Elk jaar, al 75 jaar lang, wordt de Tweede Wereldoorlog herdacht. De mensen die de oorlog bewust hebben meegemaakt, zijn inmiddels bijna allemaal gestorven. Zij kunnen hun verhalen niet meer vertellen, maar gelukkig weten we uit hun dagboeken hoe de oorlog voor hen moet zijn geweest.
Hoe voelt het om te moeten schuilen en vluchten als de bommen om je oren vliegen, zoals bij Yvonne, Felix en Henk? Om altijd honger te hebben, zoals Corri en Lineke? Om gescheiden te worden van je ouders en te overleven in kampen, zoals de Joodse George of Chris uit Nederlands-Indië? Om gepest te worden omdat je ‘foute’ ouders hebt, zoals Annie? Of om een Joodse vriendin te hebben die steeds minder mag, zoals Jeanne?
Zeven meisjes en zeven jongens laten je hun verhalen meebeleven. Van Rotterdam tot Arnhem, van Limburg tot Drenthe, van mei 1940 tot zomer 1945. Een boek met indrukwekkende verhalen, die nooit vergeten mogen worden.
Recensie
Annemarie van den Brink en Suzanne Wouda doken voor dit boek de archieven van het NIOD in. Het NIOD verzamelt en bewaart als sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog dagboeken, brieven en andere papieren uit de oorlog. Hun speurwerk leverde een prachtig boek op dat je de Tweede Wereldoorlog laat beleven door de ogen van 14 kinderen en jongeren, met verhalen waarvan je weet dat ze echt gebeurd zijn.
De auteurs plozen niet alleen dagboeken uit, maar spraken ook met de schrijvers zelf of met hun kinderen, broers of zussen. Daarnaast zochten ze aanvullende informatie op en goten dit alles in goed leesbare verhalen, die weliswaar gedateerd zijn als een dagboek, maar geschreven zijn in de derde persoon. Hier en daar staat nog een gekrabbelde zin in de voetnoot, waaruit je kunt opmaken dat deze rechtstreeks uit het dagboek komt. Het zijn verhalen over de oorlog die je niet eerder zult hebben gelezen, vanuit zeer verschillende perspectieven en verhalend over zeer verschillende gebeurtenissen. Bij elkaar geven ze een heel compleet beeld van een oorlog die we nog steeds elk jaar herdenken. En als je deze verhalen hebt gelezen, snap je ook heel goed waarom.
Elk verhaal begint met een korte introductie, met informatie over de feitelijke gebeurtenissen waar de dagboekschrijver mee te maken kreeg: bombardementen, NSB en de Jeugdstorm, Radio Oranje, verzetswerk in de mijnen, de Spoorwegstaking, concentratiekampen, onderduiken, jappenkampen… Dan volgt het dagboekverhaal, met vervolgens een kort nawoord, waarin wordt verteld hoe het is afgelopen met de hoofdpersonen. Moeilijke begrippen worden achterin het boek uitgelegd.
Het is een boek waarin je wilt blijven lezen; een boek dat zo verbijsterend, ontroerend en interessant is, dat je alleen maar méér zou willen weten. Eigenlijk is het jammer dat je de dagboeken niet zelf kunt lezen. De auteurs hebben er echter heel bewust voor gekozen om de verhalen uit te breiden met details en zelfbedachte uitspraken, gedachten en personen, omdat de verhalen anders niet goed leesbaar of onduidelijk zouden zijn. Dat is begrijpelijk, want dagboeken zijn vaak helemaal niet makkelijk of prettig om te lezen, en dat zijn deze verhalen zeker wél. Toch zul je je vast wel afvragen wat nu écht in de dagboeken stond en wat de auteurs zelf hebben toegevoegd…
Wat in ieder geval zo mooi is aan deze verzameling verhalen, is dat je de oorlog vanuit zoveel verschillende perspectieven leest. Je leest verhalen en gedachten van echte mensen, die op hun manier de oorlog proberen te overleven. Het laat je daardoor automatisch denken over hoe de oorlog voor jóu zou zijn geweest; welke keuzes jíj zou hebben gemaakt en het doet je beseffen dat je ongelooflijk veel geluk hebt als je nooit een oorlog hoeft mee te maken. Ook laten de verhalen de lezer op subtiele wijze nadenken over goed of fout. Niets is zwart-wit in dit boek.
