Ravi vindt zichzelf geweldig. In India was hij de beste leerling van zijn school en het lievelingetje van zijn leraren. Maar daar denken ze in Amerika heel anders over…
Joe moet het dit schooljaar alleen zien te redden, want zijn vrienden zijn verhuisd. Hij is al niet bepaald populair, en het helpt ook niet dat zijn moeder in de schoolkantine werkt…
Ravi en Joe lijken in niks op elkaar – denken ze. Maar ze hebben al snel een gezamenlijke vijand én een missie: een eigen plek veroveren.
Vertaald door Lydia Meeder & Barbara Zuurbier.
Recensie
Ravi Suryanarayanan – probeer dat maar eens uit te spreken – is van Bangalore (India) naar New Jersey verhuisd. Hij ziet enorm uit naar zijn eerste schooldag, want hij vindt zichzelf geweldig en is ervan overtuigd dat hij een verpletterende indruk op zijn nieuwe klasgenootjes gaat maken. Dat gebeurt inderdaad… maar niet op de manier waarop hij had gehoopt. De leerkracht spreekt zijn naam niet goed uit (het is rah-VIE, geen RAH-vie) en tot overmaat van ramp verstaat niemand hem, waardoor hij bijlessen Engels moet gaan volgen bij de intern begeleider.
Het is fantastisch hoe snel het cultuurverschil tussen Indiërs en Amerikanen in dit boek duidelijk wordt. Het is heel boeiend om de klas door Ravi’s ogen én die van zijn familie te kunnen zien. Doordat onze cultuur vergelijkbaar is met die in Amerika, voel je als lezer direct aan waarom Ravi binnen no time slachtoffer van pestkop Dillon wordt. Ravi denkt echter dat Dillon vrienden met hem wil worden, maar schat dat dus volkomen verkeerd in. Het wordt hem snel pijnlijk duidelijk dat dingen in Amerika heel anders gaan dan in India.
Wat dit verhaal extra interessant maakt, is dat Ravi zelf echter ook helemaal niet zo’n lieverdje is. Dat blijkt wel als Joe zijn intrede doet in het verhaal. Joe gaat al langere tijd naar de intern begeleider, vanwege auditieve verwerkingsproblemen – waardoor hij moeite heeft met school. Hij is daarnaast behoorlijk dik. Een ‘makkelijk’ slachtoffer voor Dillon dus, maar ook Ravi scheldt hem uit als Dinosaurus en heeft weinig positiefs over hem te zeggen.
Terwijl Dillon en ik naar het kantoortje lopen, lijk alleen ik aan het woord te zijn. Ik heb hem ook zoveel te vertellen.
‘Het is toch niet te geloven dat juf Beam denkt dat ik extra hulp nodig heb?’ Ik lach. ‘Absurd! Je hebt mijn Vedische wiskundetrucs gezien. Ziet ze me soms aan voor een Ramaswami?’
‘Een wat?’ vraagt Dillon.
‘Ramaswami, een jongen die in India bij me op school zat. Hij kon niet lezen. Denkt ze soms dat ik net als hij ben? Of als Dinosaurus? Het enige wat hij gisteren in de bijles deed was over snoep kletsen en in sporttijdschriften bladeren. Ha!’ (blz. 82/83)
Hoe onaardig Ravi eigenlijk is, wordt nog eens extra duidelijk doordat je dit verhaal leest vanuit twee perspectieven: zowel Joe als Ravi vertellen over dezelfde situatie. Dat geeft de lezer een heel mooi inzicht in hoe verschillend mensen kunnen denken. Die verschillen in perspectief worden versterkt door de boeiende opzet van het boek: afwisselend komen Ravi en Joe aan het woord. Leuk is ook dat het boek geschreven is door twee schrijfsters – een Amerikaanse en een Indiase! Hierdoor komen beide culturen en perspectieven extra goed uit de verf. Het allermooiste is echter dat het Ravi ook lukt om de wereld vanuit twee perspectieven te bekijken: die van slachtoffer én pestkop.
Alles is veranderd. Ik ben niet meer degene die ik altijd was. Ik ben nu Currysmurrie. (…) Op Vidya Mandir was ik net als Dillon Samreen – een populaire jongen bij wie iedereen graag wilde zitten in de kantine. Nu zit ik op een wc-pot in het jongenstoilet, me verstoppend voor een pestkop. Ik denk aan hoe ik Ramaswami altijd pestte met zijn dikke buik, hoe ik lachte als meester Das hem met de neemtak sloeg. Plotseling dringt het tot me door: ik ben de Ramaswami van Albert Einstein. Currysmurrie, een sukkel en het mikpunt van spot. Het lijkt erop dat ik een koekje van eigen deeg krijg. (blz. 95)
Het is een waardevolle les die een interessante twist geeft aan het verhaal, want vanaf dat moment hebben Joe en Ravi een gezamenlijke vijand en… samen sta je sterk! Dit boek heeft daardoor twee boeiende kanten: niet alleen geeft het je een goed inzicht in cultuurverschillen, maar ook in pestgedrag en hoe je daarmee kunt omgaan. Het verhaal leest door de korte hoofdstukken en vlotte schrijfstijl lekker weg. Moeilijke woorden worden niet uit de weg gegaan, maar typisch Indiase en Amerikaanse begrippen worden achterin het boek in woordenlijsten uitgelegd (inclusief Indiase uitspraak). Als bonus vind je ook nog twee recepten voor lekkere koekjes (ook weer Indiaas en Amerikaans!). Een heel fijn en waardevol leesboek voor de bovenbouw!
