Het Pungelhuis

Het PungelhuisBleek ik toch al die jaren een opa te hebben. Eentje. Maar daar kwam ik pas achter op de dag dat hij doodging.

Waarom heeft niemand Ole ooit verteld dat hij nog een opa had? En waarom krijg hij nu alleen maar te horen dat het een vreselijke man was?

Voor Ole komt het verleden tot leven als hij met zijn vader terugkeert naar opa’s huis in de bossen van Brabant, vlak bij de grens met België. Daar woedde in de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw een hevige strijd tussen botersmokkelaars en commiezen. Langzaam maar zeker ontdekt Ole waarom zijn vader nooit over zijn opa wilde praten.

Winnaar Thea Beckmanprijs 2022 én winnaar van de Jonge Beckmanprijs 2022. Je kunt hier het juryrapport van de Jonge jury lezen. Een aanrader!

Recensie

Mijn vader kan fietsen met één been. Hij heeft ook maar één been. Anderhalf, om precies te zijn. Hij kan fietsen met één been en een baby in een draagzak op z’n buik en z’n krukken over het stuur. (blz. 7)

Zo begint dit boek over ‘het Pungelhuis’ en eigenlijk maakt die ene zin meteen de kracht van dit boek duidelijk: dit verhaal draait vooral om de intrigerende personages. Een vader met één been, een zweverige moeder die 100 dagen in retraite gaat in Tibet, een geheimzinnige opa waar niemand iets mee te maken wilde hebben, oom Arie die ‘niet helemaal is zoals een ander’, de Poolse Anastazja die met haar moeder en twee ooms (formaat kleerkast) in een stacaravan woont, de Vlaamse pottenbakster Pola en de Brabantse sigarenrokende Sjef. Het ene personage is nog kleurrijker dan het andere en het is gewoonweg fantastisch om al deze verschillende mensen door dit verhaal te leren kennen.

Het verhaal begint in Utrecht, waar Ole met zijn vader en moeder woont. Voor kinderen die die omgeving kennen, is het een feest der herkenning, want alle straatnamen en locaties die Ole bezoekt, bestaan echt. Het verhaal verplaatst zich echter naar het Brabantse dorpje Orpel, dat niet bestaat, maar wel – mede door de realistische start van het boek – heel echt aanvoelt (en volgens de schrijfster ook echt zou kunnen zijn, want het is een soort tweelingdorp van het bestaande dorp Budel). Ole komt daar terecht omdat zijn vader het huis van zíjn vader heeft geërfd. Een vader waar hij niets meer mee te maken wilde hebben en waar Ole niet eens van wist. En nu is hij dus dood en hebben ze een huis. Omdat het huis zo verwaarloosd is, krijgen ze het niet verkocht en besluiten ze er dan maar te gaan wonen.

De aannemer leunde tegen z’n witte Mercedes en keek naar ons huis. Op het portier van de auto stond AANNEMERIJ NELISSEN. M’n vader had hem gebeld voor wat reparaties en een eenvoudige douche. De aannemer had nog wel een gaatje, hoewel hij het ‘retedruk had, vanzelf’. ‘Kolere,’ zei Nol. Hij schudde met z’n hoofd, haalde een pakje shag uit z’n broekzak en begon een sjekkie te rollen. Ondertussen bleef hij naar het huis kijken en met z’n hoofd schudden. ‘Kolere.’ Hij likte aan het vloeitje en plakte de boel dicht. Met z’n gelige vingers plukte hij de restjes shag van het sjekkie en deed ze terug in het shagpakje. Daarna vouwde hij het pakje op en stopte het weer in z’n zak. Het ging retelangzaam, voor iemand die het retedruk had. (blz. 47)

De soepele, nuchtere vertelstijl van Annet Huizing is de tweede reden dat dit boek werkelijk heerlijk wegleest. De zinnen vloeien perfect in elkaar over, de vlotte dialogen zijn fantastisch en de overpeinzingen van Ole voegen enorm veel droge humor aan het verhaal toe. Ole is bovendien een geweldige jongen. Hij is positief, onbevooroordeeld en lekker zichzelf. Als buitenbeentje in Brabant wordt hij op de middelbare school gekoppeld aan de Poolse Anastazja Jaworski.