‘Ik haat die Duitsers!’ roept Lien.
‘Ik ook!’ roept Suze.
‘Hoho, niet alle Duitsers zijn fout,’ zegt mama terwijl ze een kool in stukken begint te hakken. ‘Weet je nog dat iemand uit het dorp is ondergedoken bij een Duitse familie, vlak over de grens? Toen kon hij mooi niet worden opgepakt om in Duitsland te werken.’
Mama heeft natuurlijk gelijk. Veel mensen hier hebben vrienden en familie in Duitsland. Voor de oorlog uitbrak dacht niemand in grenzen tussen Duitsers en Nederlanders. (blz. 87)
De auteurs willen je met dit boek doen beseffen hoe heftig een oorlog is en hoeveel kanten er aan een oorlog zitten. En ook hoe bepalend de plek is waar je woont en welke invloed het gezin heeft. In dat doel zijn ze absoluut geslaagd en de prettige schrijfstijl en de boeiende selectie verhalen doen eigenlijk alleen maar verlangen naar méér. Dit zijn verhalen die niet alleen doorverteld zouden móeten worden, maar die je ook graag wílt doorvertellen. Een must-have voor elke schoolbibliotheek!
Lestips
Voorlezen, laten lezen en het boek in je klas zetten! Zéker in de aanloop naar 4 en 5 mei is dit een boek dat je eigenlijk gewoon moet lezen (met je klas).
Wat je zou kunnen doen, is dat je één verhaal klassikaal leest – als je het bijv. over dat onderwerp hebt of in dezelfde plaats als de hoofdpersoon woont – en de rest zelfstandig laten lezen, maar eigenlijk raad ik aan om het hele boek voor te lezen, om zo een zo compleet mogelijk beeld van de oorlog te schetsen.
En handig: er is een uitgebreide lesbrief bij het boek ontwikkeld. De werkbladen die daarin zitten, zijn door de kinderen zelfstandig te maken (en verwijzen naar de verschillende verhalen), maar er zit ook een leerkrachtbijlage in, met o.a. links naar interesssante filmpjes die je voorafgaand aan de opdrachten zou kunnen laten zien.
Hieronder een overzichtje van de verschillende verhalen en onderwerpen die je in het boek vindt. Je kunt de verhalen meebeleven met:
- Henk, die ontsnapt aan het bombardement in Rotterdam – blz. 10
- Yvonne, die op het nippertje naar Engeland vlucht (Den Haag) – blz. 22
- Annie, een meisje dat lid wordt van de Jeugdstorm van de NSB (Voorburg) – blz. 34
- Jeanne, die zin heeft in een heerlijke zomervakantie, maar in plaats daarvan haar beste vriendin kwijtraakt (Emmen) – blz. 46
- Hans, die stiekem naar Radio Oranje luistert (Deventer) – blz. 58
- George, een Joodse jongen die drie concentratiekampen meemaakt (o.a. Eersel) – blz. 68
- Suze, die zich verstopt in de Limburgse mijnen (Schaesberg) – blz. 82
- Felix, die de Slag om Arnhem meemaakt (Arnhem) – blz. 96
- Henk, die net op tijd kan ontsnappen uit zijn onderduikschuilplaats (Achterhoek) – blz. 110
- Corri, die bijna doodgaat van de honger (Delft) – blz. 126
- Carla, die op een dag een bijzonder vliegtuig over kamp Ambarawa ziet vliegen (Java) – blz. 138
- Jan, die een recept heeft voor soep met bloembollen (Haarlem) – blz. 150
- Chris, die alleen moet zien te overleven in een jappenkamp (Java) – blz. 160
- Lineke, die met haar zus ‘naar de boeren gaat’, maar aan haar lot wordt overgelaten (Amsterdam) – blz. 174
Het is de moeite waard om zelf ook wat zoekwerk te doen op internet. Zo kun je bij het verhaal van Felix bijvoorbeeld fotomateriaal en informatie vinden over het huis waar hij (tijdelijk) woonde: de Bornshoeve in Schaarsbergen. Ook vind je een gedeelte van zijn dagboek terug in de Dorpskrant. Door dit soort dingen te laten zien, zullen kinderen nog beter beseffen dat de verhalen waargebeurd zijn.
