Perla en haar Sintifamilie trekken in woonwagens door Duitsland. Ze leven volgens ongeschreven wetten en oeroude tradities. De mannen in de familie zijn muzikanten, de vrouwen voorspellen de toekomst en verkopen spulletjes langs de deuren. Perla gaat regelmatig mee, maar ze wil ook graag leren lezen en schrijven. Haar vader is er absoluut op tegen, totdat de sfeer in Duitsland steeds grimmiger wordt. Er wordt in de kranten geschreven over Hitler en zijn ideeën, maar niemand kan het lezen. Perla mag toch naar school, maar krijgt daar te maken met meisjes van de Hitlerjugend. Als het leven steeds moeilijker wordt, moeten Perla en haar familie vluchten. Ze komen terecht in Nederland, maar dan breekt de oorlog uit… De familie wordt opgepakt. Alleen Perla’s zusje blijft achter. Hoe loopt het af met Perla en zal ze haar zusje ooit nog terugzien?
Recensie
Als je denkt aan de gruwelen van de Tweede Wereldoorlog, denk je al snel aan de Jodenvervolging. Maar, zo schrijft Inez van Loon in het nawoord: er zijn nogal altijd veel mensen die niet weten dat zigeuners hetzelfde lot ondergingen als de Joden. Al legt de schrijfster ook meteen uit dat het woord ‘zigeuners’ een beladen term is, die verbonden is met een hoop vooroordelen. Sinds 1971 heten ze officieel Sinti en Roma. Dit boek gaat over een Sintifamilie.
Door dit boek krijg je een heel goed beeld van het leven van Sinti, althans, zoals dat was tussen de Eerste en de Tweede Wereldoorlog. Het verhaal gaat over Perla en haar familie en door alles wat Van Loon daar over schrijft, gaat er echt een compleet nieuwe wereld voor je open. Sinti hebben hun eigen taal, wetten en tradities en deze zijn op natuurlijke wijze in het verhaal verweven. Zo lees je hoe Sinti-kinderen worden geboren; dat kinderen al op zeer jonge leeftijd trouwen (meestal met familie!); je leest over hoe Sinti rondtrekken en aan hun geld komen; hoe ze samenleven in een woonwagen en koken op een vuurtje en hoe sterk bepaalde tradities en denkwijzen in hun leven zijn verankerd. Regelmatig komen er woorden in het verhaal terug, die niet in de Nederlandse taal voorkomen, zoals ‘mangen’ (het venten van de vrouwen langs de deuren), ’tata’ (papa) of ‘gadje’ (de gewone burgers; niet-Sinti). Met een cijfertje wordt verwezen naar een woordenlijst achterin het boek. Maar ook ‘gewone’ woorden, zoals ‘wijde rokken’, krijgen soms een cijfertje, omdat er dan meer wordt uitgelegd over de cultuur van de Sinti.
‘Ja, dat was een aardige gadjo… Een uitzondering. Aan de meesten heb ik een hekel,’ haalt hij ineens fel uit. ‘Ze kijken op ons neer. Waarom? We zijn altijd een nomadenvolk geweest. Ze willen ons dwingen om onze vrijheid op te geven en in huizen te gaan wonen. Laat ons leven zoals wij zelf willen.’
[…]
‘Tja…’ Ze weet niet zo goed wat te antwoorden. ‘Tata zegt dat gadje onze manier van leven niet snappen.’
‘Ja, maar waarom moet jij dan zo nodig naar hun school?
Dadelijk ga je nog denken als zij en hun manieren overnemen?’ windt Django zich op.
(blz. 66)
Sinti schermen hun levenswijze enorm af voor ‘gadje’ – het ‘gewone’ volk, waar Sinti ook niet bepaald positief over denken. Het wordt duidelijk uit dit boek hoe onbegrip voor elkaars leefgewoonten kan leiden tot negatief denken en zelfs tot haat. Die haat leidt uiteindelijk tot grote problemen voor Perla en haar familie. Na een vrij neutrale, beschrijvende start van het verhaal, wordt de sfeer in het boek steeds grimmiger. Hitler en zijn denkbeelden gaan een steeds grotere rol spelen in het dagelijks leven en Perla’s familie besluit te vluchten. Ze komen terecht in Nederland, maar daar begint de ellende pas écht. Uiteindelijk leidt een razzia ertoe dat de familie wordt afgevoerd naar Polen…
Het grootste gedeelte van het boek is geschreven in de tegenwoordige tijd, behalve tijdens een soort intermezzo waarin een tijdsprong wordt gemaakt naar 1943. Deze tijdsprong volgt een andere onderbreking in het verhaal op: het verhaal van Marla, die in de ik-vorm vertelt over haar leven in Maastricht in 1957. Marla is al eerder kort aan het woord geweest, helemaal aan het begin van het boek. Het blijft lang onduidelijk wat haar rol in het boek is, maar aan het einde vallen de puzzelstukjes op hun plaats. En hoewel het einde troost biedt, geeft het ook de pijnlijke realiteit weer: veel Sinti hebben de Tweede Wereldoorlog niet overleefd en er is geen plek meer voor hun leefcultuur. Niet alleen vertelt Inez van Loon met dit boek een ‘vergeten’ geschiedenis, het maakt de lezer ook bewust van cultuurverschillen en (eigen) vooroordelen. Dus behalve dat dit boek het beeld van de Tweede Wereldoorlog completer maakt, kan het ook bijdragen aan meer begrip en respect in onze eigen tijd. Een zeer waardevol verhaal.
