Wat je soms ziet

door Floortje Schoevaart, Tineke Meirink

Soms zie je iets, zoals een dansende meeuw. Maar dan zie je niet waarom hij dat doet. Terwijl er wel iets is.

In dit boek staan 8 heel normale dingen, die als je iets beter kijkt eigenlijk heel bijzonder zijn. En als je heel goed kijkt, zou je misschien nog wel meer kunnen zien…

Recensie

Eigenlijk is dit een boekje voor beginnende lezers. Lezers in groep 3 of in groep 4. Maar stiekem is dit ook een ontzettend leuk boek voor oudere kinderen! Niet alleen vanwege de verrassende en vaak grappige inhoud, maar ook vanwege de geweldige, humoristische illustraties van Tineke Meirink.

Floortje Schoevaart schrijft bijvoorbeeld over een meeuw die staat te trappelen op de grond – die zie je soms. Maar…. wat je níet ziet, is de worm onder de grond! Door de eenvoudige woordkeuze wordt de tekst eigenlijk heel erg grappig!

Dat concept wordt steeds herhaald: soms zie je een heel hoge kraan in de bouw… maar

wat je níet ziet
is de man
(of de vrouw)
in dat hok van glas
(…)
en stel: hij moet naar de wc?
(of zij moet naar de wc?)
kan dat?

Zo roept dit boek continu verwondering op. Het prikkelt kinderen om je dingen af te vragen, om nieuwsgierig te zijn. En dat prikkelen doet niet alleen de auteur, maar ook de illustratrice. Zij verbeeldt de ‘gekke’ gedachten die je bij een beeld kunt hebben. Neem nu die kraan – een vrij saaie foto. Maar met een olifant en een wc-hokje erbij, gebeurt er ineens iets heel anders!

Het allerleukst is de laatste foto: een TE KOOP-bordje in een grasveld. Want… wat je níet ziet, is…
Nou ja, daar moet je zelf maar achter komen!
Een heerlijk verrassend boekje!

Lestips

Er zijn zo ontzettend veel leuke, creatieve lessen te verzinnen bij dit boek!

* Neem bijvoorbeeld het ‘ding’ op blz. 15. Het is een ‘gek ding’. Je hebt geen idee waar het voor is. Kunnen kinderen op internet ook zo’n ding vinden? En daar vervolgens iets bij verzinnen, waar het voor zou kunnen zijn?

Eventueel kun je ook als leerkracht ‘gekke dingen’ (of dingen van vroeger, die niemand meer kent) verzamelen en kinderen vragen waar het voor zou zijn.

* Wat ook een erg leuke opdracht is, is om kinderen zelf een constructie zoals in het boek te verzinnen – dat is nog wel ietsje moeilijker. Wat zie je soms wél en wat zie je dan juist niet?

Als het lastig is om in de klas iets te bedenken, ga dan met de kinderen de straat op en laat ze verwonder-vragen bedenken bij dingen die ze tegenkomen. Neem de kraan op blz. 8 als inspiratie, of het meetpunt op blz. 38.

* Of laat kinderen een op zichzelf saai beeld (zoals een bouwkraan of een huis in aanbouw) opvrolijken door er kleine, grappige tekeningetjes aan toe te voegen. Dat kan bijv. in een project over bouwen / wonen.

Uitgeverij Loopvis, 2015