Lestips
Door hoofdstukken 11 en 12 voor te lezen, laat je meteen zien hoe het boek in elkaar zit: eerst komt Ravi aan het woord; vervolgens Joe. Beide vertellen over dezelfde gebeurtenis. Je krijgt niet alleen een goed beeld van hun manier van denken, maar ook van het cultuurverschil. Het is een grappig fragment, maar tegelijkertijd ook vrij pijnlijk om te beseffen hoeveel misverstanden er kunnen ontstaan doordat mensen verschillend denken. Het is daardoor ook een heel interessant fragment om over na te praten met de klas!
‘RAH-vie?’ vraagt juf Beam. (…) me wel oké. (blz. 44 t/m 48)
Pesten
Kinderen lezen over het algemeen graag boeken waarin pesten een rol speelt. Het geeft hen natuurlijk de mogelijkheid om op een heel veilige manier na te denken over hun eigen gedrag en te peilen: Waar sta ik? Welke rol heb ik en kan ik iets aan pesten doen? Het mooie aan dit boek is dat pesten op allerlei manieren wordt belicht!
Zelfs de rol van de leerkracht komt in het boek naar voren, want de Indiase gymleraar werkte duidelijk het pesten in de hand, terwijl Ravi juist weer verbaasd is over het milde optreden van zijn Amerikaanse juf in de klas. Het bespreken van al deze rollen en perspectieven sluit heel mooi aan bij het doel van de Week tegen pesten: jezelf bewust worden van je eigen invloed op pestgedrag.
In het boek komen verschillende tips voor om met pesten om te gaan. Eentje komt van meester Barnes:
‘Het wemelt van de Dillon Samreens op deze wereld, Joe,’ zegt meester Barnes terwijl hij een kauwgompje uitpakt en in zijn mond stopt. ‘Je moet een truc verzinnen om je tegen ze te wapenen.’ (blz. 29)
Op blz. 87/88 past Joe deze truc toe en hij werkt nog ook!
Begrijpend lezen
In het boek staan behoorlijk wat moeilijke woorden of uitdrukkingen die kinderen misschien niet kennen. Daarom is het geen gek idee om hoofdstukken uit dit boek te gebruiken voor een close-readingaanpak. Je gaat daarbij stapsgewijs allerlei aspecten uit de tekst bespreken. Hoofdstuk 23 is bijvoorbeeld heel interessant, omdat je het heel goed op meerdere niveaus kunt bespreken:
- Bespreek eerst de betekenis van de tekst: Wat gebeurt hier? Wie zijn de hoofdpersonen en welke verhouding hebben zij tot elkaar? Waarom rent Ravi aan het einde van het stuk tekst weg? Waarom moet Dillon lachen?
- Daarna kun je er specifieke moeilijke woorden uitlichten; Indiase woorden kun je achterin de woordenlijst laten opzoeken. Weten de kinderen wat Bollywood is? Of hoe curry ruikt? Hoe komt het eigenlijk dat curry zo sterk ruikt? Je kunt kinderen misschien zelfs curry laten maken!
- Vervolgens kun je het hebben over de opbouw van dit boek: wat is het voordeel om dit stuk tekst in de ik-vorm te schrijven? Waarom zouden andere stukken tekst uit ander perspectief zijn geschreven? Zou dit boek ook op een andere manier kunnen zijn geschreven en zou het dan net zo interessant zijn geweest?
- Tenslotte ga je het meer over de gebeurtenissen hebben: Waarom doet Dillon Ravi na? Wat lees je dus eigenlijk tussen de regels door? Hoe zou jij het vinden als iemand zo zou doen? Kun jij antwoord geven op Ravi’s vraag: ‘Waarom doet hij zo gemeen?’
Om op deze manier het hele boek uit te pluizen, gaat misschien wat ver, maar als je het boek in zijn geheel voorleest, kun je hier natuurlijk best wel wat tijd in steken! Plan in dat geval niet slechts een kwartiertje voorleestijd per dag in, maar reserveer ook regelmatig tijd voor een verwerking van het verhaal – ofwel inhoudelijk (cultuur, pesten), ofwel op tekstniveau (moeilijke woorden, opbouw verhaal).
Lemniscaat, 2019
Bekijk bij bol:
Onderwerpen: 2019, Anders zijn, Culturen, Multicultureel, Pesten, School, Tip van Julia, Voorleestopper, Vriendschap