Wie door Amsterdam loopt, ziet overal bijzondere gebouwen. Groot en klein, oud en nieuw, van baksteen of beton, eenvoudig of juist vrolijk versierd, met torentjes, beeldhouwwerken, koperen daken of geglazuurde tegeltjes. Ieder gebouw heeft zo veel details en zo veel verhalen.
Architecte Simone Bijlard koos tien heel verschillende gebouwen en maakte er prachtige dwarsdoorsnedes van. Daarop zijn de buiten- en de binnenkant tegelijk te zien en wordt duidelijk waarom een gebouw is zoals het is. Na het bekijken van dit boek zul je met heel andere ogen kijken naar de gebouwen in de stad!
Met dwarsdoorsnedes van het Begijnhof, De Waag, Koninklijk Paleis op de Dam, Museum van Loon, Rijksmuseum, Zuiderbad, Theater Tuschinski, Van Gogh Museum, NEMO en Station Bijlmer Arena.
Recensie
Zelfs als je Amsterdam al heel goed kent, zal er een wereld voor je opengaan met dit boek. Je krijgt de mogelijkheid om bij gebouwen naar binnen te kijken, waar je normaal niet eens kunt komen. Neem bijvoorbeeld het theater Tuschinski: zelfs als je daar wel eens naar de bioscoop bent geweest, zul je nog nooit in de privézaal van meneer Tuschinski zelf, op zolder, zijn geweest. Laat staan dat je er al van wist!
Zo kun je je met dit boek ook vergapen aan de enorme (echt enórme) zaal in het Koninklijk Paleis op de Dam: 27 meter hoog – zo hoog als een flat van negen verdiepingen! Of wat denk je van Station Bijlmer Arena. Heb je er wel eens bij stilgestaan dat er 349.000 kilo staal met wielen boven je hoofd stil staat als je onder het spoor doorloopt? En dat dan 270 keer per dag! Zie daar maar eens een goede constructie voor te bedenken! Bijlaard selecteerde niet alleen bijzondere gebouwen, maar weet ook constant verwondering en vooral ook béwondering op te roepen voor deze gebouwen. In zeer begrijpelijke taal kun je steeds een stuk of 10 weetjes lezen, die horen bij een onderdeel van de tekening. Soms leer je iets over de geschiedenis van het gebouw, weer een andere keer leer je iets over de constructie. Welk onderdeel het betreft, wordt handig aangegeven met een cijfer.
Het boek heeft een zeer groot oblong formaat; als je het openslaat, past het zeker niet op een tafeltje in de klas. Des te meer reden om dit boek met z’n tweeën te bewonderen. Eerst kun je het gehele gebouw – buiten én binnenkant – en de omgeving ervan bekijken op een full colour kijkplaat; op de volgende bladzijde staan slechts enkele kamers of onderdelen (zoals een beeld of een gevel) in kleur afgedrukt; de rest is dan lichtgrijs. Heel duidelijk en overzichtelijk. En laat het maar aan een architecte over: alle verhoudingen kloppen natuurlijk.
Op het schutblad kun je zien waar de verschillende gebouwen ongeveer liggen in Amsterdam. Dat is dan ook meteen het enige nadeel van het boek: er staan geen precieze adresgegevens in. Wil je het gebouw dus in het echt bezoeken, dan zul je ergens anders moeten opzoeken hoe je er kunt komen. Maar gelukkig moet dat niet zo ingewikkeld zijn, want de meeste gebouwen die erin staan, zoals het Van Goghmuseum of het Rijksmuseum, zijn wereldberoemd. Zeker weten dat het nóg leuker is om deze gebouwen te bezoeken nadat je dit boek gelezen en bekeken hebt!
Lestips
Wat een gaaf boek over architectuur! Het is ontzettend leuk om met dit boek een kijkje te kunnen nemen binnenin bijzondere gebouwen. De dwarsdoorsnedes spreken enorm tot de verbeelding en doen denken aan grote poppenhuizen waar je ook tegenaan kunt kijken. De tekeningen zitten vol leuke details, waardoor het een heerlijk kijkboek is.
Geschiedenis
Maar, zoals gezegd, kinderen kunnen ook heel erg veel leren over de geschiedenis met dit boek. Niet alleen de geschiedenis van gebouwen – van bouwstijlen, materialen of constructies – maar ook over de stad Amsterdam.
In de middeleeuwen werden het Begijnhof en de Waag al gebouwd. Je leest dus over gildes, stadpoorten en hygiëne. Maar die gebouwen bleven staan, dus de geschiedenis loopt door naar de Gouden Eeuw tot aan nu. Zowel het gebruik van toen als het huidige gebruik worden kort toegelicht.
Ook het Museum van Loon – een grachtenpand – en het Koninklijk Paleis op de Dam – toen het stadhuis – vertellen meer over de rijke Gouden Eeuw.
Verder is het ook ontzettend interessant om te lezen over het Rijksmuseum, theater Tuschinski en het Zuiderbad en waarom die begin 20e eeuw zo gebouwd zijn, zoals ze eruit zien.
Maar ook de moderne gebouwen – het Van Gogh Museum, NEMO en het station Bijlmer Arena zijn goed doordacht ontworpen door verschillende architecten. Nieuwe materialen, nieuwe functies… het is allemaal erg interessant hoe de focus van architectuur is verschoven van pracht en praal naar functionaliteit.
Excursie Amsterdam / Rijksmuseum
Als je met je klas naar het Rijksmuseum gaat en/of een stadswandeling door Amsterdam gaat maken, is het echt een aanrader om eerst dit boek samen te bekijken. Kinderen zullen vervolgens in Amsterdam echt anders naar de gebouwen kijken!
Ook als je klas al in Amsterdam is geweest en je wist nog niet van dit boek, dan is het de moeite waard om dit boek alsnog in de klas te halen. Laat herinneringen ophalen aan de excursie en laat aan de hand van de tekeningen vervolgens zien wat zich achter de muren/gevels of onder de grond van de gebouwen bevindt. Omdat de kinderen de gebouwen al in het echt hebben gezien, kunnen ze nog beter voorstellen hoe (groot) het er van binnen uit moet zien.
Em. Querido’s Uitgeverij, 2019
Onderwerpen: 2019, Amsterdam, Architectuur, Door de eeuwen heen, Gebouwen, Gouden Eeuw, Grachtengordel, Kinderboekenweek 2020, Materialen, Musea, Noord-Holland, Prentenboek, Rijksmuseum, Tijd van regenten en vorsten, Tijd van steden en staten, Tijd van wereldoorlogen
Geïllustreerd door Simone Bijlard