Gevaarlijk water

Gevaarlijk water‘Jullie zijn aanstellers. In de oorlog stond het water hier net zo hoog en toen is er ook niks gebeurd. Ik ga naar huis. Dat water stroomt vanzelf weer terug naar de zee.’

Maar in de nacht van zaterdag 31 januari 1953 stroomt het water niet terug naar de zee. Door een hevige storm breken de dijken door en het land verandert in één grote watervlakte. De twaalfjarige Maarten, die met zijn ouders en zusje op hun zolder schuilt, wordt gek van het wachten op hulp en wil iets doen. Die kans krijgt hij, maar pas dan beseft hij hoe ernstig de ramp is. Kan hij zijn familie op tijd redden?

In 2023 is het 70 jaar geleden dat een van de grootste watersnoodrampen in Nederland plaatsvond. Voor dit boek sprak Marte Jongbloed uitgebreid met iemand die de ramp zelf meemaakte.

Recensie

In dit compacte boek vertelt Marte Jongbloed in slechts 108 bladzijden een aangrijpend verhaal over de Watersnoodramp in 1953. De lezer krijgt eerst een introductie om de tijd waarin het verhaal zich afspeelt te duiden, en de schrijfster vertelt wat je van het verhaal kunt verwachten:

Het is vooral een spannend verhaal, maar als je het boek uit hebt, weet je ook precies wat zich toen afspeelde en hoe het was om de Watersnoodramp mee te maken. (blz. 8)

Een soort boekpromotie ín het boek dus! Dat maakt dit boek zeer toegankelijk voor wat minder ervaren lezers, die op aansprekende wijze mee worden genomen in het verhaal. Ook de erg korte hoofdstukken maken het boek aantrekkelijk voor de wat minder goede lezers. Toch is het verhaal juist voor wat oudere kinderen bedoeld: Maarten, de belangrijkste hoofdpersoon, is twaalf jaar, zit in de zesde klas (groep 8) en heeft al een vriendinnetje.

Het verhaal heeft in eerste instantie een wat beschouwende stijl: je leest hoe op zaterdag 31 januari 1953 de inwoners van een klein dorpje in Zeeland zich zorgen maken over het stijgende water en de hevige storm (de wind fluit niet, hij beukt) en hoe uiteindelijk het water ‘er is’. De paniek en de emoties blijven beperkt en maken het verhaal in eerste instantie zelfs wat vlak.

Dan zien ze aan de overkant iets vreemds. Een van de huizen heeft alleen nog zijmuren en een dak. De ramen en de voorgevel zijn verdwenen. Boven op het dak zit de overbuurvrouw, mevrouw Maat. Ze heeft haar armen om de schoorsteen geklemd.
‘Straks verdwijnt zij ook in de golven,’ zegt vader somber. (blz. 27)

De omvang van de ramp wordt echter vervolgens al snel duidelijk en dan komt het verhaal echt wel binnen. Maarten pakt de kans om zijn familie te redden, maar hoort en ziet verschrikkelijke dingen. De verdrietige (en zelfs gruwelijke) beelden die het verhaal oproept, zullen bij de lezer waarschijnlijk een onuitwisbare indruk achterlaten.

‘Alles is anders geworden. Niks is meer hetzelfde.’ (blz. 46)

Marte Jongbloed brengt met een zoektocht naar de eigenaar van een koffertje gelukkig ook een ander soort spanning in het verhaal en laat de hoofdpersonen zelfs nog wel eens lachen. Het prachtige omslag van Marieke Nelissen beeldt dit stukje van het verhaal perfect af!

Gevaarlijk water

©2023, Luitingh-Sijthoff, illustratie van Marieke Nelissen uit Gevaarlijk water

Het verhaal gaat verder ook over de nasleep van de ramp: hoe families ondergebracht werden bij gastgezinnen en op zoek gingen naar andere overlevenden. Dat verliep allemaal wel even anders in een tijd zonder internet, waarin je een auto moest lenen van de dokter. Het is heel knap hoeveel informatie Jongbloed op natuurlijke wijze in dit verhaal heeft verwerkt. Daarmee bevat dit boek dus precies wat het belooft: een spannend, ontroerend en zeer indrukwekkend verhaal, waardoor je nooit meer vergeet wat er tijdens de Watersnoodramp in 1953 is gebeurd.

Lestips

Marte Jongbloed staat zelf voor de klas en heeft al een aantal keren de jury voor de Jonge Beckmanprijs begeleid. Zij kan daardoor dus goed inschatten wat kinderen wel en niet aankunnen of boeiend vinden. Dit boek heeft zij geschreven voor kinderen in groep 7/8 en de onderbouw van het VO. Voor jongere kinderen is dit boek inderdaad waarschijnlijk té heftig: de beelden die het verhaal oproept zijn echt heel aangrijpend.

