Voor Jonas en Tobias begint straks de grote vakantie. Brugge, de stad waar zij wonen, staat voor een nieuw toeristisch seizoen. Veel Bruggelingen kijken daar niet echt naar uit. De horden toeristen maken het dagelijkse leven er namelijk niet gemakkelijker op. Maar de winkeliers en handelaren zien er natuurlijk weer reikhalzend naar uit.
Op een nacht verdwijnt een toerist in de Brugse reien. Jonas en Tobias zijn de eersten die de ware aard van de vijand ontdekken, maar de mensen geloven hen niet. Pas als de nood het hoogst is, wordt er naar hen geluisterd. Maar dan is het al te laat…
Recensie
De auteur van dit verhaal is duidelijk zelf een Bruggenaar die zich waarschijnlijk ergert aan het feit dat Brugge elk jaar overspoeld wordt door toeristen. De rol van het toerisme in Brugge speelt namelijk een belangrijke rol in het verhaal. Daarnaast gaat het verhaal natuurlijk over de waterduivel: een monster dat huist in de reien en argeloze mensen het water insleurt en vermoordt.
Het verhaal is in ieder geval best gruwelijk, maar doordat de hoofdpersonen er goed vanaf komen en het vooral de ‘slechteriken’ zijn die door de waterduivel aan hun einde komen, is het voor kinderen wel ‘te doen’. Het is echter een verhaal dat je nog wel een tijdje bijblijft! Geen verhaal voor gevoelige kinderen!
Lestip
Voor Nederlandse kinderen zal het even wennen zijn aan het Vlaamse taalgebruik – dat is echt anders dan het Nederlands! Maar dat maakt het verhaal juist ook wel interessanter. Het zou ook goed zijn om van tevoren foto’s van Brugge te laten zien, zodat de kinderen zich kunnen voorstellen wat de Brugse reien zijn. Op het moment dat je de stad goed voor ogen hebt, kun je je het verhaal veel beter voorstellen en dat maakt het direct nog veel spannender!
Een spannend stukje om kinderen voor te bereiden op de inhoud:
“Wat is er?’ (…) in hun richting. (blz. 64 t/m 72)
Clavis Uitgeverij, 2005
Onderwerpen: 2005, Benelux, Brugge, Monsters, Toerisme, Vlaams
Geïllustreerd door Peter de Cock