en oneindig veel snot
Hoe is ons heelal ontstaan? Was het er altijd al? Of was er ooit niets? Maar hoe kan er uit niets een heelal ontstaan? Waar komen de zon, de sterren en de planeten eigenlijk vandaan? Hoe zag de ruimte eruit voordat de sterren bestonden? Was er toen al licht? En klopt het dat er meerdere universums zijn?
Jan Paul Schutten en Floor Rieder nemen je in dit boek mee naar het begin van ons heelal. Tot een miljoenste van een biljoenste van een biljoenste van een biljoenste seconde vanaf het eerste moment om precies te zijn. Onderweg kom je vanalles tegen. De oerknal, zwarte gaten, donkere materie en donkere energie. Deeltjes en antideeltjes. Einstein en E = mc2. Je komt te weten hoe je door de tijd kunt reizen, waarom Supergrover op Elmo lijkt als hij door de ruimte schiet en waarom ons universum verdacht veel lijkt op een bosbessencake. Zo ontdek je alles over het grootste mysterie van de mensheid: het mysterie van niks.
Recensie
Jan Paul Schutten en Floor Rieder maakten al twee fantastische boeken samen: Het raadsel van alles wat leeft – over de evolutie – en Het wonder van jou en je biljoenen bewoners – over je eigen lichaam. Waanzinnig mooi vormgegeven boeken, met heel veel diepgaande informatie over zeer boeiende onderwerpen. Dit derde deel in de reeks – Het mysterie van niks en oneindig veel snot – ziet er net zo fantastisch uit, met goud op de snee, een prachtige cover en bomvol grappige illustraties van Floor Rieder. Ook de opbouw is hetzelfde: meerdere delen, die verdeeld zijn in korte hoofdstukken met prikkelende tussenkopjes. (Waarom je best veel op een velletje papier lijkt / Raar is pas vreemd als het normaal is). Zodra je het boek openslaat, krijg je al zin om het te lezen (“3 redenen om dit boek niet in de fik te steken”). Maar… vergis je niet. Dit is geen boek om lekker lui, even weg te lezen. De inhoud van dit boek is ronduit moeilijk en soms zelfs gewoon niet te bevatten. Schutten waarschuwt je niet voor niets aan het begin van dit boek!
Nog even een waarschuwing. In dit boek staat ongelooflijk veel informatie. Als het goed is gaat het je zo nu en dan duizelen van alle nieuwe wetenswaardigheden. Ik heb ze even geteld: er staan 523 opmerkelijke wetenswaardigheden in dit boek. Maar wees niet bang dat je hoofd gaat exploderen van al die nieuwe kennis. We hebben het boek van tevoren getest en tot nu toe is niemands brein nog ontploft. (blz. 14)
Het boek is opgebouwd uit 5 delen, waarbij de eerste 4 delen snel opbouwen in moeilijkheidsgraad. In de eerste delen zal het je al flink gaan duizelen als Schutten praat over atomen, deeltjes van atomen, lichtsnelheid, zwarte gaten, donkere materie, beweging van sterrenstelsels, maar dat wordt alleen maar erger als Einstein zijn intrede doet met de relativiteitstheorie. Schutten stelt je gelukkig regelmatig gerust: dat het helemaal niet erg is als je het niet (meteen) begrijpt.
Ondanks het kanon wordt het geen heel spannend verhaal. En misschien moet je sommige dingen een paar keer lezen om het te begrijpen. Maar als je je hierdoorheen hebt geworsteld, dan snap je een van de belangrijkste theorieën van Einstein. Dan snap je dingen die zelfs je ouders misschien niet eens snappen (…) En als je het uiteindelijk wél te saai vindt: niets aan de hand. Misschien vind je het over een paar jaar wel leuk. (blz. 83)
Deel 4 is echter wel de klapper: het deel over quantummechanica, donkere energie en zwaartekrachtsgolven is werkelijk niet te bevatten. Maar ook daarin is Schutten duidelijk: ‘Voor die quantummechanica geldt: als je het snapt heb je het niet begrepen.’ (blz. 105). Het feit dat er mensen zijn die (na héél lang nadenken) deze theorie wél begrijpen, zal de lezer af en toe best een dom gevoel geven. Het is dan ook een hele opluchting dat Schutten regelmatig aangeeft dat hij het zelf ook niet snapt. Tegelijkertijd is het ook fantastisch dat je na het lezen van dit boek ineens wél heel veel snapt.
Hoe moeilijk en lastig de materie ook is, Schutten krijgt het namelijk voor elkaar om zaken heel helder uit te leggen. Het is heel knap hoe hij allerlei puzzelstukjes in elkaar laat vallen. Steeds komt hij terug op eerdere uitleg en hij verwijst ook regelmatig vooruit naar wat nog komen gaat. Daarmee prikkelt hij de nieuwsgierigheid van de lezer niet alleen, hij maakt ook duidelijk hoe allerlei zaken verband houden met elkaar.
Door allerlei grappige voorbeelden weet Schutten de materie heel dichtbij de lezer te brengen en voorkomt hij dat dit een taai, wetenschappelijk boek voor volwassenen wordt. Soms slaat hij misschien wel een beetje door in de flauwe grappen, maar anderzijds geven deze grapjes een soort adempauze in de ingewikkelde materie. Vooral zijn ijzersterke en tegelijkertijd humoristische vergelijkingen maken dit boek heerlijk leesbaar.
En hoe moet je tijd inpassen in een ruimte? Tijd en ruimte zijn twee totaal verschillende dingen! Als je aan iemand vraagt waar de wc is wil je niet horen: ‘Links de gang op, trappetje naar beneden, tweede deur rechts en dan overmorgen.’ (blz. 95)
Ook de tekeningen van Floor Rieder zijn onmisbaar in dit boek. Haar humor is een stuk scherper en subtieler (goed kijken!) dan die van Jan Paul Schutten, maar kinderen die dit boek graag lezen, zullen haar humor waarschijnlijk goed snappen. Daarnaast verbeelden de tekeningen duidelijk wat er wordt beschreven en functioneren ze dus ook als zeer verhelderende infographics.
Dat Schutten met zijn boek kinderen aanspreekt, is duidelijk. Hij heeft het immers over hun ouders. Voor kinderen op de basisschool is dit boek echter wel heel moeilijk. Het is absoluut geschikt voor jonge bollebozen die geïnteresseerd zijn in sterrenkunde, natuurkunde en wiskunde, maar de voornaamste doelgroep van dit boek zit duidelijk al op de middelbare school (voorbeeld: ‘Je weet ongetwijfeld al dat alles wat je kunt zien is opgebouwd uit moleculen en dat die moleculen weer uit atomen bestaan.’ – niet bepaald lesstof van de basisschool).
In deel 5 gooit Schutten de theorie wel over een andere boeg: dit deel heeft een meer filosofische inslag en gaat over religie en geloof, het wel of niet bestaan van een schepper, toeval en oneindigheid. In dit deel wordt het eigen creatieve denkvermogen van de lezer misschien nog wel het meeste aangesproken, want het gaat nu niet alleen meer over de verklaring voor hóe, maar ook waaróm alles ooit is ontstaan.
Het moge duidelijk zijn: dit is een boek waar je echt even voor moet gaan zitten. Een boek voor kinderen die echt willen weten hoe ons heelal in elkaar zit. Een boek voor kinderen die oneindig nieuwsgierig zijn naar het ontstaan van, ja, alles eigenlijk. Een boek dat laat zien waar wetenschap toe in staat is. Een boek dat laat zien dat het helemaal niet erg is om dingen niet zeker te weten. Een boek waar volwassenen ook nog heel erg veel van kunnen leren. Een prachtig boek dus om jou en je klas mee aan het denken te zetten!
Lestips
Dit is niet echt een boek om in zijn geheel klassikaal voor te lezen, want het merendeel van de kinderen zal ongetwijfeld afhaken. Dit is echt een boek om individueel aan te reiken aan kinderen waarvan je weet dat ze geïnteresseerd zijn in wetenschap en het (ontstaan van het) heelal. Zij zullen waarschijnlijk smullen van dit boek en je misschien zelfs versteld doen staan van hun gedachten over de inhoud.
Sterren & planeten
Toch kun je dit boek prima gebruiken in projecten op de basisschool (groep 8). Vooral de start van hoofdstuk 1 spreekt mooi tot de verbeelding. Schutten neemt je mee op een reis door ruimte en tijd…
Ik zeg nog niet waar we heen gaan. Maar je hoeft geen zwemkleren mee en je wordt niet thuisgebracht. Ik tel af en daar gaan we: 3… 2… 1… 0… FLITS (blz. 19)
De reis begint ‘dichtbij’… op de maan! Maar in het tweede hoofdstuk wordt het al ingewikkelder, als je verder de ruimte in reist en daarmee dus ook terug in de tijd reist. Althans.. dat lijkt zo doordat je alles met vertraging waarneemt. Snap je het nog? Dit is waarschijnlijk een goed moment om te stoppen met voorlezen en het boek te laten liggen voor de geïnteresseerden!
Als je wilt (…) lichtjaren te berekenen. (blz. 19 t/m 23)
Ruimte & tijd
Ook in een project over ruimte en tijd kun je interessante informatie uit dit boek halen, bijvoorbeeld over tijdreizen. Schutten legt de relativiteitstheorie van Einstein en het reizen met lichtsnelheid heel goed uit in dit boek. Waarschijnlijk snappen de meeste kinderen het niet, maar het is wel leuk om er iets over te vertellen. Daarvoor kun je de hoofdstukken ‘Jij reist op dit moment met 2.000.000 kilometer per uur door het heelal’ en ‘Stilstaan met 100 kilometer per uur’ gebruiken. (blz. 82-85)
Ook een leuke hersenprikkel is het ‘vervelendste hoofdstuk’ uit het boek, met de vraag: ‘Hoe ziet het heelal er in zijn geheel uit?’
Als je je dag echt grondig wilt verpesten, dan moet je je daarin verdiepen. (blz. 97)
Prachtig – dat zal (sommige) kinderen juist uitdagen daaraan te gaan beginnen!
Filosofie
Ook het vijfde deel is prima te gebruiken in groep 7 of 8. Het hoofdstuk ‘8 overgrootouders, 16 overovergrootouders, 32 overoverover…’ staat vol met ‘Wat als’-gedachten. (blz. 140/141)
- Wat als er geen maan om de aarde had gedraaid?
- Wat als de zon verder van ons af had gestaan?
- Wat als ijs ineens naar de bodem zou zakken?
- Wat als verdamping niet bestond?
Zou het niet leuk zijn om daar eens over te praten in de klas? Het lijkt misschien zinloos om het hierover te hebben, want er ís bijvoorbeeld nu eenmaal een maan, maar het laat kinderen wel op een creatieve manier nadenken over verbanden. Het laat ze ook beseffen hoe belangrijk bepaalde dingen op aarde zijn en waarom het dus belangrijk is om ecosystemen niet te verstoren.
Vergelijkingen maken
Nog een leuke, creatieve opdracht kun je halen uit het volgende hoofdstuk (blz. 142/143). Jan Paul Schutten maakt in dit hoofdstuk een ongelooflijk grappige, creatieve vergelijking. Kunnen de kinderen ook zo’n vergelijking bedenken?
De kans dat ál die getallen stuk voor stuk door toeval precies kloppen is onnoemelijk klein. Hoe klein? Kleiner dan de kans dat… (blz. 143)
Ook een wetenschapper maakt zo’n soort vergelijking over de kans dat er spontaan moleculen zouden ontstaan. Prachtig voorbeeld. (blz. 143)
Lees ook:
Uitgeverij Gottmer, 2018
Onderwerpen: 2018, Einstein, Filosofie, Heelal, Natuurkunde, Onderzoek & wetenschap, Ontstaan, Relativiteit, Ruimte, Ruimte & tijd, Sterren, Sterren & planeten, Sterrenkunde, Tip van Tess, Toeval, Wetenschap, Zwaartekracht
Geïllustreerd door Floor Rieder