‘Anna hoe?’ vroeg de leraar. Hij keek op een lijst. ‘A-na-staz-ja Ja-wor-ski,’ zei ze, dit keer wat langzamer. ‘O ja, de Poolse. Nou, we zullen je maar Anna noemen, hè, we doen hier nooit zo ingewikkeld. Ga maar naast eh…’ Hij keek weer op z’n lijst. ‘Ga maar naast Ole zitten. Die is ook van buiten.’ (blz. 66)

De twee raken bevriend en beginnen samen de geschiedenis van Oles familie uit te pluizen. Dat leidt tot grimmige ontdekkingen en Ole begint steeds beter te begrijpen waarom hij niets over zijn opa wist. Ole komt steeds meer te weten over de botersmokkel en de grote rol die zijn opa én zijn huis – het Pungelhuis – daarin hebben gespeeld…

Niet alleen is dat verhaal behoorlijk spannend en geheimzinnig, het is ook nog eens ontzettend interessant! Het is immers een waargebeurde en behoorlijk heftige geschiedenis, die botersmokkel tussen België en Nederland. Dit intrigerende verhaal over bijzondere mensen, grote familiegeheimen en smokkelbendes is niet alleen een fantastisch, hartverwarmend kinderboek, maar zal ook volwassenen boeien tot de laatste letter. Een boek om in één ruk uit te lezen!

Lestips

Om het boek te promoten, kun je het volgende fragment voorlezen:

Bleek ik toch (…) in de deuropening. (blz. 10 t/m 14)

Vervolgens kun je nog vertellen dat Ole met zijn ouders verhuist naar dat huis in Brabant. Daar komt Ole erachter dat het huis in de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw een belangrijke rol heeft gespeeld in de heftige botersmokkel tussen België en Nederland. En langzaam ontdekt Ole dan ook waarom zijn vader nooit over zijn opa wilde praten…

Bij het boek zijn uitgebreide lessuggesties geschreven. De zeer diverse opdrachten zijn bedoeld voor leerlingen van groep 7 van het PO tot en met klas 2 van het VO.

Verder is er een boektrailer bij het boek gemaakt, omdat het boek op de shortlist van de Thea Beckmanprijs stond.

Het filmpje is gemaakt door Femke Hemelaar, student van de Willem de Kooning Academie. Het is zeer geschikt om het boek te promoten, want de humor die in het boek zit, komt goed uit het filmpje naar voren. Bovendien wordt meteen duidelijk wat dat dingetje op de vensterbank op het omslag eigenlijk is!

Smokkelen

In het nawoord licht Annet Huizing precies toe welke elementen uit het verhaal echt zijn gebeurd en welke ze heeft bedacht. Zo bestaat het Orpelse Dorpsmuseum niet (want Orpel bestaat ook niet), maar het Smokkelmuseum in Budel bestaat wel. Het is erg leuk om de website van dit Smokkelmuseum Cranendonck te bekijken. Daar vind je o.a. foto’s uit de tijd van de botersmokkel.

Verder geeft Huizing als tip om de website www.delpher.nl te bezoeken, ‘waarop je in oude kranten kunt schatgraven’. Ze geeft precies aan welke krantenartikelen Ole heeft gelezen (want die zijn dus echt!).

Nederland Leest Junior

Het Pungelhuis Nederland Leest JuniorIn 2023 is Het Pungelhuis themaboek van Nederland Leest Junior! Dat betekent dat het boek met een (heel mooi!) nieuw omslag, in paperback voor een kleine prijs te koop zal zijn. Het idee is dat je op deze manier het boek kunt lezen met de hele klas.

Bij het boek verschijnt, met steun van Stichting Lezen, een uitgebreide lesbrief met suggesties voor groep 7&8 en VMBO 1&2. Het boekenpakket is voor scholen vanaf 19 april te bestellen via onderwijs.cpnb.nl.


Uitgeverij Lemniscaat, 2020

Bekijk bij bol:

Het Pungelhuis bol


Genre: Historisch verhaal
Onderwerpen: 2020, Anders zijn, België, Benelux, Botersmokkel, Familie, Geheim, Grootouders, Jaren 50, Jaren 60, KBW 2023, Noord-Brabant, Smokkelen, Tijd van televisie en computers, Tip van Julia, Tip van Lucas, Tip van Mila, Verhuizen, Voorleestopper, Vriendschap
Geïllustreerd door Eveline Verburg

Leave a Reply