1664, Amsterdam. Uit angst dat Catrijns huidaandoening wordt aangezien voor de builenpest, zitten Jacob en zijn kleine zusje samen op zolder verscholen. Hun moeder ligt ziek op bed.
Wanneer deze situatie wordt verraden door de gemene buurvrouw, wordt Jacobs moeder meegenomen door de dokter. Jacob wordt naar het weeshuis gebracht en Catrijn blijft – goed verstopt – alleen in het huis achter. Jacob moet alles op alles zetten om zijn zusje uit handen van de pestdokters te houden… maar daarvoor moet hij wel eerst uit het weeshuis ontsnappen!
Recensie
Dit verhaal sleurt je mee naar de tijd van de VOC; naar het jaar 1664. Gek genoeg staat dat nergens in het boek, maar wel in de boektrailer, die je – handig! – kunt vinden via de QR-code achterop het boek. Het was een tijd dat de pest rondwaarde in Nederland! Bij de pest denk je al snel aan de middeleeuwen, maar deze ziekte was er veel langer en het verhaal speelt zich dan ook af in het 17e eeuwse Amsterdam, waar Jacob en zijn kleine zusje samen met hun moeder wonen, wachtend op hun vader die als chirurgijn op zee is.
Het verhaal begint meteen heftig, want het zal de wat meer ervaren lezer meteen duidelijk zijn dat de moeder van Jacob en Cat is overleden aan de pest. Mooi is dat dat nergens expliciet wordt gezegd, maar je kunt het wel opmaken uit de tekst. Jonge kinderen zullen misschien dezelfde verwarring voelen als Jacob en Cat: wat is er met hun moeder aan de hand? Zij denken nog steeds dat ze ‘gewoon’ heel erg ziek is… maar als je leest dat er ‘zo’n vreemde lucht uit de kamer kwam’ en dat ze vervolgens wordt meegenomen in een kist… dan weet je het wel.
Jacob wordt door de dokter naar het weeshuis gebracht. Daar is het ook niet erg veilig, want tussen de regels door lees je over het misbruik dat daar plaatsvindt. Ook nu wordt dat nergens expliciet genoemd, waardoor jonge kinderen alleen de letterlijke uitleg zullen oppikken, maar oudere kinderen (of leerkrachten) die wél snappen welke dreiging Jacob boven het hoofd hangt, zullen het boek hierdoor alleen maar nog spannender en indrukwekkender vinden.
‘Pas maar op, nieuwe!’ zegt iemand in het bed naast Jacob. En de jongen begint zacht te zingen: ‘Meester Hannes Jo van Haeghe is o zo dol op jongetjes plagen.’
Andere jongens vallen giechelend in: ‘Ze mogen bij hem geen broeken dragen.’
Jacob snapt het niet.
‘En worden PATS! zo op de billen geslagen.
Foei, foei toch, meester Van Haeghe!’ (blz. 56)
Jacob heeft echter nog grotere zorgen, want hij hoort dat zijn zusje is gevonden en naar het pesthuis is gebracht. Jacob doet er alles aan om uit het weeshuis te ontsnappen. Wat dan volgt is een superspannend avontuur, waarbij Jacob samen met een paar ‘straatschoffies’ zijn zusje probeert te bevrijden.
Het boek is niet te dik (opvallend tussen alle dikke geschiedenispillen) en heeft een ontroerend, wensvervullend einde, waardoor het verhaal niet té heftig wordt voor de basisschoolleeftijd. De korte hoofdstukken en kleine illustraties van Sophie Pluim maken het boek nog eens extra toegankelijk. Korte, omkaderende stukken tekst, waarin je een ander perspectief leest dan dat van Jacob, maken het verhaal nog eens extra interessant. Telkens word je als lezer uitgedaagd om te bedenken wie er op dat moment aan het woord is.
Het verhaal laat je op een boeiende manier kennismaken met het leven in de 17e eeuw en is misschien in deze tijd wel extra herkenbaar door de continue dreiging van een gevaarlijke ziekte. Maar het avontuur overheerst en daarmee doet het verhaal denken aan de klassieke avonturenverhalen, waarin kinderen zichzelf moeten zien te redden op straat en waarin volwassenen slechts een bijrol spelen. Een zeer mooie aanvulling voor de schoolbibliotheek!
Lestips
Zoals gezegd, heeft dit boek een boektrailer! En die kun je heel goed gebruiken om het boek te promoten in de klas:
Aansluitend kun je natuurlijk ook nog een stukje voorlezen uit het boek:
‘Ik zie je wel (…) tot hij hees is. (blz. 12 t/m 16)
In dit fragment zul je een schuingedrukt woord tegenkomen: bier. Je kunt je leerlingen meteen vertellen dat achterin het boek een woordenlijst staat, waarin bepaalde begrippen worden uitgelegd. Iedereen zal heus wel weten wat bier betekent, maar in de woordenlijst wordt toegelicht dat kinderen in de 17e eeuw licht bier dronken, waar weinig alcohol in zat. Zo laat je kinderen dus meteen zien dat ze ook nog veel van dit boek zullen leren!
Boekpromotie door een kind
Een andere manier om het boek te promoten, is om kinderen te laten luisteren naar de Waanzinnige podcast! In aflevering 2.2. vertelt Arie uit groep 7 over dit boek. De podcast is speciaal voor kinderen gemaakt, met leuke geluidseffecten en zeer heldere uitleg over het boek. Opvallend is hoe goed Arie over het boek kan vertellen (alleen spreekt hij Cat wel op z’n Engels uit [Ket], terwijl Cat eigenlijk van Catrijn komt… nou ja… detail zullen we maar denken). Dat een kind het boek zelf aanraadt, is misschien nog wel een mooiere boekpromotie dan als jij erover vertelt!
Lesbrief
Wat helemaal mooi is: er is een geweldige lesbrief bij het boek gemaakt! Er zijn ook opdrachten die je kunt maken zonder het boek gelezen te hebben. Handig voor in de klas en gelijk een mooie manier van boekpromotie!
In de lesbrief vind je bijvoorbeeld suggesties voor kringgesprekken over het leven in de 17e eeuw, over de pest (en de link met corona) en de omgang met kinderen in die tijd. Maar er wordt ook ingezoomd op de mooie omslagillustratie en kunst uit de 17e eeuw. Kinderen worden uitgedaagd om zich in te leven in de hoofdpersonen en je leert meer over Amsterdam in de Gouden Eeuw. Erg interessant allemaal en ontzettend goed te gebruiken voor kant-en-klare lessen!
Uitgeverij Billy Bones, 2020
Bekijk bij bol:Onderwerpen: 2020, Amsterdam, Familie, Gouden Eeuw, Kunst, Lesbrief, Noord-Holland, Pest, Samenwerken, Tijd van regenten en vorsten, Tip van Emma, Tip van Lucas, Tip van Sem, Voorleestopper, Vriendschap, Weeskinderen, Ziek zijn
Geïllustreerd door Sophie Pluim
lijkt mij een leuk boek heb de trailer gezien dus nu nog lezen!