Meneer Droste van het Kinderboekenmuseum

Meneer Droste van het KinderboekenmuseumMeneer Droste is nachtwaker van het Kinderboekenmuseum, maar gaat binnenkort met pensioen. Hij weet dat het afscheid hem zwaar gaat vallen. Het liefst wil hij in het museum blijven, zoals al die schrijvers en tekenaars die daar met hun boeken, schetsen, manuscripten en portretten voor eeuwig een plek hebben gevonden.

En dus besluit meneer Droste een boek te schrijven. Maar schrijven blijkt een stuk moeilijker dan hij dacht… Dus besluit zijn kleinzoon Tiuri, die de diepste wens van zijn opa kent, dat er een boek óver meneer Droste geschreven moet worden!

Recensie

Dit boek gaat over het schrijven van een boek dat gaat over het schrijven van een boek!

Meneer Droste van het KinderboekmuseumHet is een boek waarvan het je aan het einde gaat duizelen: hoe zit het verhaal nu precies in elkaar? Wat is echt en wat niet? Is het überhaupt echt gebeurd, want die schrijver ín het boek… dat is Sjoerd Kuyper, tevens de schrijver ván dit boek. En die uitgeverij die in het boek beschreven wordt, is dat niet echt de uitgeverij in Hoorn waar dit boek is uitgegeven? Geweldig hoe alles op die manier samenvalt, want niet alleen wordt er in het boek gespróken over het Droste-effect (ook lekker dubbelzinnig), je ervaart dit effect zelf ook én je ziet het terug op de kunstzinnige coverprent van Sylvia Weve!

En als je denkt dat dat al knap in elkaar zit… er zit nog véél meer in dit boek! Wat namelijk ook fantastisch is, is dat er ontzettend veel boeken en schrijvers in dit verhaal worden genoemd, maar dat geen enkele schrijver bij naam wordt genoemd. Dat vormt niet alleen een soort leuke puzzel; er zit ook een extra betekenis in, want zoals Tiuri terecht opmerkt: personages worden beter onthouden dan hun schrijvers.

‘Er zitten drie jongens Mees in mijn klas,’ zei Tiuri, ‘dat komt uit Het zakmes, dat is een film.’
‘Het is ook een boek,’ zei opa, ‘en weet jij wie dat geschreven heeft?’
‘Eh…’ zei Tiuri.
‘Man,’ zei opa, ‘weet je dat echt niet?’
‘Dat bedoel ik,’ zei Tiuri. (blz. 13/14)

©2020 Hoogland & Van Klaveren, illustratie van Sylvia Weve uit Meneer Droste van het Kinderboekenmuseum

©2020 Hoogland & Van Klaveren, illustratie van Sylvia Weve uit Meneer Droste van het Kinderboekenmuseum

Het is dan ook superleuk om voor jezelf een lijstje bij te houden van alle boeken die voorbij komen. Weet jij wie de schrijver is? En de lezer wordt op nóg een manier aan het denken gezet: wanneer is iets een goed verhaal? Tiuri weet het wel; hij benoemt het heel mooi in het boek. Maar kun je daarmee uitleggen waarom de verhalen van zijn opa niet goed zijn? Dat is nog niet zo makkelijk! Ook dat wordt heel mooi in het boek verwerkt. Kuyper geeft daarbij nog een sneer naar schrijvers die niet zo goed schrijven:

Meneer Droste kon misschien niet zo goed schrijven, hij kon wel goed lezen. Daarom wist hij dat het slecht was. Veel mensen kunnen niet goed schrijven én niet goed lezen. Als zij iets opschrijven, denken ze dat het meesterlijk is. (blz. 47)

Zo zitten er meer gedachten in het verhaal verwerkt die duidelijk van Kuyper zelf zijn en niet van de personages (hoewel… Kuyper ís natuurlijk een personage in dit verhaal…). Maar mocht je daar al kritiek op hebben… hij haalt deze zelf al onderuit aan het einde van het boek. Geniaal!

‘Kinderen denken die dingen niet, zo slim zijn we nu ook weer niet. Volgens mij denken volwassenen dat kinderen zo denken.’
‘Dit is serieuze kritiek,’ zei de schrijver.
‘Of ze denken zelf zo en proppen het in een kinderhoofd omdat ze toevallig een kinderboek aan het schrijven zijn.’ (blz. 98)

Zelfs de twijfel of kinderen dit verhaal wel interessant genoeg zullen vinden – wie zit er nou te wachten op een verhaal over een oud mannetje dat nachtwaker is in een museum – wordt in het verhaal zelf besproken en weggenomen. Want natuurlijk heeft de schrijver ervoor gezorgd dat het een spannend verhaal wordt met een beetje gekte – precies volgens de criteria van Tiuri.

Meneer Droste van het Kinderboekenmuseum

©2020 Hoogland & Van Klaveren, illustratie van Sylvia Weve uit Meneer Droste van het Kinderboekenmuseum

Al met al is dit een geweldig ingenieus boek met veel humor. Niet alleen levert dit boek zelf al een fantastische leeservaring op, het staat vol met leesbevorderende en leerzame stukjes over boeken en lezen. Waarom je zou moeten lezen, legt veellezer Tiuri in het boek heel goed uit. En ook al zijn alle antwoorden goed, dit is volgens de schrijver het beste:

‘Omdat,’ zei Tiuri, ‘omdat… als je niet leest, leef je maar in één wereld. Als je wel leest, leef je in heel veel werelden, ieder boek is een wereld. En als de wereld in een boek je niet bevalt, stap je er weer uit. Je hoeft alleen maar het boek dicht te slaan. En dan kun je aan een ander boek beginnen, een nieuw avontuur.’ (blz. 64)

Dit is in ieder geval een boek waar je hoofd van gaat zingen!

