Mos heeft een heel fijn leven bij zijn baasjes Janinka en Mirek. Maar dan breekt de oorlog uit en het huis waar Mos woont, wordt platgebombardeerd. Hij zoekt zijn toevlucht tot een oude treinwagon waar al een paar andere honden wonen. Samen proberen ze eten te vinden, met gevaar voor hun leven. Ze komen op de vreemdste plaatsen, worden regelmatig gevangen genomen, maar weten ook weer te ontsnappen. Dan is de oorlog voorbij en ruikt hij ineens een bekende geur…
Vertaald door Gerard de Viet.
Recensie
Honden kunnen geen boeken schrijven. Dat weet iedereen. En tóch vergeet je dat als je dit boek leest. Dit boek is door een hond geschreven. Of in ieder geval door iemand die honden ‘verstaat’.
Hond Mos is namelijk de ik-persoon en schrijft over zijn belevenissen tijdens de oorlog. Welke oorlog het is of waar het verhaal zich precies afspeelt, is in eerste instantie onduidelijk. Dit weet Mos natuurlijk niet! Dat het verhaal zich echter niet in Nederland afspeelt, blijkt wel als hij na het bombardement ‘omhoog, de bergen in’ rent.
Wat volgt is een zeer aangrijpend verhaal over een aantal honden dat zich staande probeert te houden, door eten te roven en elkaar gezelschap te houden. Maar iedereen, zowel mens als hond, heeft honger en het is dus moeilijk om te overleven. Op een dag wordt Mos betrapt bij het stelen van eten en wordt hij bijna neergeschoten. Wat er precies gebeurt, snapt hij niet en daardoor wordt de lezer uitgedaagd om zelf in te vullen wat er gebeurt:
Toen hoorden we weer diezelfde oorverdovende knal als in de slagerij, en nog eens en nog eens. Deze keer voelde ik geen pijn in mijn poten. Maar toen ik me omdraaide om te zien of iemand anders wel pijn aan zijn poten had, zag ik Viezepies schuimbekkend en met zijn tong uit zijn bek op de rails liggen. Zijn poten trilden. Het was net alsof hij het heel koud had. (..) Viezepies bleef roerloos liggen. Hij was vast heel erg bang. (blz. 36/37)
Bovenstaand fragment illustreert hoe tragisch de gebeurtenissen in het boek zijn. Tegelijkertijd is duidelijk dat de lezer al bepaalde kennis moet hebben om de impact van het verhaal echt te voelen. Dat geldt zeker ook als Mos als waakhond wordt gebruikt voor ‘een soort kamp met houten barakken’ waar mensen ‘een soort pyjama’ dragen. Ook als een kind niet weet of snapt dat het hier om een concentratiekamp gaat (en dus weten we nu ook zeker dat dit verhaal zich tijdens de Tweede Wereldoorlog afspeelt), worden de gruwelen van het kamp wel heel duidelijk. Slechts één keer vergist de auteur (of vertaler?) zich in het ‘hondse perspectief’: dan klinken er ineens ‘schoten’, terwijl daarvoor steeds sprake was van een ‘knal’ of ‘lawaai’.
Na alle tragische gebeurtenissen neemt het verhaal na afloop van de oorlog een positieve wending. Iemand die de achterkant van het boek gelezen heeft, zit hier natuurlijk al op te wachten: Mos ruikt een bekende geur… En toch zal het boek je nog weten te verrassen! Het verhaal heeft een wensvervullende afloop, maar dat is voor een kinderboek wel fijn. Er gebeuren genoeg dingen in dit boek om kinderen wakker van te laten liggen! Het mooie, bitterzoete einde zorgt ervoor dat je het boek met een diepe zucht zal dichtslaan. Wat een bijzonder boek en wat een bijzonder perspectief. En niet te vergeten: wat een bijzonder verhaal. Lezen!
Lestips
Net als bij het boek Sabel, waar een mooie rode kat op de cover prijkt, verraadt deze cover niet dat het hier gaat om een boek over de Tweede Wereldoorlog. De dubbelzinnige titel vertelt echter al wel iets meer… maar snappen de kinderen dat ook?
Dit is dus echt een boek om klassikaal te promoten en eigenlijk ook om voor te lezen – op die manier weet je zeker dat alle kinderen het boek begrijpen en op die manier vergroot je hun leesontwikkeling enórm! Dit boek vraagt natuurlijk een heel groot inlevingsvermogen van de lezer: je moet je verplaatsen in een hónd! Tegelijkertijd zullen de gebeurtenissen alle kinderen ontroeren – ze zullen ademloos naar je luisteren.
Het boek is overigens slechts 101 pagina’s dik, verdeeld over 15 korte hoofdstukken. Ook dat maakt voorlezen van dit boek dus heel gemakkelijk.
Vraag voordat je begint met lezen aan de kinderen wat ze van het verhaal verwachten. Wat betekent ‘een hondenleven’? Kennen de kinderen de dubbele betekenis van het woord? (Zouden ze hier al over na hebben gedacht bij het boek Leven van een loser 4 – Een hondenleven?)
Je hoeft van tevoren niet te vertellen waar dit boek over gaat, al kun je misschien wel vertellen dat het gaat over een hond in oorlogstijd. (“Vandaar dat hij écht een hondenleven had…”).
Tijdens het lezen kun je dan met de klas praten over:
- waar het verhaal zich zou kunnen afspelen;
- welke oorlog dit is;
- wat er nu steeds precies gebeurt;
- kenmerkende eigenschappen van honden;
- en natuurlijk: over de gevoelens die het verhaal oproept.
Je zult zien hoeveel inhoud er in dit dunne boekje verstopt zit! Zowel qua inhoud als leesbeleving zal dit boek een echte eye-opener zijn voor heel veel kinderen.
Lees ook:
Uitgeverij Ploegsma, 2017
Onderwerpen: 2017, Bombardement, Concentratiekamp, Dieren, Familie, Honden, Kinderboekenweek 2020, Oorlog, Overleven, Tijd van wereldoorlogen, Tip van Lucas, Trouw, Vertrouwen, Vluchtelingen & vrijheid, Voorleestopper, WO II, Zwijnen