Jess is allergisch voor zonlicht. Wanneer ze naar buiten gaat, verbrandt ze meteen. Haar leven draait om ziekenhuisbezoekjes en ze voelt zich eenzaam en geïsoleerd. Op een nacht gaat ze stiekem naar buiten. Ze ontdekt een mysterieuze, schitterende tuin van ijs. Een plek waar ze vrij kan zijn! Maar ze is er niet alleen… Wat wacht daar, wat fluistert daar in die onwerkelijke wereld van ijs?
Vertaald door Emiel de Wild.
Recensie
Het was dertig graden, maar Jess moest een muts op. Hij was lang en wit en bedekte haar gezicht en nek. Over haar ogen droeg ze een soort skibril. Verder had ze een wijde trui aan, een brok en dikke handschoenen, zodat geen stukje huid werd blootgesteld aan de zon.
‘Ik wil hier niet zijn,’ zei ze. Ze werd gek van de jeuk aan haar neus en schoof de skibril omhoog om te krabben.
‘Niemand gaat graag naar het ziekenhuis,’ antwoordde haar moeder.
(blz. 5)
Bij het lezen van de titel en het zien van de dromerige cover, prachtig geschilderd door Linde Faas, is een verhaal dat zich afspeelt in hartje zomer niet direct het eerste waar je aan denkt. De ijstuin klinkt misschien als een kruising van De geheime tuin meets Frozen, maar als je dit verhaal begint te lezen, is het allesbehalve sprookjesachtig. Integendeel zelfs: Jess moet voor de zoveelste keer naar het ziekenhuis voor onderzoek naar haar vreemde aandoening, die ervoor zorgt dat ze bij het minste geringste streepje zonlicht op haar huid verbrandt.
In het ziekenhuis glipt ze een kamer binnen en zo ‘ontmoet’ ze Davey. Davey ligt in coma en Jess bedenkt gelijk allerlei verhalen hoe hij daar terecht zou kunnen zijn gekomen. Ze voelt zich door zijn eenzaamheid en afhankelijkheid met hem verbonden.
Waar ben je? vroeg ze zich af. Waren zijn gedachten afgedreven naar een andere plek? Droomde hij? Of lag hij gewoon te wachten? Te wachten tot er iets zou veranderen zodat hij eindelijk wakker kon worden? (blz. 18)
Omdat ze hem wil helpen, besluit ze verhalen voor hem te gaan schrijven – om hem mee te nemen naar een onbekende en magische wereld. Tegelijkertijd ontdekt zij zelf zo’n magische wereld, maar dan in het echt. Op een warme zomernacht besluit Jess namelijk naar buiten te glippen. Ze loopt naar de speeltuin in een park en daar ontdekt ze ‘de ijstuin’: een prachtige, ijskoude plek, waar alles is gemaakt van ijs. Het verhaal klinkt nu al een stuk sprookjesachtiger, maar door de nuchtere manier van vertellen, voelt het nog steeds alsof het de lezer zelf ook zou kunnen overkomen.
Door het gat in de heg liep Jess de ijstuin binnen. Meteen ging de zomernacht over in een ijzige kou die beet in de onbedekte huis van haar gezicht. Ze vond dat het moment gróótser moest voelen. Zeker als ze de grens overstapte zou er een enorme storm moeten zijn of een lichtflits, maar dat gebeurde niet. In plaats daarvan was van de ene naar de andere wereld gaan even gewoon als uit een bus stappen. (blz. 44)
Behalve dat er voor zowel Jess als de lezer nu een magische wereld opengaat, neemt het verhaal ook een andere interessante wending. De magische ijstuin blijkt namelijk zeer nauw verbonden te zijn met de echte wereld. Hoewel de ervaren lezer dit natuurlijk al zag aankomen, is het toch heel mooi hoe Guy Jones dit alles heeft weten te verweven. Je zou heel wat tijd kunnen doorbrengen met bedenken hoe dit alles nou eigenlijk kán, maar voor het verhaal is dat eigenlijk helemaal niet nodig. De kracht van dit verhaal zit hem namelijk vooral in de verbindingen tussen mensen, de overpeinzingen van Jess over de betekenis van haar leven en haar strijd om haar eigen leven te kunnen leiden. Daarnaast laat dit ontroerende verhaal zien hoe waardevol verbeeldingskracht kan zijn. Wat dan fantasie of werkelijkheid is, is eigenlijk helemaal niet meer belangrijk. Al met al is dit een prachtig en heel bijzonder verhaal, waar je nog lang over na kunt blijven denken.
