Mus & Kapitein Kwaadbaard en de koers naar de Kraken

door Kevin Hassing

In het zeewater bij Zeeburgerdam drijft venijn: gif dat afkomstig is van een gigantische octopus. Vissen sterven en schepen zinken. Daarom roept de burgemeester op om jacht te maken op het monster. Wie terugkomt met het hart van de Kraken krijgt een groot deel van een eeuwenlang verborgen schat.

Mus en Kapitein Kwaadbaard besluiten op zoek te gaan naar het zeemonster en natuurlijk gaan hun vrienden mee. Maar de tocht verloopt niet zonder problemen en tot overmaat van ramp komt Mus achter een geheim dat ervoor zorgt dat haar leven nooit meer hetzelfde zal zijn…

Winnaar Kinderjury 2022.

Dit vervolg op Mus & Kapitein Kwaadbaard en de 5 slangen is op zich los van het eerdere deel te lezen, al mis je dan wel informatie over belangrijke personages die in dit verhaal terugkomen.

Recensie

Bereid je maar voor op een spannend avonturenverhaal als je aan dit boek begint! In lekker vlotte taal vertelt Kevin Hassing je een verhaal over grommende piraten, gevaarlijke zeemonsters en ruige gevechten op zee. Dat doet hij in bijzonder korte hoofdstukken van slechts enkele pagina’s, die stuk voor stuk eindigen met een cliffhanger, zodat je als vanzelf door het boek heen vliegt.

©2021 Luitingh-Sijthoff, illustratie van Linde Faas uit Mus & Kapitein Kwaadbaard en de koers naar de Kraken

Mus gaat samen met Kapitein Kwaadbaard op jacht naar de oorzaak van het gevaarlijke venijn in de haven van Zeeburgerdam: de Kraken. Om de Kraken te vinden, roepen ze de hulp in van Victor Verbassius – een man die na een aanval van het zeemonster alleen nog maar praat via een krijtbord (Veeg veeg veeg, schrijf schrijf schrijf schrijf schrijf schrijf schrijf schrijf schrijf, veeg veeg, schrijf schrijf schrijf, omdraaien.) Via hem krijgen ze een geheimzinnige kaart in handen, maar als ze eenmaal onderweg zijn, blijkt al gauw dat ze niet de enigen zijn die op zoek zijn naar de Kraken…

Op het eerste gezicht klinkt dat als een echt klassiek piratenverhaal, maar toch is dit boek daar niet helemaal mee te vergelijken, want het bevat veel meer humor dat je zou verwachten bij zo’n avontuurlijk boek. Of eigenlijk is het vooral de soort humor die opvalt: met veel herhalingen en letterlijk gebruik van allerlei uitdrukkingen.

‘Opendoen, Verbassius. Anders doe ik het en dan val ik met de deur in huis. Als je begrijpt wat ik bedoel.’
Mus begrijpt wat hij bedoelt. En Victor blijkbaar ook, want na een korte stilte horen ze sloten die openklikken en rammelende kettingen. (blz. 32)

Hilarisch zijn ook de originele scheldwoorden (Gierende grotschimmel! Korstige kakkrabben!) en de creatieve beschrijvingen (Ze kan niet horen wat ze zeggen, doordat haar oren vol zitten met wijsvinger). Hassing heeft een goed gevoel voor wat kinderen leuk vinden en lijkt daarbij extra rekening te houden met kinderen die wat minder goed zijn in lezen of taal. Ook steekt hij op verrassende wijze de draak met eeuwenoude piratenclichés.

Mus kijkt nog eens goed naar de kaart en ziet dan iets waar ze enthousiast van wordt. ‘Op dat gevaarlijke eiland staat een kruisje, dus daar ligt een schat!’ roept ze uit.
Kwaadbaard gromt en antwoordt: ‘Nee joh, meissie. Dat is nooit zo.’
‘Hoe komt dat kruisje daar dan?’
‘Dat heb ik net gezet om te kijken of mijn potlood het doet.’ (blz. 50)

Het verhaal over de Kraken wordt in dit boek mooi afgerond, maar eindigt wel met een geniaal dubbelzinnige uitspraak en een spannende, raadselachtige epiloog. Tijdens het lezen zal het ook al wel duidelijk worden, maar aan het einde weet je het zeker: in dit avontuur is niets wat het lijkt…

Lestips

Dit boek heeft in 2022 de Prijs van de Kinderjury gewonnen in de categorie 10-12 jaar! Dat is een ongelooflijk bijzondere prestatie (Het leven van een loser heeft niet gewonnen!) en zegt dus wel iets over de populariteit van dit boek. Alleen daarom is het al een boek om te promoten in de klas.

Lees daarvoor de titel voor en vraag de kinderen of ze weten wat een Kraken is. Dit is ook een mooi moment om naar de prachtige omslagtekening van Linde Faas te kijken! (Hint!)

Vervolgens lees je hoofdstuk 3 voor, dat – zoals gezegd – met een goede cliffhanger eindigt, waardoor kinderen vast erg nieuwsgierig worden naar het boek!

‘De Kraken is (…) ook niet meer.’ (blz. 20 t/m 22)

Als voorleesboek doet dit boek het trouwens vast ook erg goed: er gebeurt lekker veel, er zijn grappige dialogen en door de korte hoofdstukken kun je er heel gemakkelijk tijd voor maken (al zal het toch lastig zijn om te stoppen 😉 ).

Uitgeverij Luitingh-Sijthoff, 2021