Overal water

door Ineke Mahieu

De twaalfjarige Nout woont in een klein huisje in een Zeeuws dorp achter de zeedijk. Als zijn ouders een paar dagen weggaan, blijft hij samen met zijn broer Leen thuis. Al snel komt Nout in moeilijkheden. Leen neemt hem mee op smokkeltocht, waarbij ze worden betrapt. En later wordt Nout ook nog beschuldigd van diefstal. Maar dan breken tijdens een storm de dijken door en zijn Nouts problemen plotseling niet belangrijk meer. Het water komt steeds hoger en er breken onzekere uren aan. Nout en Leen weten ternauwernood aan het water te ontsnappen, maar zullen ze hun ouders ooit nog terugzien?

Recensie

Dit boek gaat over de watersnoodramp van 1953 en is heel waarheidsgetrouw verteld. Dit wordt in het nawoord ook bevestigd: de schrijfster heeft veel onderzoek gedaan en “al zijn de gebeurtenissen in dit boek allemaal verzonnen: ze hadden echt gebeurd kunnen zijn” (blz. 176).

Het eerste deel van het verhaal gaat eigenlijk nog helemaal niet over de watersnoodramp, maar geeft wel een goed beeld van het leven van een arme jongen in de jaren ‘50. Het zorgt ervoor dat je je beter kunt verplaatsen in het leven van de hoofdpersoon en de tijd waarin de ramp plaatsvond. De watersnoodramp zelf wordt zonder overdreven drama verteld, maar is desondanks zeer indrukwekkend en behoorlijk heftig. Het kost weinig moeite om je voor te stellen hoe het voor de mensen moet zijn geweest.

Lestips

Ik zou aanraden dit boek klassikaal voor te lezen, want het is dusdanig aangrijpend dat er begeleiding bij het lezen nodig is. Natuurlijk kun je ervoor kiezen om een fragment voor te lezen en kinderen aanraden om het zelf te lezen, maar wees ervan bewust dat het een heftig verhaal is, waarin de dood niet uit de weg wordt gegaan.

Het verhaal van de watersnoodramp begint eigenlijk pas op blz. 75. Als je niet de tijd hebt om het hele boek voor te lezen, kan het ook volstaan om een mondelinge samenvatting te geven over de eerste 75 bladzijden, waarmee je zelf de tijdgeest schetst en de hoofdpersonen voorstelt. Je begint dan met voorlezen op bladzijde 75 met de zin

Nout schrok wakker van een enorme knal.

Vanaf daar wordt de spanning goed opgebouwd.

Zoals hierboven al gezegd, kun je er ook voor kiezen om een fragment voor te lezen, bijvoorbeeld als inleiding van een les over de watersnoodramp. Op die manier kun je ook de heftige stukken uit het verhaal juist vermijden: deze lees je niet voor, maar je vertelt zelf wat de gevolgen van de ramp zijn geweest.

Hij rende terug (…) water eigenlijk stijgen? (blz. 83 t/m 90)

Uitgeverij Van Holkema & Warendorf, 2014