Een razend spannend dierenverhaal vol humor
Op een ochtend gaat de vriendelijke egel Jefferson naar de stad om zijn kuif bij te laten knippen. Maar als hij bij de kapper aankomt, ligt die languit op de grond. Dood, met een schaar in zijn borst. De enige getuige, een geit, beschuldigt Jefferson van de moord.
In paniek slaat Jefferson op de vlucht… maar zijn beste vriend Gijsbert overtuigt hem om samen op onderzoek te gaan. Hun doel: de échte dader ontmaskeren…
Hun speurwerk leidt hen naar de mensenstad. En daar doen ze een gruwelijke ontdekking.
Vertaald door Lies Lavrijsen en Els Dumez-Blocken.
Recensie
De Franse schrijver Jean-Claude Mourlevat won in 2021 de Astrid Lindgren Memorial Award en toen in 2022 dit boek van hem in het Nederlands verscheen – met mooi geïllustreerd omslag van Martijn van der Linden – werd meteen duidelijk waarom. Het vertelplezier spat direct van de pagina’s, terwijl Mourlevat je meeneemt naar het land waar dieren rechtop lopen, praten, naar de bibliotheek gaan, verliefd worden, elkaar berichtjes sturen en naar de kapper gaan. En zo dus ook de egel Jefferson, die nietsvermoedend en vrolijk een bezoekje aan de kapper besluit te brengen… en daarmee onbedoeld zijn leven compleet op zijn kop zet.
Zo gaat dat in het leven: het ene moment voel je je licht, blij en zorgeloos, en een oogwenk later kan alles omslaan. Geluk is broos, bedacht Jefferson, en hij probeerde aan iets anders te denken. (blz. 11)
Jefferson vindt de kapper dood op de grond van zijn zaak en precies als hij de schaar – het moordwapen – uit het lichaam van de dode das (Sjongejonge… een das de das omdoen) wil halen, wordt een geit die in de kappersstoel had liggen slapen wakker, en wordt Jefferson beschuldigd van de moord… Dat alles zou behoorlijk spannend en gruwelijk kunnen overkomen, maar de vertelstijl van Mourlevat is zo luchtig en humoristisch, dat je er eerder om moet grinniken dan dat je met afschuw vervuld raakt. Hulde ook voor de vertalers, die de droge humor en de diverse woordgrapjes feilloos hebben weten over te brengen.
Nooit eerder had hij zo’n gruwelijk tafereel moeten aanschouwen en zijn reactie was dan ook vrij spectaculair. Eerst hapte hij naar adem, waarna hij een vreemd geluid uitbracht dat ongeveer klonk als: ‘Rohaaaarrrrggg … rohuurgggghh!’ Wat vrij vertaald zoveel betekende als: ‘Lieve help! Wat een bijzonder eigenaardig schouwspel, zeg!’ (blz. 17)
Wat ook helpt, is dat Jeffersons beste vriend Gijsbert ‘een soort Olympisch kampioen in vrolijkheid’ is: ook dit personage brengt heel veel plezier in het boek. Vol enthousiasme stort hij zich als een ware detective op de zaak. Al snel leidt het spoor naar Stedeburg, de stad van de mensen. Ondergedoken in een groepsreis – opgaan in de kudde! – reizen Gijsbert en Jefferson met een touringcar naar de stad. Nog steeds is het verhaal ontzettend grappig – ‘Tjonge, u lijkt als twee druppels water op die moordenaar! Op zijn kuif na dan, hahaha!‘ – maar eenmaal in de stad, krijgt het verhaal een steeds kritischer ondertoontje.
Mourlevat laat de lezer nadenken over vooroordelen en verschillen in klasse, maar vooral over de manier waarop mensen met dieren omgaan. Het verhaal lijkt zelfs even om te slaan naar een behoorlijk activistisch boek tegen de vleesindustrie. Uitvoerig wordt beschreven hoe het eraan toegaat in slachthuizen, wat schokkender wordt gebracht dan de moord die aan het begin van het verhaal is gepleegd. De vrolijkheid in het verhaal is op dat moment ver te zoeken, maar komt uiteindelijk wel weer terug. Ook wordt het verhaal steeds spannender als inmiddels duidelijk is wie de moord wél gepleegd heeft en Jeffersons leven zelf in gevaar komt.
Het boek eindigt net zo sprankelend als hoe het begon, dus ondanks het wat moralistische intermezzo is dit een heerlijk verrassende detective vol mooie taalvondsten en lekker droge humor.
Lestips
Om dit boek te promoten, kun je eerst de achterkant van het boek voorlezen en dan een fragment waarin de vertelstijl goed overkomt. Omdat kinderen het waarschijnlijk erg spannend vinden om te lezen over een moord, zou ik juist het fragment voorlezen waarin Jefferson meneer Edgar, de kapper vindt.
‘Meneer Edgar? Juffrouw (…) ‘Ik heb niks gedaan.’ (blz. 16 t/m 20)
Bio-industrie
In dit verhaal bestaan er vier klassen: de mensen, de dieren die kunnen praten, de huisdieren en het slachtvee. En vooral over de gruwelijke manier waarop er met die laatste dieren wordt omgegaan, wordt uitgebreid verteld in dit boek (hoofdstuk 11).
Het is goed dat kinderen bewust worden van het feit waar het vlees dat ze eten vandaan komt, maar in dit boek wordt dat wel slechts op één manier belicht. Kinderen die vlees eten, zullen zich hierdoor wellicht wat ongemakkelijk voelen. Het kan een mooie aanleiding zijn om het te hebben over de vleesindustrie. Is het echt verkeerd om vlees te eten? Of kan het ook anders dan in dit boek beschreven wordt? Het is niet eenvoudig om kindvriendelijke filmpjes of boeken te vinden over hoe dieren worden geslacht… maar je zou bijvoorbeeld wel dit Klokhuis filmpje over de kippenhouderij kunnen laten zien, waarin mensen onderzoeken hoe ze de kippen een beter leven kunnen geven.
Een ander Klokhuis filmpje dat je goed kunt gebruiken, is juist een filmpje over vegavlees. Want als je besluit geen vlees te eten, wat is dan het alternatief?
Lannoo, 2022
Bekijk bij bol: Bekijk bij bol:Series: Jefferson | Onderwerpen: 2022, Bio-industrie, Dieren, Maatschappij, Moord, Samenwerken, Serie, Speuren, Tip van Emma, Vleesindustrie, Vriendschap, Zoektocht
Geïllustreerd door Martijn van der Linden