Zelf speuren in oorlogsarchieven
Nog makkelijker is het om naar de website van het NIOD te gaan! Daar vind je op dit moment al de dagboeken van Felix, Corri en George (klik op de betreffende naam om het dagboek in te zien!). De dagboeken zijn ingescand, zodat je de handschriften ook echt kunt zien. Zo komen deze kinderen nog meer tot leven! Wat ook heel fijn is: de teksten zijn ernaast ook uitgetypt – dat is beter leesbaar. De rest van de dagboeken wordt ook gedigitaliseerd.
De website kun je bijvoorbeeld ook gebruiken om beeldmateriaal over de Tweede Wereldoorlog te vinden. Maar, let op: je kunt kinderen beter niet zelfstandig in het archief laten zoeken, want er staat (vanzelfsprekend) veel schokkend beeldmateriaal tussen.
Jodenvervolging
Bij het verhaal van Jeanne zou je deze opdracht van het NIOD kunnen gebruiken: hij gaat over anti-Joodse maatregelen in Nederland. Kinderen leren met behulp van kaartjes welke maatregelen er in de loop van de oorlog werden toegepast en hoe het leven dus steeds moeilijker en benauwder werd voor Joden.
Schrijvers in de klas
Hoe interessant moet het zijn om de auteurs van dit boek zelf te horen vertellen over hun zoektocht in de archieven! Op haar Facebookpagina vertelde Suzanne Wouda bijvoorbeeld al:
Annemarie van den Brink en ik zijn heel dicht bij de echte dagboeken gebleven. We hebben er nooit avonturen bij verzonnen, het was meer… inkleuren. Eén verhaal (dat over Radio Oranje) is een uitzondering, omdat dat dagboek alleen maar uit nieuwsberichten bestond. De schrijver had vijf schriften volgeschreven in zijn mooiste handschrift. Zijn weduwe leeft nog en kon mij informatie voor het verhaal geven. Later zei de familie dat ze hun man/vader erin herkenden. Dat was een erg mooi compliment.
Beide auteurs hebben bovendien enorm veel ervaring met het lesgeven op basisscholen.
Annemarie van den Brink werkt niet alleen als auteur, maar ook als Schoolschrijver en komt graag op scholen om te vertellen over haar boeken. Bij Oorlog in inkt heeft ze zelfs een speciale workshop ontwikkeld. In deze workshop vertelt ze niet alleen over het boek, maar leert ze kinderen ook hoe ze eigen belevenissen spannend en invoelend op kunnen opschrijven in dagboektaal. Je kunt haar boeken via haar auteurspagina op de website van de Schrijverscentrale.
Suzanne Wouda werkt zelfs op een basisschool, als ib’er! En misschien ken je haar ook al van het indrukwekkende (oorlogs)boek Sabel, waarmee ze in 2018 een Zilveren Griffel won. Je kunt je voorstellen dat zij heel wat te vertellen heeft over de Tweede Wereldoorlog! Ook zij geeft daarnaast een workshop dagboekschrijven (en tekenen). Je kunt haar boeken via deze pagina op de website van de Schrijverscentrale.
Uitgeverij Ploegsma, 2020
Onderwerpen: 2020, Angst, Dagboek, Joden, Keuzes, Kinderboekenweek 2020, NSB, Onderduiken, Oorlog, Tijd van wereldoorlogen, Tip van Julia, Tip van Lucas, Verzet, Vluchtelingen & vrijheid, Vluchten, Voorleestopper, Vrijheid, WO II
Geïllustreerd door Steef Liefting
Waar kan ik de lesbrief vinden bij dit boek? Op de website van Annemarie van den Brink werkt de link niet meer.
Hartelijk dank, Lara
Goed dat je het zegt! Ik heb de rechtstreekse link aangepast; je kunt de lesbrief vinden op de website van de uitgever, helemaal onderaan de pagina: http://www.kinderboeken.nl/boek/oorlog-in-inkt/