Lestips
Om het boek te promoten, kun je eenvoudigweg vertellen waar het over gaat. Het is een C-boek, maar het is best geschikt voor groep 8 (zelfs voor gemotiveerde lezers van groep 7). Over de verschrikkingen in het vernietigingskamp wordt slechts heel kort verteld. Kinderen lezen over het algemeen graag over de Tweede Wereldoorlog, omdat ze proberen te begrijpen wat er in die tijd allemaal is gebeurd en waarom. Dit boek is dan een prachtige aanvulling op alle andere boeken die er zijn over WO II. Je kunt de achterkant van het boek voorlezen, maar ook het volgende fragment zal veel indruk maken. Er komt goed uit naar voren hoe diep de haat richting de Sinti was, al voordat de oorlog uitbrak. Perla heeft een meisje, Helga, ontmoet vlakbij de plek waar de woonwagen van de familie staat. Ze zijn gaan spelen, zonder dat hun ouders ervan wisten. Het fragment begint op het moment dat ze teruglopen naar de woonwagen van Perla.
Hoe dichter ze (…) de verte blaffen. (blz. 23 t/m 26)
In het fragment wordt al verwezen naar de nazi’s (een opvallend rode band met een vreemd zwart kruis). Kinderen die al iets weten over WO II zullen dit waarschijnlijk herkennen – je kunt hen er in ieder geval naar vragen. Mochten ze nog niets weten over de Tweede Wereldoorlog en de nazi’s, dan is dit ook juist een mooie aanleiding om een foto van deze rode band te laten zien en erover te vertellen.
Sinti / zigeuners
Inez van Loon heeft heel bewust dit verhaal geschreven over de ‘vergeten holocaust’, maar makkelijk was dit niet. Zij schrijft op haar website: “De Sinti vormen een zeer gesloten gemeenschap, na alles wat er in het verleden is gebeurd staan ze wantrouwend ten opzichte van de buitenwereld. Er bestaat weinig informatie over hen. Een jaar lang heb ik onderzoek gedaan en uiteindelijk ben ik stapje voor stapje meer te weten gekomen over hun cultuur. De gebeurtenissen in Westerbork en Auschwitz zijn gebaseerd op ooggetuigenverslagen van Sinti.”
Dat je door dit boek dus zoveel te weten kunt komen over de cultuur van de Sinti, is heel bijzonder. Het is ook echt heel anders dan wat wij gewend zijn. Natuurlijk moet je het verhaal ook in de juiste tijd plaatsen. Zo kun je op blz. 156 lezen dat Perla niet meer met Django mag omgaan, omdat hij twaalf jaar is geworden en ‘zij ook al een groot meisje is’. Dat klinkt bizar voor ons, maar in een boek als Oorlog in de klas staat precies hetzelfde over jongens en meisjes van ‘het gewone volk’. Wat wél anders is, is dat Sinti-meisjes ook al vanaf 12 jaar huwbaar zijn en wat voor zeer veel verbazing zal zorgen (schok!!), is dat meisjes op hun 13e al moeder kunnen zijn… (blz. 195).
Het boek heeft een eigen Facebookpagina, waar je foto’s en filmpjes kunt bekijken die het verhaal nog meer tot leven brengen.
Vooroordelen / discriminatie
De leefgewoonten van de Sinti zijn dus duidelijk zó anders dan die van ons, dat het logisch is dat dit leidt tot onbegrip. Dat vormt dan ook een prachtig uitgangspunt voor interessante gesprekken over begrip, stereotyperingen, vooroordelen, discriminatie en – daartegenover – respect.
Van Loon zegt zelf: ‘onbekend maakt onbemind’, maar kan het ook zijn dat ‘bekend’ onbemind maakt? En waar komt die afkeur dan vandaan?
Hoe diepgeworteld de cultuur van de Sinti is, wordt ook duidelijk uit dit citaat:
En niemand moest eraan denken om de wagens zomaar achter te laten om in een huis tussen gadje te wonen. Een schrikbeeld. Dan maar naar het verzamelkamp… (blz. 194)
Een interessante uitspraak. Waarom is het zó erg voor de Sinti om tussen ‘gewone burgers’ (gadje) te wonen? Of ligt het aan het wonen in een huis? Hebben de Sinti zelf niet ook vooroordelen? En ook een interessante vraag: Zijn vooroordelen altijd slecht?
Het is overigens wel slim om áls je deze gesprekken over Sinti en vooroordelen aangaat, je (eerst) het hele boek voorleest. Het past heel mooi in een project over de Tweede Wereldoorlog.
Schrijver in de klas
Het is erg interessant om Inez van Loon zelf te horen vertellen over het onderzoek dat ze voor dit boek heeft gedaan. Je kunt haar uitnodigen voor een schoolbezoek via De Schrijverscentrale. Niet alleen is dit een goed idee tijdens een project over de Tweede Wereldoorlog, maar ook in aanloop naar 4&5 mei. Je kunt veel interactie verwachten tijdens een schoolbezoek van deze schrijfster.
Clavis Uitgeverij, 2015
Dit boek is helaas niet meer in de winkel te koop, maar kan nog wel POD (printing on demand) worden besteld.
Bekijk bij bol:
Onderwerpen: 2015, Cultuur, Discriminatie, Holocaust, Joden, Jodenvervolging, Kinderboekenweek 2020, Nomaden, Sinti, Tijd van wereldoorlogen, Tip van Julia, Tip van Lucas, Vooroordelen, WO II, Zigeuners