De brug tussen de boerderij waar Bo woont en het huis van haar opa wordt gesloopt. Nu moet ze steeds een half uur fietsen om bij opa te komen. Wat als er iets met hem gebeurt? Of als hij naar haar toe wil komen? Hij kan helemaal niet goed lopen!
Bo heeft de hele zomervakantie de tijd en maakt een plan: ze wil een boot bouwen voor opa. In een verlaten schuur begint ze stiekem aan de boot. Gaat het haar lukken?
Na het verhaal staan achter in het boek informatieve Doe als Bo-pagina’s. Hier wordt uitleg gegeven over verschillende gereedschappen en hoe je hier zelf mee aan de slag kunt gaan.
Recensie
Eigenlijk is dit boek helemaal niet bedoeld om kinderen aan het lezen te krijgen: het is juist bedoeld om (lezende) kinderen in actie te krijgen! Met dit verhaal willen Astrid Poot en Dieuwertje Boeren ‘meer makers maken’. Het verhaal over Bo, die als beginnend klusser een boot in elkaar probeert te zetten, is dusdanig geschreven dat het de lezer moet prikkelen om zelf aan de slag te gaan met allerlei gereedschappen.
Dat prikkelen lukt zeker. Hoewel het verhaal soms een beetje verzandt in details en teveel herhaling, merk je dat schrijfster Dieuwertje Boeren (werkzaam op een basisschool) de belevingswereld van kinderen goed kent. Het verhaal is niet heel erg diepgaand, maar weet toch te verrassen. Zo snapt de lezer al snel dat Bo’s eerste boot (eerder een soort vlot) niet gaat werken, maar dat het zó mis zou gaan…! De spanning wordt ineens flink opgevoerd! Ook Bo’s nukkige buurvrouw zorgt voor een paar leuke twists. Bo’s opa blijkt niet altijd zo’n lieve man te zijn (geweest) als Bo altijd heeft gedacht en dat is verfrissend: het laat zien dat volwassenen ook maar mensen zijn en niet perfect.
Het hoofdthema is echter het bouwen van een boot. Dat kan Bo in eerste instantie dus niet bepaald goed. Als je leest dat ze spijkers in lege, ijzeren tonnen wil gaan slaan, weet je eigenlijk wel genoeg. Gelukkig krijgt ze hulp van een jongen die in een doe-het-zelf-winkel werkt. Op zich jammer dat hiermee de clichés worden bevestigd – de jongen weet heel veel van bouwen, het meisje snapt er niets van; dat had voor de afwisseling ook wel eens andersom gemogen. Maar Bo is toch wel een stoere meid, die duidelijk haar zinnen op iets heeft gezet: die boot bouwen. En dat doet ze dus ook maar mooi.
Het mooiste aan het boek zijn echter de Doe als Bo-pagina’s. Ook letterlijk: de vormgeving van deze pagina’s is aantrekkelijker dan die van het verhaal. Het verhaal heeft een wat stijf lettertype en, door het vrij grote formaat van het boek, flinke lappen tekst. Gelukkig wordt de tekst regelmatig onderbroken door kleurige illustraties van bedenkster Astrid Poot. De pagina’s over de verschillende gereedschappen zijn echter veel speelser van opzet: kleurig, vrolijk en met nog veel meer illustraties.
En het is veel meer dan een stelletje knutselpagina’s! Over elk gereedschap (dat Bo heeft gebruikt) wordt verteld wie het wanneer heeft bedacht en hoe je het goed kunt gebruiken. Erg interessant! Maar het leukste is natuurlijk dat je allerlei ideeën krijgt aangereikt om dingen te gaan maken.
Al met al is dit boek dus inderdaad een leuke manier om meiden duidelijk te maken, dat zij best iets kunnen bouwen als ze zich ervoor inzetten en snappen hoe de verschillende materialen werken. Hoewel dit boek ook zeker door jongens kan worden gelezen, is dit vooral een heel geschikt verhaal om meisjes te interesseren voor techniek.
Lestips
Onze wereld heeft makers nodig. Kinderen die vroeg leren dat je niet alles hoeft te kopen, maar ook zelf kunt maken voelen zich autonomer en kunnen beter omgaan met de druk van het digitale. Kinderen die maken zijn creatiever, vindingrijker en hebben meer zelfvertrouwen.
Bovenstaand citaat is te vinden op de website van Stichting Lekkersamenklooien, waarvan Astrid Poot medeoprichter is. Zij maakt allerlei producten voor het onderwijs, zoals apps, websites en leermateriaal voor o.a. Het Klokhuis en NEMO Science Museum.
Ontzettend leuk: zij bedacht ook de Klooicanon: 50 tools die kinderen zouden moeten kennen voor hun 12e. Je kunt er een poster van bestellen.
Zie jij het wel zitten om in je klas aan de slag te gaan met techniek en wil jij ook ‘makers maken’, dan kun je gebruik maken van de Klooikoffers. Maar het begint natuurlijk bij het in de klas/school halen van dit boek. Dat kunnen kinderen zelfstandig lezen vanaf groep 6 (en in de lagere klassen kun je het ook al prima voorlezen).
Om het boek te promoten, vertel je dat Bo een boot wil maken om snel bij haar opa te kunnen zijn. Bo heeft echter niet zoveel kluservaring… Gelukkig is ze wel zo slim om haar zelfgemaakte boot eerst te testen, voor ze haar opa erop zet. Maar dan gaat het mis…
Gezoem. Recht onder (…) de brug. ‘Nee!’ (blz. 40 t/m 43)
Fontaine Uitgevers, 2017
Bekijk bij bol:Onderwerpen: 2017, Boten, Doorzettingsvermogen, Familie, Gereedschappen, Grootouders, Klussen, Liefde, Onderzoek & wetenschap, Techniek, Tip van Lisa, Vriendschap
Geïllustreerd door Astrid Poot