Aster woont met haar vader, haar ijdele stiefzusters en haar stiefmoeder in een roze huisje in het bos. Het liefst speelt ze buiten, maar het grootste deel van de tijd moet ze allerlei vervelende klusjes doen. Ze verveelt zich dus suf, dus wanneer ze plots blijkt te kunnen toveren en al haar wensen uitkomen, komt haar wereld op z’n kop te staan.
Wanneer Aster een feeënpeetmoeder, Brian, blijkt te hebben, wordt het pas écht knotsgek! Maar Brian is niet echt betrouwbaar en Aster heeft haar toverkracht nog niet helemaal onder controle…
Toch lukt het haar om eindelijk naar het paleis te gaan, waar ze de prins ontmoet! Maar dat verloopt allemaal toch anders dan verwacht…
Vertaald door Koen Boelens en Helen Zwaan.
Recensie
Een meisje dat alle klusjes in huis moet doen, twee stiefzussen die altijd met hun uiterlijk bezig zijn en een stiefmoeder die het meisje allerlei opdrachten geeft… Waar hebben we dat eerder gehoord? Juist! Assepoester. En toch is het nog best een verrassing dat Aster ook daadwerkelijk zo heet, want dit verhaal is zo’n leuke, vernieuwende en eigentijdse parodie op het originele sprookje, dat het best een totaal nieuw boek had kunnen zijn.
Maar, Aster is dus Assepoester en net als in het originele sprookje wil ze dolgraag het paleis een keer zien én naar het bal van de prins. Ook wordt er in dit boek een pompoen in een koets veranderd; wordt de hond een koetsier en veranderen twee muizen in paarden (wel nog met snorharen, oeps!). En na middernacht wordt de betovering verbroken en is Aster een van haar glazen schoentjes kwijt. Heel veel herkenning dus. En toch ook weer totáál anders!
Want de stiefzussen zijn vooral geïnteresseerd in hun nieuwste elf-foon en Aster is een nogal stoere meid met een eigen mening. Ze is altijd vies, maakt dingen stuk en als straf krijgt ze dus corvee. En als het haar uiteindelijk lukt om op het bal te komen, valt dat vies tegen.
Wie zou in vredesnaam een avond willen doorbrengen met zulke saaie mensen? Snoep afzweren, een beetje stilzitten en dure jurken bespreken… Dat kon ze de rest van de week ook al doen met haar stiefzusters. (blz. 81)
Het liefst gaat Aster lekker naar buiten, samen met haar hond Vonk. Die blijkt op een dag te kunnen praten! Ineens gaan ook al Asters wensen in vervulling! En dan blijkt ze ook nog een peetmoeder te hebben!
‘Ik heb geen peetmoeder.’
‘Heus wel,’ zei het vrouwtje met de flapperende vleugels. ‘Dat ben ik namelijk. Ik ben een beetje laat, dat besef ik, maar je was dan ook erg moeilijk te vinden. Je zit niet op sociale media, hè? Waarom is dat eigenlijk? O, misschien had ik me eerst even moeten voorstellen. Zeg maar Brian.’
Aster keek naar beneden en besefte dat ze de hand van het vrouwtje nog steeds vasthield.
‘Waar ik vandaan kom is Brian meestal een jongensnaam,’ zei ze zo beleefd mogelijk. Toen liet ze Brians hand los.
‘Wie bepaalt dat?’ vroeg Brian. ‘Het is een prima naam. Waarom zou maar de helft van de mensen hem mogen gebruiken?’ (blz. 35/36)
Er zit ongelooflijk veel humor in dit vlotte verhaal verwerkt en de originele twists blijven verrassen! Het maakt het boek ontzettend vermakelijk en het leest echt heerlijk weg! Steeds als je denkt te weten hoe het verhaal verder gaat, komt er weer een onverwachte wending. Ook is het leuk dat er allerlei verwijzingen zijn naar andere sprookjes, maar dan wel op een heerlijk nuchtere toon en met heel veel eigentijdse kenmerken. Ook de vele illustraties van Pippa Curnick passen ontzettend goed bij dit grappige verhaal.
Iets wat echt totaal nieuw is in dit verhaal is de verbinding van het klassieke sprookje aan het Feeënrijk. En hoe verrassend het verhaal ook is… je voelt het al aankomen: Aster heeft een grotere verbinding met de feeën dan ze zelf weet. Het zou een mooi einde zijn van dit eerste boek, maar het verhaal gaat verder en daarmee gaat het net iets te lang door. Er wordt eigenlijk net een nieuw avontuur opgestart, maar om daar verder over te lezen, moet je deel twee gaan lezen. Het gebeurt natuurlijk vaker dat je in een eerste deel nieuwsgierig wordt gemaakt naar een vervolg, maar in dit boek lijkt de timing een beetje verkeerd te zijn.
Er zit dus eigenlijk maar één ding op: zorgen dat je deel twee ook in de buurt hebt (nog heel even geduld: verschijnt augustus 2020!) en dan meteen lekker verder lezen! Het is totaal onvoorspelbaar hoe dit grappige verhaal verder zal gaan en het zal mij benieuwen welke sprookjes er verder in deze serie verweven zullen gaan worden!
Lestips
De glitters en de roze kleur op de cover schreeuwen eigenlijk ‘meidenboek’, maar ook jongens zullen ongetwijfeld erg moeten lachen om de humor in dit verhaal. Zeker iets om te benoemen als je het boek gaat promoten: de glitters en de roze kleur lijken eerder te verwijzen naar het clichébeeld van een sprookje, dan dat het iets zegt over dit boek. Achterop staat niet voor niets: het stoerste sprookje ooit en ook al al valt daar wel over te debatteren, het is absoluut geen zoetsappig verhaal.
Het is dus zeker de moeite waard om dit boek klassikaal te promoten en eigenlijk is het ook een heel leuk boek om voor te lezen, want de timing en de humor van het verhaal komen waarschijnlijk nog beter uit de verf als je het voorleest! Vooral de minder sterke lezers kunnen daardoor nog meer van dit verhaal genieten. Ook is het leuk om met de kinderen de overeenkomsten met de originele sprookjes te bespreken.
Voorlezen kan al vanaf groep 5, maar de humor sluit denk ik nog net iets beter aan bij oudere kinderen. Zelfs voor kinderen in groep 8 is dit nog een heel grappig boek (al zullen zij het in de bibliotheek niet snel vinden, want daar staat het waarschijnlijk bij de A-boeken!)
Om het boek te promoten, kun je prima bij het begin beginnen. Het begint wel heel zoetsappig, maar dat wordt (door Aster) meteen op de eerste pagina de kop ingedrukt en dat zet direct de toon!
Lang geleden, in (…) dit nou weer?’ (blz. 7 t/m 16)
Uitgeverij Billy Bones, 2019
Bekijk bij bol:
Series: Aster en Vonk | Onderwerpen: 2019, Assepoester, Magie, Serie, Sprookjes, Sprookjesfiguren, Tip van Lisa, Toveren, Volksverhalen
Geïllustreerd door Pippa Curnick