Ontdek onze wilde zoogdieren
Om bijzondere beesten te zien, hoe je helemaal niet ver te reizen. Ook vlakbij vind je prachtige exemplaren. Sommige ken je wel. Zwijnen bijvoorbeeld, en egels en zeehonden. Maar wist je dat hier ook veel andere types rondscharrelen of zwemmen? Wat dacht je van de eikelmuis? De witsnuitdolfijn? En de franjestaart? En weet jij het verschil tussen een damhert, edelhert en een ree? (Tip: kijk naar hun billen.) In dit boek lees je alles over wilde zoogdieren bij jou om de hoek.
Inclusief:
* Tips om zelf wilde dieren te spotten
* Checklist met alle pootafdrukken
* Overzicht van alle dierendrollen
Recensie
Wauw, wat een fantastisch boek om kennis te maken met de wilde zoogdieren in ons land! Hoe kun je alleen al NIET gebiologeerd worden door de cover van dit boek? Het is onmogelijk om weg te kijken van de priemende ogen van deze vos. Of moet ik zeggen: slimme schobbejak? Of bloeddorstige kippenkiller? Bouwien Jansen en Lotte Stegeman weten wel hoe ze smeuïg over dieren kunnen schrijven! Maar als je door dit boek heen bladert, vallen toch vooral de grote, zeer gedetailleerde prenten van Marieke Nelissen op, die elk dier op prachtige wijze in zijn natuurlijke omgeving heeft afgebeeld.
Je kunt elk dier bijna ‘voelen’! Je ziet vachten vol priegelhaartjes of juist met dikke stekels. Dikke penseelstrepen maken de vacht van de muskusrat nat. Maar ook de takken en bladeren waartussen de dieren zich bevinden, zijn zeer gedetailleerd en waarheidsgetrouw getekend. Grappig is dat de dieren op een of andere manier wel ‘Marieke Nelissen-snuiten’ hebben. Hoe realistisch de tekeningen ook zijn; de stijl van de illustrator is zeer herkenbaar. Mooi is ook dat de dieren karakter mee hebben gekregen, zoals de woeste wolf, het schrikachtige konijn en – mijn favoriet! – de luie wasbeer. Grappig, ik wist niet eens dat er wasberen in Nederland leefden! En daarmee komt meteen een zeker zo belangrijk aspect van dit boek naar boven: het is ongelooflijk leerzaam en interessant.
Beestachtige buren geeft echt een prachtig overzicht van de wilde (zoog)dieren die je in Nederland kunt tegenkomen. En leuk is ook dat je handige speurmiddelen erbij krijgt: pootafdrukken en uitwerpselen (‘Dit is zijn drol’.). Kun je zelf op zoek! Daar krijg je trouwens nog tips voor ook. Alleen jammer dat er niet bij elk dier staat beschreven waar je de meeste kans hebt om ze tegen te komen. Zo lees je bijv. dat het edelhert zonder pardon wordt afgeschoten zodra hij een stapje buiten de hekken van zijn territorium zet. Maar waar dat territorium dan is?? (Waarschijnlijk de Veluwe of de Oostvaardersplassen, maar dat staat nergens.)
Dat is dan ook eigenlijk het enige minpuntje, want jongens, wat leest dit boek fijn.
Neem de wilde kat – ‘een comeback-kat, net als de weer-wolf’:
Deze wilde snoezen worden goed in de smiezen gehouden.
Het lijkt wel poëzie! Maar verwacht verder geen dromerig taalgebruik; de teksten zijn juist lekker vlot en direct. Bám. Paf! Zoef. Zo. Weer een dier beschreven. En zo maak je o.a. kennis met het sjeesbeest (de haas), de ree (Ik! Ben! Geen! Babyhert!), een keihard rennende blokfluit (de wezel), héél veel vleermuizen (fladderaars) en wilde grasmaaiers (grazers). De vos vreet, verschalkt en banjert; de witsnuitdolfijn maakt een bommetje (Báf! Ratsss!). De veelvoorkomende beeldspraak in dit boek brengt de dieren prachtig tot leven en daarmee weten de schrijvers de lezer ongetwijfeld superenthousiast te maken voor een safari in eigen land! Een aanwinst voor elke bovenbouwklas!
Lestips
Hoe geweldig is het om dit boek te gebruiken bij natuuronderwijs! De teksten spreken kinderen letterlijk aan, ze zijn lekker vlot geschreven en zitten vol mooie beeldspraak en grappige vergelijkingen. Niet alleen inhoudelijk is dit boek dus interessant, maar ook als begrijpend-leestekst! Een mooie manier om begrijpend lezen te combineren met wereldoriëntatie!
Niet alleen geeft dit boek een prachtig overzicht van de wilde dieren die je in Nederland kunt vinden; je leest ook allerlei interessante wetenswaardigheden over deze dieren. Goed te gebruiken dus voor zowel het overzicht, als voor meer informatie over één specifiek dier.
Het boek is ook mooi te gebruiken in projecten over de herfst – spoorzoeken in het bos. Door de zompige bosgrond zie je natuurlijk veel meer pootafdrukken – achterin het boek krijg je een prachtig overzicht van alle sporen die er te vinden zijn. Ook in de tekst vind je veel aanwijzingen (hoe herken je bomen waar zwijnen tegenaan schuren of de ingang van een dassenburcht?).
De prenten in het boek zijn natuurlijk ook prachtig te gebruiken in de les. Het grote formaat is heel aantrekkelijk.
En vanzelfsprekend is dit ook gewoon een ontzettend leuk leesboek voor dierenliefhebbers. Lees een willekeurige tekst voor om kinderen een beeld te geven van het boek en ik weet zeker dat meer dan de helft van de klas het boek zelf wil lezen!
Uitgeverij Luitingh-Sijthoff, 2019
Onderwerpen: 2019, Dieren, Natuur, Safari, Tip van Lucas, Wilde dieren, Zoogdieren
Geïllustreerd door Marieke Nelissen