Dieren in alle soorten en maten maken legendarische reizen over onze planeet. Ze doorstaan woeste weersomstandigheden, moeten hongerige roofdieren vermijden en er bestaat een grote kans dat ze het einde niet zullen halen. Dit boek neemt je mee op de reizen van reuzenalbatrossen, keizerspinguïns, witte haaien, kolibries, grote kuddes olifanten en miljoenen rode krabben.
Geschreven door Mike Unwin (Brits reisboekenschrijver), met tekeningen van Jenni Desmond.
Vertaald door Jesse Goossens.
Recensie
Als alle lesboeken er nou zo uit zouden zien, dan zou er toch helemaal geen leesmotivatie-probleem meer bestaan?!
Woeste winden zwiepen de golven op en regen striemt de kolkende zee. Dwars door het wilde weer vliegt een grote witte vogel. Glijdend op enorme vleugels vliegt hij laag over de golven – zo laag dat de punten van zijn vleugels bijna het wateroppervlak raken. (blz. 24)
Prachtig! Zulke spannende teksten zul je niet snel vinden in lesmethodes. En het mooie is: behalve heel erg mooi, is dit boek ook nog eens heel leerzaam! Zoals de titel al aangeeft, gaat dit boek over ‘migraties’, of zoals de ondertitel uitlegt: over wonderbaarlijke dierenreizen. Wel jammer dat dát niet als titel is gekozen, want de titel ‘Migratie’ nodigt niet heel erg uit tot lezen. Bovendien zullen de meeste kinderen niet eens weten wat het betekent – dat is dan weer niet zo handig voor de leesmotivatie.
‘Wonderbaarlijke dierenreizen’ of ‘Dieren op reis’ (blz. 4) – daar willen kinderen natuurlijk wél graag over lezen. Maar oh oh oh, wat een ontzéttend kleine lettertjes!! Zeker tegen een wat donkerdere achtergrond is de tekst erg moeilijk te lezen en kinderen met leesproblemen of dyslexie zullen het waarschijnlijk als onmogelijk ervaren om deze tekst te ontcijferen. Voorlezen dan maar, al zal iemand met wat minder goede ogen daar ook wat moeite mee hebben.
Tóch proberen, want zit je eenmaal in het boek en ben je gewend aan de priegelige letters, dan zal het je nauwelijks meer opvallen. Zó interessant zijn de wonderbaarlijke reizen, zo boeiend zijn ze omschreven. Neem bijvoorbeeld het verhaal over de noordse stern:
De grootse reis van de noordse stern van pool naar pool, is de langste trektocht van alle dieren. Hij vliegt ieder jaar tot wel 77.000 kilometer. Dat betekent dat een stern tijdens zijn leven net zo ver kan vliegen als drie keer naar de maan en terug. Bij de Olympische Migratiespelen zou dit fantastische kleine vogeltje – dat niet meer weegt dan een theelepeltje – absoluut goud winnen! (blz. 12)
En dan die prenten… daar raak je gewoon niet op uitgekeken! De dieren komen bijna los van het papier – zo levensecht zijn ze afgebeeld. Kleuren spatten van de bladzijden, weersomstandigheden kun je bijna voelen… Dit boek is een ode aan de natuur: het laat twintig dieren op zo’n manier zien, dat je niets dan bewondering kunt voelen. En dan bedoel ik niet alleen voor de makers van dit prachtige boek, maar vooral voor die dieren die zo wonderbaarlijk migreren. Want dat dit werkelijk wonderbaarlijke reizen zijn, dat brengt dit boek wel over!
Lestips
Zodra het onderwerp dierenmigraties in je lesmethode voorbij komt, raad ik je aan om dit boek erbij te pakken. Voorlezen en het boek in de klas leggen. Dit vergeten kinderen nooit meer.
Behalve de dieren die hierboven al genoemd zijn, vertelt dit boek o.a. nog over:
- de bultrugwalvis
- de groene zeeschildpad
- de zalm
- de boerenzwaluw
- de wereldzwerver (een libel)
- de Indische gans
Lemniscaat, 2018
Onderwerpen: 2018, Dieren, Insecten, Migratie, Natuur, Prentenboek, Reizen, Reizen & vakantie, Trektocht, Vissen, Vogels
Geïllustreerd door Jenni Desmond