Voorlezen en lessen over de Watersnoodramp

Het is dan ook vooral aan te raden om dit boek in de klas voor te lezen, zodat je er met je klas over kunt praten. Marte Jongbloed geeft zelf aan: Het boek ‘Gevaarlijk water’ kun je binnen 2 à 3 weken tijdens de dagelijkse voorleesmomenten uitlezen. Gezien de omvang (108 blz.) moet dat inderdaad makkelijk kunnen lukken. De 28 hoofdstukken beslaan bovendien ieder slechts enkele pagina’s, waardoor je het verhaal heel eenvoudig kunt opsplitsen.

Je kunt ook gebruikmaken van de tijdsindeling in het verhaal en daar lessen omheen geven. Na het voorlezen van deel 1, over de aanloop naar de ramp, laat je kinderen dan bijv. kijken op de website overstroomik.nl (zie ook de tips in het boek bij Meer weten? Blz. 111/112). Hoe zouden zij zich kunnen voorbereiden op een ramp?

In twee weken kun je het dan de Watersnoodramp uitgebreid behandelen. Het voorlezen van het verhaal vormt dan onderdeel van je lessen (dus dat kun je plannen buiten de gebruikelijke voorleestijd!)

Je hoeft trouwens helemaal niet zelf te bedenken hoe je dit aanpakt, want voor juffen en meesters is er een online lespakket beschikbaar met een geweldige lesbrief, diverse video’s van de auteur en een digitale poster om te gebruiken. Je kunt het lesmateriaal gratis aanvragen: gegevens invullen en je krijgt de lessen direct in je mail.

Kinderen uit je klas kunnen er ook materiaal voor een boekbespreking aanvragen.

Watersnoodmuseum

Op de schutbladen van het boek zie je foto’s van de Watersnoodramp. In de beeldbank van het Watersnoodmuseum in Ouwerkerk (Zeeland) kun je er nog veel meer vinden. Je vindt daar nog véél meer informatie.

Voor dit boek interviewde Marte Jongbloed de directeur van het Watersnoodmuseum: Jaap Schoof. Hij maakte als kind de Watersnoodramp mee.

Jaren ’50

Uit het verhaal krijg je een goed beeld van het leven in de jaren ’50. Kinderen gingen op zaterdagochtend nog naar school, spraken heel anders tegen hun ouders dan nu en het christelijke geloof speelde ook een veel grotere rol.
Grappig is de knipoog die gemaakt wordt naar de toekomst als het gaat om het gebruik van auto’s.

Regelmatig zul je in het verhaal korte zinnetjes tegenkomen, die uitnodigen om over door te praten:

Geloof:

Maarten vindt het (…) of hij bestaat. (blz. 39)

Auto’s:

Maarten geniet van (…) op de weg.’ (blz. 93)

School:

‘Wat ik weet komt niet uit boeken’ (blz. 44)

Communicatie

In de tijd van de Watersnoodramp was er geen internet en de meeste mensen hadden ook geen televisie. In het boek wordt er gecommuniceerd via de radio en via brieven. In het lesmateriaal zit een mooie schrijfopdracht om zelf een brief te schrijven.

Verder stimuleert de moeder van Maarten hem om zijn ervaringen op te schrijven, als een soort dagboek. Later stuurt hij zijn verhaal naar de krant. Dit soort ooggetuigenverslagen zijn natuurlijk heel erg waardevol: zo weten mensen wat er is gebeurd! Op de website van het Watersnoodmuseum kun je meer van dit soort verslagen lezen.

Je kunt hier een mooie schrijfopdracht aan koppelen: laat de kinderen iets vertellen waarvan zij het belangrijk vinden dat het niet vergeten wordt of dat zij zelf graag willen onthouden. Tip van Maarten (blz. 82): beschrijf niet alleen wat er is gebeurd, maar ook hoe je je voelde.


Uitgeverij Luitingh-Sijthoff, 2023

Bekijk bij bol:

Gevaarlijk water


Genre: Historisch verhaal
Onderwerpen: 2023, Communicatie, Gevoelens, Jaren 50, Lesbrief, Natuurrampen, Onder de zeespiegel, Overleven, Ramp, Storm, Tijd van televisie en computers, Tip van Julia, Tip van Lucas, Voorleestopper, Watersnoodramp (1953), Weer, Zee, Zeeland, Zoektocht
Geïllustreerd door Marieke Nelissen

Leave a Reply