Lestips
Om het boek te promoten, kun je heel mooi hoofdstuk 6 voorlezen. Jess stapt dan namelijk net de ijstuin binnen. Lees wel eerst even de achterkant van het boek voor, zodat kinderen de context snappen.
Het duizelde Jess (…) streelde haar haren. (blz. 28 t/m 32)
Het hoofdstuk eindigt op een punt dat je dolgraag verder zou willen lezen! Dat gebeurt in dit boek eigenlijk steeds: de korte hoofdstukken zijn mooi ingedeeld en zorgen ervoor dat je automatisch blijft doorlezen. Ook de soepele vertaling van Emiel de Wild maakt dit verhaal heel fijn om te lezen.
De korte hoofdstukken maken dit ook een mooi voorleesboek. En hoewel er natuurlijk een flinke scheut magie in het verhaal zit, gaat de onderliggende laag over de werkelijkheid. Jess wil niet langer gezien worden als ‘curieus object’ of als iemand waar haar moeder zich continu zorgen om hoeft te maken. Tegelijkertijd komt ook heel vluchtig ter sprake dat haar vader haar niet kon accepteren zoals ze is. Jess moet in dit verhaal heel bewust kiezen hoe ze haar leven wil gaan leiden, ook al zal dat misschien niet makkelijk zijn. Dit boek past dan ook prachtig in een project over anders zijn.
Wat ook fijn is: doordat het boek zich afspeelt tijdens een bloedhete zomer, maar ook gaat over kou en ijs, past dit verhaal zowel in de zomer als in de winter.
In de zomer kun je dit verhaal voorlezen om ‘samen even af te koelen’ of door als je met de kinderen zit te puffen in de klas te zeggen ‘weet je voor wie deze hitte pas écht erg zou zijn… voor Jess…’
In de winter kun je het boek introduceren door te vertellen dat niet iedereen ongelukkig wordt van kou en ijs. Sterker nog: voor Jess is het zelfs een bevrijding! ‘Hoe dat zit… luister maar!’
Verhalen schrijven
Jess kan door haar aandoening niet naar school en bijna niet naar buiten. Vrienden heeft ze daardoor ook niet. Ze vlucht dan ook weg in haar fantasie en schrijft heel veel verhalen. Het verhaal dat ze voor Davey heeft geschreven, is echt geweldig!
‘Ik heb iets voor je meegebracht (…) hielden van hem. (blz. 42)
Ook mooi is om te lezen hoe ze tot dit verhaal is gekomen. Het is goed om hier iets van voor te lezen als kinderen een verhaal moeten gaan schrijven. Hoe begin je? En hoe laat je je lezers zaken ervaren?
Eerst dacht ze na over wat híj leuk zou vinden, maar dat werkte niet. Ze moest schrijven over wat zíj wilde, om het verhaal de smaak en geur van haar eigen verbeelding te geven. (blz. 36)
Lees verder tot en met ‘Zo zou het moeten lukken.’ (blz. 37)
Ook op blz. 52 krijg je nog schrijftips!
Jess ging naar boven (…) kwam er niemand.
Uit dit fragment blijkt trouwens ook dat het niet altijd lukt om iets te verzinnen…
Uitgeverij Leopold, 2019
Onderwerpen: 2019, Allergieën, Anders zijn, Creatief schrijven, Eenzaamheid, Fantasie, Fantasiewereld, Geluk, Gevoelens, Gezondheid, Jezelf presenteren, Keuzes, Tip van Liam, Tip van Mila, Verbeelding, Verhalen, Voorleestopper, Ziek zijn, Ziekenhuis
Geïllustreerd door Linde Faas