Sophie overleefde als baby een schipbreuk. Inmiddels is ze veertien jaar en woont ze bij Charles, die haar uit het water redde. Sophie is ervan overtuigd dat haar moeder – die ook op het schip was – nog leeft, ook al zegt Charles dat dat bijna onmogelijk is. Maar ‘bijna onmogelijk’ betekent ‘nog mogelijk’, vindt Sophie.
Met de enige aanwijzing die ze hebben, vluchten Charles en Sophie naar Parijs, waar Sophie op zoek gaat naar haar moeder. Daar krijgt ze hulp van Matteo en de andere ‘luchtdansers’: kinderen die in geheime plekken boven de stad wonen. Intussen maakt de politie jacht op de weggelopen Sophie. Kan ze haar moeder vinden voordat ze wordt opgepakt? Of, nog belangrijker, voordat ze de hoop opgeeft?
Vertaald door Jenny de Jonge.
Recensie
Hoewel er al eerder enkele boeken van Katherine Rundell in het Nederlands vertaald zijn, is dit een van haar eerste boeken. Het boek verscheen in Engeland al in 2013 en is vervolgens bekroond met meerdere boekprijzen. Net als in haar latere boeken ((Feo en de wolven en De ontdekkingsreiziger) is het literaire taalgebruik humoristisch, maar niet gemakkelijk – vol ongebruikelijke woorden en bijzondere vergelijkingen.
Stel je voor dat de nacht een stem had. Of dat de maan zou spreken, of denk aan inkt met stembanden. Geef al die dingen een smal aristocratisch gezicht met warrige wenkbrauwen en lange armen en benen, dan krijg je wat de baby zag toen ze uit haar cellokist in veiligheid werd getild. Hij heette Charles Maxim en toen hij haar in zijn grote handen hield – op armslengte, alsof het een lekkende bloempot was – besloot hij haar te houden. (blz. 7/8)
Rundell schrijft levendig en heel beeldend. Je ziet de film al voor je! Maar, of het ook een kinderfilm is…? De hoofdpersonen zijn behoorlijk eigenaardig (de Engelse term quircky is echt de beste omschrijving) en de vergelijkingen zijn fantastisch, maar soms ook wat merkwaardig (Zijn zingen klonk als vliegen / Haar in de kleur van de bliksem / Parijs was zo mooi als een Fabergé-ei. Als een vliegend tapijt.) en dat maakt het boek voor de meeste kinderen niet heel toegankelijk.
Het verhaal neemt je mee terug in de tijd, naar een tijd met rijtuigen, stoomtreinen met nachtspiegels in de coupés en kaarsen naast het bed. Ook de (bijna onvoorstelbaar!) ouderwetse ideeën over mannen en vrouwen – vrouwen horen geen broeken te dragen, hebben beperkte muzikale talenten en mannen kunnen niet voor kinderen zorgen – vallen op en blijken zelfs essentieel in dit verhaal. Charles, die Sophie als baby uit Het Kanaal heeft gevist, mag van de Raad voor de Kinderbescherming niet meer voor haar zorgen ‘omdat een jonge vrouw niet opgevoed hoort te worden door een man alleen’. Ze besluiten te vluchten, met als bestemming: Parijs – de stad waar Sophie haar moeder hoopt te vinden.
Vanaf het moment dat Charles en Sophie in Parijs aankomen, wordt het verhaal steeds intrigerender en interessanter. Je gaat als lezer vanzelf mee in de zoektocht naar Sophies moeder. Hoewel Charles meerdere keren heeft gezegd dat het vrijwel onmogelijk is dat Sophies moeder de schipbreuk heeft overleeft, heeft Sophie heldere herinneringen aan haar moeder en is ze ervan overtuigd dat ze er nog moet zijn. En als echte wetenschapper zegt Charles daarover:
‘Er bestaan duizenden dingen die we nooit hebben geloofd, maar die toch waar zijn gebleken,’ zei Charles. ‘Men moet altijd ook de kleinste kans op een mogelijkheid onderzoeken.’ (blz. 76)
Dus gaat Charles in Parijs verder op zoek. Sophie kan niet met hem mee, want de kans dat ze wordt opgepakt door de politie is te groot. En zo belandt ze op het dak van het hotel en daarmee lijkt bijna een nieuw verhaal te beginnen: een verhaal dat je in vliegende vaart meeneemt over de daken van Parijs, waar Sophie samen met ‘luchtdanser’ Matteo op grote hoogte over steegjes en straatjes springt. Het lijkt wel op een spannende freerun, waarbij opvalt hoeveel aandacht Rundell besteedt aan hoe je kunt overleven in deze stadse wildernis. Kinderen die zichzelf moeten zien te redden in hun eentje, zonder luxe of bescherming… het blijkt een terugkerend thema te zijn in Rundells boeken!
Sommige passages in het verhaal zijn wel wat onwaarschijnlijk, maar tegelijkertijd is het ook de boodschap van de schrijfster om daarin te durven geloven. Eigenlijk is het boek daarmee een soort oproep om te geloven in de magie van het gewone leven, en dat levert een zeer bijzonder leesavontuur op!
‘Het is moeilijk om in buitengewone dingen te geloven. Jij hebt dat talent wel, Sophie. Zorg dat je het niet kwijtraakt. (blz. 189)
Lestips
Alle boeken van Katherine Rundell zijn qua schrijfstijl behoorlijk pittig, maar bij dit boek heb ik de meeste vraagtekens of het boek geschikt is voor kinderen op de basisschool. Zeker het begin van het boek zal kinderen wellicht laten afhaken; er gebeurt nog niet zoveel en het is niet gemakkelijk om je te verplaatsen in de onalledaagse hoofdpersonen.