Lestips

Eén tip: begin maar met je klas aan dit leesavontuur! Als je dat ook nog eens snel doet, kun je nog meedoen aan een prijsvraag! Je kunt dan een bezoek aan het Kinderboekenmuseum winnen en een ontmoeting met Sjoerd Kuyper. ‘Zo kun je eindelijk in het echt een personage uit een boek ontmoeten!’ Juist. Precies dat maakt dit boek zo fantastisch!

De prijsvraag bestaat uit 2 delen, die je ook nog steeds prima ná de inzenddatum van 21 maart 2021 met je klas kunt bespreken:

VRAAG A: In het boek worden veel titels van boeken genoemd, maar de namen van de schrijvers staan er niet bij. Ook wordt er af en toe iets verteld over een schrijver en ook dan wordt haar of zijn naam niet genoemd. In het hele boek staat niet één naam van een schrijver. Wie weet de meeste namen te vinden?

VRAAG B: Wie weet wat meneer Droste fout heeft gedaan in zijn verhalen? Waarom is zijn griezelverhaal niet griezelig, waarom is zijn sprookje saai, waarom is zijn grappige verhaaltje niet grappig en waarom is zijn gedicht geen goed gedicht?

Je zult zien dat het echt heel lastig is om het antwoord op vraag B te formuleren, ook al wéét je wel dat het niet goed is. Het leuke is dat dit deel van de prijs is: je gaat met Sjoerd Kuyper in gesprek over de antwoorden op vraag B. Maar ook in de klas kun je natuurlijk heel mooi praten over waar een goed verhaal aan moet voldoen!

De verhalen en het gedicht van meneer Droste vind je op de bladzijden 42/43 en 45/46/47.
De informatie over het inzenden van de antwoorden vind je in het boek.

Lezen

Als leesbevorderaar gaat mijn hart daadwerkelijk wat sneller kloppen van dit fragment! Zo mooi verwoord!

Hij las vrolijke boeken, dierenverhalen, sprookjes, gedichten, boeken over vroeger en over de toekomst, griezelboeken, boeken over dood en verdriet. Die laatste vond hij het mooist. Hij werd er niet verdrietiger van dan hij was. Ja, soms vielen er tranen op de bladzijde die hij las, maar daarna voelde hij zich opgelucht. Getroost. Het is goed om verhalen te lezen over mensen die hetzelfde meemaken als jij en vertellen hoe ze zich daarbij voelen. Dan is het alsof je er opeens een vriend bij hebt. Meneer Droste begreep niet dat veel kinderen rond hun dertiende ophielden met lezen. Ze houden ermee op, dacht hij, net als ze boeken het hardst nodig hebben. (blz. 29)

Lees het voor in de klas en bespreek het eens met de kinderen. Kennen ze dit soort leeservaringen? Weten ze dat er zoveel verschillende boeken zijn en hoeveel lezen ze kan brengen?

Zorg er als leerkracht voor dát ze met zoveel verschillende boeken in aanraking komen en wie weet ervaren ze dat ze echt iets aan boeken en verhalen kunnen hebben.

Boeken en schrijvers

Niet alleen staan er heel veel boekentips in dit boek, je kunt ook lezen hoe een boek tot stand komt! Hoe er over het idee wordt gesproken, hoe een auteur ermee aan de slag gaat, hoe een tekenaar er beelden bij maakt, hoe een redacteur en bureauredacteur ernaar gaan kijken en hoe het boek uiteindelijk via de drukker in de winkels belandt. (blz. 16/17)

Ook lees je over deadlines en hoe succesvolle schrijvers last kunnen krijgen van een writer’s block.

Tenslotte staat er een interessante onderzoeksvraag in! De schrijver verwondert zich er namelijk over dat in zijn jeugd kinderboeken altijd over volwassenen gingen (Pinkeltje, Arendsoog, de koerier van de tsaar), maar tegenwoordig altijd over kinderen zelf.

‘Daar zou iemand eens onderzoek naar moeten doen, over hoe de grote mensen verdwenen uit de kinderboeken. En waarom.’ (blz. 83)

Kinderboekenmuseum

Het is natuurlijk ook erg leuk om het Kinderboekenmuseum met je klas te bezoeken (als dat weer kan). Er zijn speciale lessen voor het basisonderwijs, waardoor kinderen heel veel boeken en genres leren kennen.

Schrijver in de klas

Wil je sowieso in gesprek met Sjoerd Kuyper (over het boek)? Dan kun je hem ook uitnodigen voor een schrijversbezoek via De Schrijverscentrale. Je kunt hem boeken via zijn auteurspagina.


Uitgeverij Hoogland & Van Klaveren, 2020

Meneer Droste van het Kinderboekenmuseum bol

 

 


Genre: Verhalen
Onderwerpen: 2020, Boeken, Creatief schrijven, Grootouders, Kinderboeken, Kinderboekenmuseum, Lezen, Raamvertelling, Schrijven, Schrijvers, Tip van Mila, Voorleestopper
Geïllustreerd door Sylvia Weve

Leave a Reply