Versjes en verhalen over beestjes in de tuin
Op een vroege morgen, als Rups in zijn coconnetje zit te wachten tot hij een vlinder wordt, ontmoet hij Eendagsvlieg. Zij is net aan de eerste en laatste dag van haar leven begonnen en heeft geen tijd om met hem mee te wachten. Eenmaal uit zijn cocon gekropen wil Vlinder dolgraag aan Eendagsvlieg laten zien hoe mooi hij is geworden. Maar waar is ze gebleven?
Recensie
Al vóór de titelpagina wordt met een heerlijk gedicht direct de juiste toon gezet: Het wiebelt, het vlindert | het kriebelt, en het zindert | het schuifelt, het scharrelt, het suist. Je voelt de beestjes bijna over de bladzijden krioelen… en samen met het lieveheersbeestje dat op de titelpagina enthousiast in de modder springt, leidt dat tot heel veel zin om dit boek te lezen.
Oók voor kinderen in de bovenbouw, want ook al is dit boek al geschikt voor jonge kinderen en klinkt ‘versjes over beestjes in de tuin’ wellicht een beetje kinderachtig voor een tiener – de humoristische schrijfstijl van Bette Westera en haar dochter Naomi Tieman is dat zeker niet. En dat geldt eveneens voor de geweldige illustraties van Djenné Fila. Neem nu Eendagsvlieg aan het begin van het verhaal, die in de regen zit te wachten tot ze uit kan vliegen… De complete houding, inclusief hangende sprietjes, maakt gelijk duidelijk: deze vlieg zít niet zomaar, deze vlieg wácht. Fantastisch!
Ook Rups wacht, tot hij een vlinder is. In dit boek gaat dat wel wat sneller dan gebruikelijk: na een mooi gedicht en een paar uurtjes is het zover. En daar is hij zo trots op, dat hij dat aan Eendagsvlieg wil laten zien. Maar ja… die is er natuurlijk vandoor en dus gaat Vlinder op zoek.
Vlinder ontmoet allerlei andere beestjes, wat Westera en Tieman beschrijven in originele gedichten en ontzettend grappige vondsten. Zo klagen de oorwurm, de kakkerlak en de pissebed over hun namen en dat levert een hilarisch gesprek op.
Kakkerlak kijkt Vlinder met open mond aan.
‘Langgerekte Glimglanzer!’ roept hij uit. ‘Zo moet ik heten!’
‘Fieuw,’ fluit Tuinridder, ‘wat sjiek!’
Iedereen is er even stil van. Ze wennen aan hun nieuwe namen. Tuinridder is als eerste gewend.
Elke bladzijde in dit boek is rijkelijk en kleurrijk geïllustreerd; er zijn zelfs spreads zonder tekst, waarbij de prenten het verhaal vertellen. Voor de lezer is het net zo’n ontdekkingsreis als voor Vlinder: je wordt op elke bladzijde verrast – of het nu door een nieuw beestje, een prachtige illustratie of een grappige tekst is. Ook het doorlopende verhaal klinkt af en toe heel poëtisch, zoals de bromvlieg die last heeft van duikeldrang en zoemzin. Of de libellen, die zzzo zzzoet en zzzo zzzacht zzzingen als Zzzirenen…
Van al die taalpracht leren kinderen daarnaast nog heel wat over al deze beestjes: wat ze eten, hoe en waar ze leven of wie hun natuurlijke vijanden zijn.
‘Geen paniek,’ sust het voorste lieveheersbeestje. ‘Wij zijn van de luizenbestrijding. Last van luis? Haal ons in huis is ons motto.
Kortom, als je het in de klas hebt over insecten of beestjes in de tuin, dan is dit het ideale boek om je lessen mee te verrijken! En daarnaast is het ook gewoon een prachtig lees- en kijkboek vol taalkunst. Een geweldig boek dus voor in de schoolbibliotheek!
Lestips
Wil je dit boek promoten om zelf te laten lezen, dan zou ik eerst de achterkant voorlezen en dan een grappig stukje, bijvoorbeeld een stuk uit het hoofdstuk Nieuwe namen, met aansluitend het gedicht. Er staan geen paginanummers in dit boek, dus je moet even bladeren om onderstaand fragment te vinden.
‘Welkom bij de eerste vergadering (…) hoeven te schamen.
Als je het slim aanpakt, maak je er meteen een leuke taal- en natuurles van! In bovenstaand fragment klagen de oorwurm, kakkerlak en pissebed over hun namen. Kunnen de kinderen in je klas nieuwe namen verzinnen die beter klinken en wel goed bij ze passen?
Wil je er echt een serieuze les van maken, dan kun je eerst samen gaan uitzoeken wat de kenmerken of sterke punten van deze beestjes zijn. Wat doet een oorwurm eigenlijk als hij niet in oren kruipt? Wat is er wél mooi aan een kakkerlak?
Het is eigenlijk direct duidelijk: dit is een geweldig boek om te gebruiken in je lessen; of het nu voor natuuronderwijs is, een tekenles, of voor een poëzie- of taalles.
Zomaar nog een paar ideeën:
- Laat kinderen een illustratie van een beestje tekenen, en voor degenen die wat meer uitdaging kunnen gebruiken: kun je ook laten zien hoe dit beestje zich voelt?
- Schrijf een gedicht over een van de beestjes uit dit boek.
- Laat kinderen uitzoeken hoe een rups in een vlinder verandert. In dit boek gaat het niet helemaal zoals in het echt (met Rups die met zijn kop nog uit de cocon steekt), maar hoe werkt het dan wél?
- De lieveheersbeestjes en de sluipwespen hebben een motto. Wat is een motto? Kunnen de kinderen ook een motto van de mier of een worm verzinnen?
Beestjes die hierboven nog niet genoemd zijn, maar die ook in het boek voorkomen:
- processierupsen
- hommels
- glimwormen
- wandelende takken en blaadjes
- spinnen
- vuurvliegen
Uitgeverij Volt, 2021
Bekijk bij bol:Onderwerpen: Gedichten, Illustraties, Insecten, Kleine beestjes, Natuur, Poëzie, Taal, Tekenen, Tip van Mila, Vlinders, Voorleestopper
Geïllustreerd door Djenné Fila