Het avontuur op de daken van Parijs zal kinderen echter zeker wél aanspreken, al had ik zelf af en toe wel wat vraagtekens bij de waarschijnlijkheid van sommige fragmenten (Hoe komt Sophie bijv. op tijd weer terug in haar hotelkamer? En hoe waarschijnlijk is het dat ze duiven kan voeren terwijl ze aan het koorddansen is?).
Het is in ieder geval zeker geen boek voor alle kinderen uit je klas; daarvoor is het echt wel iets te ingewikkeld. Maar voor kinderen die wel wat meer aankunnen op leesgebied, is dit wel een heel avontuurlijk en intrigerend boek!
Om het te promoten, kun je direct beginnen met lezen in het eerste hoofdstuk:
Op de morgen (…) heleboel water overleefd. (blz. 7/8)
Hiermee heb je de hoofdpersonen geïntroduceerd en hebben de kinderen direct een beeld van het literaire taalgebruik. Lees vervolgens de achterkant van het boek voor en daarna nog een spannend fragment over het rennen over de daken:
Begin het fragment met de zin: Matteo ging ervandoor. Lees dan verder:
Deze keer sprong hij (…) Ik heb gelogen.’ (blz. 116 t/m 119)
Tijd van burgers en stoommachines
Het is ook mooi om dit boek onder de aandacht te brengen in de context van de tijd waarin het verhaal zich afspeelt. Er worden namelijk behoorlijk veel uitspraken in het boek gedaan waarvan je wenkbrauwen omhoog zullen schieten!
Lees bijv. dit fragment (over overhemden en broeken) voor en vraag aan de kinderen in welke tijd dit verhaal zich zou kunnen afspelen:
Charles was niet goed (…) voor onopgevoede vrouwen. (blz. 21/22)
Hebben de kinderen nog meer hints nodig? Lees dan ook het volgende fragment voor (over het station, stoom en kruiers):
Toen Sophie haar kist (…) ik je weer.’ (blz. 51)
En ten slotte vond ik zelf dit fragment werkelijk bizar: dat vrouwen geen beroepsmusici mochten worden, omdat ze dat niet zouden kunnen! (en zéker geen cello!)
‘In Frankrijk zijn er godzijdank (…) vrouw zijn beperkt. (blz. 68)
Bovenstaande fragmenten geven dan ook een mooie aanleiding om het te hebben over vrouwenemancipatie en de ongelijkheid tussen vrouwen en mannen eind 19e/ begin 20e eeuw.
Frans
Nog wel een opvallend dingetje trouwens in het boek: er staat een flink aantal Franse woorden in, die niet worden vertaald. Zo probeert iemand de achternaam te achterhalen van ene Vivienne:
‘Een kleur, volgens mij. Misschien rood. Ik weet het niet. Misschien vert. Oui, ik denk vert. (blz. 67)
Voor mij leest dit heel gemakkelijk, maar een kind dat niet weet wat Oui betekent (dat je het woord kent, wil ook nog niet zeggen dat je weet hoe je het schrijft!), heeft natuurlijk geen idee wat hier staat. Net zoals dat er een link is tussen het woord vert en een kleur. Ook best lastig als je niet weet wat vert betekent!
Vrijheid
Een heel belangrijk thema in dit boek is ‘vrijheid’: vrijheid van meningsuiting, vrijheid van opvoeding (de manier van opvoeden van Charles is niet bepaald ‘normaal’), vrijheid in de manier van leven (van de luchtdansers). Maar.. is het wel echt vrijheid? Of is er sprake van een bepaalde vorm van onvermogen om het anders te doen? Sophie wordt immers gezocht door de politie, de luchtdansers hebben moeite om te overleven en moeten vechten voor hun eigen plek. Interessant om eens met je leerlingen over te praten: wat is vrijheid voor jou?
Uitgeverij Luitingh-Sijthoff, 2020
Bekijk bij bol:Onderwerpen: 2020, Eenoudergezin, Emancipatie, Engeland, Frankrijk, Frans, Gelijkheid, Hoop, Kinderboekenweek 2020, Opvoeding, Overleven, Parijs, Tijd van burgers en stoommachines, Tip van Mila, Vertrouwen, VK & Ierland, Vluchtelingen & vrijheid, Vluchten, Vrijheid, Zoektocht
De achterkant van het boek meldt dat het boek is bekroond met twee prijzen en genomineerd voor twee andere. Ook in Nederland maakte het voor de kinderjury deel uit van de shortlist. Dus vraag ik mij na lezing af waar al die goede recensies, nominaties en prijzen op zijn gebaseerd. Ik kan die vraag niet beantwoorden. Het is in mijn ogen een hotseflotsverhaal.
Goed, ik ben niet de doelgroep van het lezerspubliek dus ik zal leerlingen om hun mening vragen. Of zij het wel samenhangend, spannend of interessant vonden. Ik vond het bordkartonnen personages met vaak onbegrijpelijke dialogen. Of zou het mede aan de vertaling hebben gelegen?
Vertalen is een vak. Een vak dat bij dit kinderboek kennelijk als sluitpost op de begroting stond. Ik begon mij al lezend steeds meer te ergeren aan de Anglicismen, slordige vertalingen, merkwaardige woorden en dan die rare vergelijkingen. Uitgeverij Luitingh-Sijthoff kan beter, hoop ik.
leerkracht groep 7/8 die elke week een nieuw boek bij zijn leerlingen introduceert