Darsie – ook wel Slimpie Dimpie genoemd – kan alles. Hij kan voetballen en vioolspelen, pannenkoeken bakken, heel hard achteruit rennen en op zijn handen lopen. Hij spreekt zeven talen en kent alle hoofdsteden van de wereld uit zijn hoofd. Maar één ding kan hij niet en dat is vrienden maken. Andere kinderen zijn jaloers op hem of vinden hem stom. Zelfs zijn ouders ergeren zich aan hem. Zij zijn sowieso meer geïnteresseerd in hun werk – keukens verkopen – en televisiekijken dan in hun zoon. Daarom sturen ze hem naar Kinderasiel De Gouden Bergen in Zwitserland. Darsie ziet er eigenlijk wel naar uit: nu hoeft hij niet meer naar die stomme school! Maar dan ontmoet hij Bibi, die hem vertelt dat het helemáál niet zo leuk is in De Gouden Bergen. En vrienden maken blijkt ook moeilijker dan hij dacht…
Recensie
Aanvankelijk lijkt dit een grappig boek te zijn; het doet erg denken aan Matilda van Roald Dahl. Ook hier is de hoofdpersoon een briljant kind, met ouders die niet veel verder kijken dan hun eigen interesses en hun kind vooral lastig vinden. In het eerste hoofdstuk wordt dat ook lekker aangedikt.
Maar al snel wordt duidelijk dat dit helemaal niet zo’n grappig verhaal is. Darsie wordt uitgelachen in de klas, doordat hij andere interesses heeft dan zijn klasgenoten. Hij snapt bovendien echt niet hoe het kan dat zijn klasgenoten zijn interesses niet delen. Zijn bovengemiddelde intelligentie zit hem duidelijk in de weg in het maken van contact.
Als hij vervolgens naar Kinderasiel De Gouden Bergen wordt gestuurd, lijkt dit in eerste instantie ook weer lekker overdreven (en dus grappig): aan het begin van het boek wordt een korte introductie gegeven, waarbij wordt verteld dat alle kinderen op hun rechterzij moeten slapen en dat ze elke zaterdag een positieve brief naar hun ouders moeten sturen. Maar dan blijkt ook dit helemaal niet grappig (bedoeld): er wordt namelijk verwezen naar de vroegere ‘vakantiekolonies’ in Nederland, waar precies dezelfde regels golden!
Er wordt op deze manier een aantal serieuze thema’s op vrij luchtige manier gebracht, al zijn de wisselingen in de mate van humor vrij verwarrend. Het verhaal wordt verder nog regelmatig even onderbroken voor een weetje over iets wat in de tekst wordt genoemd, zoals morse, de Eiffeltoren of de glaskikker, maar dat maakt het boek juist wel interessant voor weetgrage kinderen!
Voor sommige hoogbegaafde kinderen zal dit boek bovendien voor herkenning zorgen: de honger naar kennis, het onbegrip van andere kinderen, de moeite die het kost om vrienden te maken… Maar als leerkracht van hoogbegaafde kinderen moet ik zeggen dat dit wel het clichébeeld van hoogbegaafde kinderen versterkt. Het profiel van Darsie past eerder bij een kind met Asperger, dan bij een hoogbegaafd kind (al is een kind met Asperger vaak ook hoogbegaafd). Zijn sociale onhandigheid en beperkte inlevingsvermogen zijn hier duidelijke kenmerken van.
Eigenlijk is dit boek interessant voor álle kinderen die zich anders of onbegrepen voelen, of ze nou hoogbegaafd zijn of niet. Ook Bibi en Kees zijn rolmodellen voor kinderen die anders zijn (Bibi is geadopteerd, maar niet gewenst en Kees is verschrikkelijk onhandig). Al met al zit er meer diepgang in dit boek dan je in eerste instantie zou denken en de soepele schrijfstijl maakt het boek zeer toegankelijk.
Lestips
Allereerst kun je een fragment uit het eerste hoofdstuk gebruiken voor boekpromotie:
De dag dat (…) vind het prima.’ (blz. 26 t/m 31)
Ik zou daarna dan echter ook nog een ander stukje voorlezen: over de vakantiekolonie (blz. 73) en erbij vertellen dat Darsie ook terecht komt in zo’n kinderpension. Op die manier laat je meteen al weten dat er een serieuze noot in het verhaal zit.
Verder zijn uit dit boek vele fragmenten te halen die ingezet kunnen worden tijdens sociaal-emotionele lessen.
Jezelf presenteren
Darsie moet een spreekbeurt gaan houden op school. Dat gaat volledig mis. Met de klas kun je bespreken wat er precies misgaat. Wie is er ‘schuldig’? De kinderen in de klas, omdat ze Darsie uitlachen? De meester, omdat die niet ingrijpt? Of zelfs Darsie zelf, die geen rekening houdt met zijn publiek?
En hoe werkt dat in het dagelijks leven? Als jij je gek kleedt, is het dan je eigen schuld als kinderen je uitlachen? Of zou iedereen elkaar altijd moeten respecteren? Kun je wel jezelf zijn als je je aanpast aan de verwachtingen van anderen?
Het was zeven (…) die erop zaten. (blz. 35 t/m 41)
Anders zijn
In het volgende fragment wordt heel duidelijk dat het helemaal niet altijd leuk is om altijd overal goed/de beste in te zijn.
Darsie zat in (…) Ha-ha-ha-haaaaaa.’ (blz. 114 t/m 118)
Darsie doet hier best wel ‘raar’ als hij als eerste in een boom is geklommen. Wat vinden de kinderen van zijn reactie? Er wordt namelijk wel uitgelegd waarom hij zo doet. Kunnen de kinderen zich daarin verplaatsen?
Vriendschap / anders zijn
Darsie weet niet hoe hij vrienden moet maken. Daarom haalt hij een boek uit de bibliotheek met tips. Hij probeert deze tips toe te passen, maar faalt volledig. Je kunt bespreken met de klas wat er precies fout gaat (zéker interessant als je een kind in je klas hebt, die dezelfde problemen ervaart als Darsie), maar je kunt dit fragment ook gebruiken als je wilt uitleggen hoe mensen met Asperger of autisme vriendschap benaderen: alsof je regeltjes kunt volgen.
In de bibliotheek (…) niet in Zwitserland. (blz. 123 t/m 125)
Uitgeverij Luitingh-Sijthoff, 2015
Onderwerpen: 2015, Anders zijn, Asperger, Hoogbegaafdheid, Jezelf presenteren, Tip van Tess, Vriendschap
Geïllustreerd door Erin Echo