De reis met de vliegende leunstoel

door Jacques Vriens

Oma’s jeugdliefde Willem heeft haar uitgenodigd om naar Tanzania te komen ter ere van zijn vijfenzeventigste verjaardag. Ze wil niets liever, maar durft niet te vliegen. Joost en Eefie bedenken een plan om oma te helpen, maar ze moeten voorzichtig te werk gaan. Niemand mag zien waar ze mee bezig zijn. Aan hun grote broer Pepijn hebben ze niet zoveel; hij heeft meer oog voor de mooie Aisha die ook in het hotel logeert. Nina helpt gelukkig graag, maar kan die kleuter haar mond wel houden? Het loopt allemaal niet helemaal zoals ze bedacht hadden… Zou oma’s reis nog doorgaan?

Eefie, Joost, Nina en Pepijn wonen samen met hun ouders en oma in Hotel De Korenwolf. De vier kinderen noemen zichzelf ook wel ‘De bende van De Korenwolf’ en oma is het erelid.

Er zijn al vele delen over de bende van De Korenwolf verschenen.

Recensie

Jacques Vriens schreef jaren geleden al een hele serie over ‘de bende van De Korenwolf’ – een ongelooflijk populaire serie, die nu een beetje in de vergetelheid is geraakt. Dit boek is echter helemaal nieuw en lijkt speciaal geschreven voor het thema van de Kinderboekenweek 2019: ‘Reis mee’. De serie gaat over de broers en zussen Joost, Eefie, Pepijn en Nina, die samen met hun ouders en oma in hotel De Korenwolf wonen. In het nawoord licht Vriens toe hoe het idee voor deze ‘bende’ is ontstaan: hij is zelf opgegroeid in een hotel, waar hij met vrienden toneelstukken opvoerde in een zaaltje met een toneel. Vreemd is wel dat er in het nawoord met geen woord wordt gerept over het feit dat de eerste boeken over de bende van de Korenwolf al bijna 20 jaar geleden geschreven zijn. Het klinkt alsof Vriens deze serie nét heeft bedacht!

©2019, Van Holkema & Warendorf, illustratie van Iris Boter uit De reis met de vliegende leunstoel

Eigenlijk doet het er ook niet toe, want de verhalen over de bende van De Korenwolf zijn behoorlijk tijdloos. Het enige element dat aangeeft dat dit boek van recente datum is, is de verwijzing naar de actuele ‘vliegschaamte’ van veel mensen: het niet willen vliegen vanwege de vervuiling. Pepijn wordt namelijk gevraagd om met zijn oma mee te vliegen naar Tanzania omdat ze niet alleen durft. Hij wil niet, omdat een vlucht naar Tanzania veel te veel kerosine verbruikt. Eefie weet hem echter toch over te halen – met een behoorlijk slap tegenargument overigens – en het probleem lijkt verholpen.

Een fietsongeluk werpt echter roet in het eten: Pepijn breekt zijn been (zie ook de vrolijke tekening van Iris Boter op de cover) en er moet een nieuw plan worden bedacht om oma over haar vliegangst heen te helpen. Zoals de cover ook al laat zien: er wordt een prachtig toneelstuk bedacht, waarin oma in een zelfgemaakt vliegtuig wordt neergezet. Haar fijne leunstoel moet helpen om zich op haar gemak te laten voelen. Maar uiteindelijk verloopt het plan heel anders dan verwacht…

Dit deel over de bende van De Korenwolf is een vrolijk verhaal, dat makkelijk wegleest. Het verhaal is slechts 100 pagina’s lang en wordt opgevrolijkt door vele speelse illustraties van Iris Boter. Kinderen die houden van toneelspelen, zullen waarschijnlijk erg genieten van de creatieve ideeën van deze bende!

Lestips

Vooral voor de groepen 5 en 6 sluit het verhaal goed aan bij de belevingswereld. Voor de hogere groepen biedt het boek niet zoveel uitdaging, maar het kan nog steeds best een ontspannend leesboek zijn. De belangrijkste hoofdpersonen hebben leeftijden die aansluiten bij de kinderen van de hele bovenbouw (Joost is 8 en zit in groep 5, Eefie is 11 en zit in groep 7).

Om het boek te promoten, kun je de achterkant voorlezen en vervolgens een fragment over ‘het plan’:

De toneelzaal is (…) we kunnen gebruiken. (blz. 64 t/m 68)

Toneelspelen / drama

Hoe maak je met allerlei spullen een vliegtuig? Kijk maar eens op de cover hoe creatief de kinderen in hotel De Korenwolf zijn! Als je met de klas een toneelstuk gaat opvoeren, brengt dit verhaal wellicht inspiratie voor een mooi decor! Je kunt de kinderen naar aanleiding van dit verhaal ook goed laten bedenken hoe je met spullen een auto, een bus of een boot kunt uitbeelden.

Hotel

Wat deze serie zo bijzonder maakt, is de locatie: het spreekt ontzettend tot de verbeelding om in een hotel te wonen! Jacques Vriens weet uit eigen ervaring hoe dit is, maar voor de meeste kinderen is dit natuurlijk een soort droom! Wat een bijzondere woonplek en wat een vrijheid. De keerzijde wordt echter ook wel duidelijk: de kinderen moeten altijd rekening houden met de gasten en krijgen weinig aandacht van hun ouders. Hoe zouden de kinderen in je klas het vinden om in een hotel op te groeien?

Vliegschaamte / Milieu

Pepijn wil in eerste instantie niet meevliegen met oma, omdat hij het milieu niet wil vervuilen. Eefie komt met een tegenargument en Pepijn laat zich daardoor overhalen om toch te gaan vliegen. Wat vinden de kinderen hiervan? Snappen ze de ‘vliegschaamte’ van Pepijn überhaupt? Wat vinden ze van het argument van Eefie? En wat zouden zij doen als ze Pepijn waren?

‘Oma wil vliegen (…) ik ga vliegen!’ (blz. 45 t/m 47)

Uitgeverij Van Holkema & Warendorf, 2019