deel in de Sleedoorn-reeks. Het eerste deel is De sleutel van Sleedoorn; het tweede deel is Het teken van de zwarte dood.

Vertaald door Maria Postema.

Recensie

In dit derde deel over de leerling van apotheek Sleedoorn kunnen fanatieke puzzelaars echt hun hart ophalen. Het boek staat vol ingewikkelde codetaal, geheimschriften en cryptische omschrijvingen – nog veel meer dan in de voorgaande delen.

Het boek doet door de vele puzzels en codes én hun link met de tempeliers erg denken aan het boek De Da Vinci code van Dan Brown (overigens nu ook in Young Adult versie verkrijgbaar!). Dat wordt nog eens extra versterkt, doordat dit verhaal zich afspeelt in Parijs. Net als de hoofdpersonen in het boek van Brown ontdekken Christopher en Tom geheimzinnige boodschappen in de Notre Dame en andere bijzondere plaatsen in Parijs. De Pont Neuf, het Île de la Cité, het Louvre, de Seine… het is een spannende speurtocht door de Franse hoofdstad. Maar dan wel in de 17e eeuw – dat is een groot verschil met De Da Vinci code, dat zich afspeelt in het heden. En nog een groot verschil: de hoofdpersonen in de Sleedoorn-boeken zijn tieners. En doordat het verhaal ook nog eens in de ik-vorm wordt verteld door Christopher, zal het kinderen weinig moeite kosten om zich in hem te verplaatsen.

Net als de eerdere delen is dit boek weer erg spannend en uitdagend qua taal en omvang (429 blz.). Vooral het verhaal van de tempeliers is behoorlijk ingewikkeld. Er wordt in dit deel veel gepuzzeld en gepraat over de tempeliersschat. Dat haalt de vaart wel een beetje uit het verhaal en vraagt een goede woordenschat van de lezer. Naar het einde toe wint het verhaal echter weer aan vaart: het wordt voor de hoofdpersonen steeds gevaarlijker! Net als deel twee is dit boek niet geschikt voor tere zieltjes, maar zo gruwelijk als in deel 1 wordt het zeker niet. Het slot van dit boek is eigenlijk het engste: een open einde, dat je huiverend doet uitzien naar een vierde deel. Wie eenmaal begonnen is aan Sleedoorn, kan niet meer stoppen!

Lestips

Geen makkelijke serie, Sleedoorn, maar wel een superspannende! Zeker niet geschikt voor alle kinderen in de klas, maar er zitten er vast een paar tussen die hiervan smullen! Alleen daarom al is het een aanrader om deze serie te promoten in de klas. Voor kinderen die wel wat meer uitdaging willen (ingewikkelde puzzels!) én houden van spannende verhalen is deze serie een topper. En ze leren er door alle geschiedkundige verwijzingen ook nog wat van!

Je kunt het boek kort promoten, door er iets over te vertellen (maar dan is het wel handig als je het boek zelf gelezen hebt).

Voor een iets uitgebreidere promotie (of als je het verhaal zelf niet kent), kun je het volgende fragment voorlezen. Vertel daarbij dat de hoofdpersoon Christopher onderweg is naar de kelder om een fles wijn te halen. Hij is op een feest van de koning van Engeland.

Het was hier (…) mijn keel geslagen. (blz. 28 t/m 31)

Superspannend… maar daardoor wil waarschijnlijk iedereen wel weten hoe het verder gaat. Dat lijkt gunstig, maar het is belangrijk de kinderen voor te bereiden op de ingewikkelde fragmenten over de tempeliers. Vertel dus hoe het verhaal verder gaat (dit kan aan de hand van de flaptekst) en lees dan nog het volgende, korte fragment voor: