In Ootmarsum, in de Koggelsteeg, heeft Sylvia Weve een prachtvondst gedaan. Naast een kapotte vuilniszak lag een deel van een logboek. Gescheurd, gekreukt, bevlekt. En met een schat aan informatie. Maar het was duidelijk dat dit geschrift onvolledig was.
Gelukkig bleek mevrouw Van Elders het ontbrekende deel van de aantekeningen te hebben (al begreep ze niet helemaal, of beter gezegd: helemaal niet, wat Sylvia Weve met ‘die zooi’ moest). Het opknappen van het materiaal was een hels karwei, maar het is haar – ten dele – gelukt. Ziehier het resultaat: het logboek van tot nu toe onbekende dieren.
Recensie
Sylvia Weve is de laatste jaren vooral bekend door haar succesvolle samenwerking met Bette Westera, zoals in hun boek Was de aarde vroeger plat? Samen wonnen zij o.a. de Woutertje Pieterse Prijs (2015) voor Doodgewoon en in 2013 won Weve een Gouden Penseel voor de illustraties in het boek Aan de kant, ik ben je oma niet! Maar dít boek is helemaal van haarzelf. En dat Weve humor heeft blijkt dit keer niet alleen uit haar illustraties, maar zeker ook uit haar teksten. Wat een ontzettend creatief, vernuftig en hilarisch boek!
Onder het pseudoniem R. Laurence van Heden tot Elders presenteert Weve in dit boek 24 ‘tot nu toe onbekende’ dieren. Elk dier staat paginagroot afgebeeld, heeft een Latijnse naam gekregen en wordt op zeer creatieve wijze beschreven. De beschrijving gaat bovendien gepaard met vele grappige illustraties. Het boek heeft daadwerkelijk het uiterlijk van een logboek, door de vele gekrabbelde notities, grafieken en ‘opgeplakte’ losse briefjes.
De humor is zeer spitsvondig en scherp, ook al zal de ironie voor kinderen soms niet altijd direct duidelijk zijn, zoals bij grapjes over Amerikaanse presidenten of de sport golf:
Bij golfen sla je een balletje in een kuiltje en daarna haal je het er weer uit. Dit doe je 18 keer. Het is dus een heel leuke sport.
Wat golfen trouwens met dieren te maken heeft? Simpel: de Bengaalse Sproeier (ofwel Bengalus Hortus Pluvia) wordt o.a. ingezet om golfbanen te besproeien.
Bij enkele dieren vind je daarnaast een recept, bijvoorbeeld voor gevulde eieren of peren. Maar bij de Slotslak (Cochlea Arx) en de Hoeder (Gustos Magicos) heeft Weve het maar even laten zitten…
De creativiteit spat werkelijk van de bladzijden en het is moeilijk een favoriet dier uit te kiezen. Misschien dan toch de Bananenvlieg.
Een verklaring voor die naam zou kunnen zijn dat hij vernoemd is naar het fruit op zijn rug. Een andere mogelijkheid is dat men hem deze naam heeft gegeven omdat hij niet kan vliegen. Bananen kunnen immers ook niet vliegen.
Het moge duidelijk zijn: dit boek geeft 48 bladzijden lang ongelooflijk veel kijk- en leesplezier! Oh, en vergeet ook vooral niet de link op de laatste bladzijde te volgen. Die bestaat echt.
Lestips
Dit boek schreeuwt om creatieve lessen. Dat kun je natuurlijk op allerlei manieren doen:
* Lees de naam van een dier voor en laat kinderen fantaseren hoe dat dier eruit zou moeten zien.
* Laat een illustratie zien en laat kinderen bedenken hoe dit dier zou kunnen heten.
* Laat een illustratie zien, lees de naam van het dier voor en laat kinderen een omschrijving bedenken.
* Voor de echte creatievelingen: laat kinderen zelf een fantasiedier bedenken!
En behalve dat is dit ook absoluut een boek om lekker door te kijken en te lezen. Voor jong en oud!
Hoogland & Van Klaveren, 2018
Onderwerpen: 2018, Creatief, Fantasiewezens, Illustraties, Logboek, Tekenen, Tip van Finn
Geïllustreerd door Sylvia Weve