Project Prep

door Niki Smit

De dertienjarige Isabel snapt niets van kleren. Het is voor haar een groot raadsel hoe ze goed gekleed naar de brugklas moet. Gelukkig is haar beste vriendin Kate wel een modegenie. ‘Ze zouden een appje van Kate moeten maken’, denkt Isabel. Ze voegt daad bij woord en leert zichzelf coden. Daarmee ontwikkelt ze haar eigen mode-app: Project Prep.

Als haar app in de App Store wordt aangeboden, lijkt de weg naar succes geopend. Maar ondernemen en technologie blijken niet altijd even makkelijk. Gelukkig krijgt Isabel op een forum hulp van ‘Flying Burrito’ uit New York. Dreigt ze verliefd te worden op een enge griezel? En wat moet ze eigenlijk met een vriendje aan de andere kant van de oceaan?!

Project Prep is een boek van Niki Smit, naar een idee van technologie-ondernemer Janneke Niessen.

Recensie

Wat een inspirerend en eigentijds meidenboek! Niki Smit is vooral bekend door haar 100%-reeks en ook dit boek lijkt daar in eerste instantie volledig bij te passen: het gaat over mode, kleding, school en vriendschap. Grappig is dat de Style Tiger (Coco uit 100% Coco – winnaar Nederlandse Kinderjury 2014) ook een rol speelt in dit verhaal. Maar dan komt de verrassing: dit is vooral een verhaal over het ontwikkelen van een app. En daar komt meer bij kijken dan je denkt! Het is ongelofelijk interessant om te lezen hoe Isabel en haar vrienden een echte onderneming opzetten en het is heel erg inspirerend om hier zelf ook over na te denken.

Dat dit ook de insteek van het boek is, is te lezen in het voorwoord van Neelie Kroes. Zij maakt zich hard om programmeren en ondernemerschap op te nemen in het Nederlandse onderwijsprogramma. Zij roept meiden op om hun ideeën op Instagram te posten met de hashtag #projectprepidea. Er is ook een website gemaakt bij het boek (www.preptheproject.com), waarop o.a. bekende Nederlanders vertellen welke rol technologie in hun leven speelt. Ook vind je er links naar websites waar je kunt leren coden.

Het boek is behoorlijk omvangrijk (299 blz.), maar het blijft boeiend om te lezen hoe Isabel en haar vrienden keihard werken om hun app een succes te maken. Het verhaal is heel goed geschreven, in eigentijds taalgebruik. We lezen mee in het dagboek van Isabel, dat af en toe wordt onderbroken door what’s appjes of een brief. Het feit dat het ontwikkelen van de app Isabels leven volledig bepaalt (waardoor ze hockey en vriendschappen even op een laag pitje zet), is heel realistisch. Er gaat immers ongelofelijk veel energie en tijd zitten in het opstarten (en onderhouden!) van een app (of website).

Alles bij elkaar maakt dit een geweldig boek. Niet alleen voor meiden, maar ook voor hun ouders en leerkrachten! Voor hen is het (wellicht) ook een eyeopener dat jonge mensen al heel grootse dingen kunnen opzetten en dat we hen maar beter serieus kunnen nemen!

Lestips

Programmeren in de klas

De allerbeste tip die uit dit boek komt is “de Hour of Code”, waar iedere school aan mee zou kunnen en moeten doen!

Isabel schrijft hierover:

#thehourofcode is trending op Twitter Even opgezocht wat het precies is. De Hour of Code is een wereldwijde beweging die tientallen miljoenen leerlingen over de hele wereld bereikt. Het doel is om iedereen te leren coden. Dit doen ze door online opdrachten aan te bieden die je in een uur kunt maken. Ook in Nederland kun je meedoen met de Hour of Code. (…) Waarom doet onze school hier niet aan mee?? (blz. 220)

Inderdaad! Waarom niet?! Doen!! Op de site van Hour of Code staat Leeftijd 40-104, maar dat is waarschijnlijk een typfout: het moet volgens mij 4 – 104 zijn. Er staan (Nederlandstalige) opdrachten op die al geschikt zijn voor leerlingen vanaf 6 jaar en erg aanspreken: Minecraft en StarWars. Er is ook een Nederlandse site: CodeUur.nl. Op 14 oktober 2016 zal er een recordpoging gaan plaatsvinden om met 10.000 kinderen tegelijk te gaan programmeren. Klik hier voor meer informatie!

Stel dat je hier inderdaad aan mee gaat doen, dan is het natuurlijk wel heel leuk om een fragment uit dit boek voor te lezen of in ieder geval naar dit boek te verwijzen.

In het volgende fragment werkt Isabel haar plan voor de app uit en zet ze haar eerste stappen op het gebied van coden en programmeren. Een mooie introductie voor een programmeerles!

Ik vraag me (…) vierkant had geprogrammeerd. (blz. 27 t/m 34)

Technologie is de toekomst

Een ander interessant fragment, voor met name leerkrachten, is een stukje waarbij Isabel wordt uitgenodigd door BNR voor een interview. Dit interview is tijdens schooltijd en de conrector doet moeilijk. Confronterend voor leerkrachten die coden en programmeren nog niet erg serieus nemen…

Na gym stormde (…) naar mijn les. (blz. 172 t/m 177)

Boekpromotie

Een goed fragment om dit boek te promoten – los van een les, is het volgende. Hierin komen alle onderwerpen uit het boek naar voren: de app die Isabel heeft gemaakt, de onzekerheid of alles wel goed gaat en of er wel iemand op zo’n app zit te wachten en de interesse voor jongens en mode van de meiden.

Echt ie-der-een had (…) Ik hartje Aisha. (blz. 52 t/m 60)

Vriendschap & verliefdheid

Tenslotte is dit dus een echt meidenboek en gaat het ook voor een groot gedeelte over vriendschap, verliefdheid en (voor het eerst) zoenen. Voor meiden uit groep 8 zal dit zeker interessant zijn, want het sluit goed aan bij hun belevingswereld en het bereidt ze voor op de brugklas. Zo zullen veel meiden zich afvragen of ze hun vriendinnen niet kwijt zullen raken als ze naar de middelbare school gaan en ook de vraag hoe en met wie je voor het eerst ‘moet’ zoenen is ook iets waar meisjes van een jaar of elf/twaalf echt wel mee bezig zijn.

Een uitspraak van Isabel die je ook klassikaal in groep 8 kunt bespreken, is deze:

Weet je waar ik het bangst voor ben? Dat Kate sneller vriendinnen maakt dan ik. Omdat ze er leuker uitziet. En dat die nieuwe vriendinnen van haar ij er dan niet bij willen hebben. Dan ben ik mijn beste vriendin kwijt. (blz. 17)

Vraag vervolgens aan de klas wat ze hiervan vinden en of ze zelf ook bang zijn om vrienden kwijt te raken. Dit kan ook zeker een angst voor jongens zijn!

Uitgeverij De Fontein Jeugd, 2015