Thijs Goverde wilde een bos. Een voedselbos. En daar leerde hij héél veel van! Bijvoorbeeld dat boterbloemen stiekeme superschurken zijn en dat je van een distel nóóit kunt winnen. Nee, dan liever de paardenbloem. Die zorgt er helemaal in zijn eentje voor dat het in de grond een beetje gezellig blijft voor regenwormen en collega-planten.
Door de grappige verhalen in dit boek leer jij ook hoe spannend en boeiend de wereld van de planten is. Want wist je dat appelbomen eigenlijk allemaal een soort klonen zijn? En weet jij de overeenkomst tussen grassen en croissantjes?
Recensie
Zoek je een fantastisch voorleesboek over planten? Neem dit boek. Wát een genot om voor te lezen! Thijs Goverde is een rasechte verteller en wat hij vertelt over de planten in zijn eigen voedselbos is niet alleen razend interessant, maar vooral ontzettend vermakelijk.
‘Ik wil een bos,’ zei ik tegen mijn ouders.
‘Als jij naar een bos wilt,’ zeiden mijn ouders, ‘dan ga je toch lekker naar een bos? Kun je best zelf. Je bent veertig.’ (blz. 7)
Het gebeurt niet snel dat je na het lezen van de eerste twee zinnen van een boek al keihard in de lach schiet, maar Goverde heeft ontzettend veel droge humor en verrast continu. Hij vertelt in het eerste hoofdstuk hoe hij op zijn veertigste een drassig landje kocht en hoe lastig het is om dat te veranderen in een (voedsel)bos. (Op de meeste plekken komt het bos nog altijd niet hoger dan mijn knieën. Lekker bos dan.) In dit boek lees je wat hij allemaal leerde over planten – gemene rotplanten, maar ook lieve, vriendelijke en behulpzame planten – en daar vertelt hij zo smeuïg over dat je uit dit boek wilt blíjven citeren.
Zo lees je over superschurk ‘de boterbloem’ (Mwoehahaha) en vergelijkt hij de brandnetel met de ‘beesten’ in sprookjes: soms gaat er onder het meest afschuwelijke uiterlijk een droomplant schuil. Hij vertelt over duizendblad (goed tegen naaktslakken!), smeerwortel als wc-papier (survival-tip!) en wilgentakken die wilgentenen gaan heten als je ze afsnijdt.
Weet je waarom? Nee? Ik ook niet. Wat ik wel weet, is dat je van wilgentenen ge-wel-di-ge hutten kunt bouwen. (blz. 65)
Soms wordt het een beetje ingewikkeld, vooral als het gaat over soorten, rassen, enten en klonen. Ook het hoofdstuk over stikstof is niet altijd even gemakkelijk, maar wel ontzettend interessant. Bovendien schrijft Goverde zoals hij praat, waardoor taaie onderwerpen toch heel grappig en luchtig worden gebracht.
Wilgenhout is grotendeels gemaakt van koolstof, net als alle andere soorten hout. Die koolstof is de C uit het beruchte gas CO2 – je weet wel, van de klimaatverandering. Hoe meer CO2 er in de lucht is, hoe harder het klimaat naar de gallemiezen gaat. (blz. 71)
Ook de humoristische en kleurrijke tekeningen van Saskia Heijmans – van speerwerpend duizendblad tot jaloerse kastanjes – maken dit handzame boek heel aantrekkelijk. Alleen de lettertjes zijn voor een kinderboek een beetje klein, maar dat went gelukkig heel erg snel.
Het boek gaat echt niet alleen over plantengroei, maar het leert je ook veel over landbouw en de herkomst van je eten (denk aan het verband tussen grassen en croissantjes). En zelfs het register is nog grappig. Je kunt er alle planten in terugvinden die Thijs Goverde in dit boek bespreekt, met hun belangrijkste eigenschappen er nog even bij genoemd: Boterbloem – giftig woekerende rotzak / Riet – ‘eetbaar’, ja. Zal wel. Wat een héérlijk boek.
Lestips
Waarschijnlijk komt dit boek het beste tot zijn recht als je het voorleest, omdat je dan precies de juiste intonatie in de tekst kunt leggen – waar kinderen dat wellicht door hun beperktere leeservaring nog niet kunnen. Het is fantastisch om zo de frustraties én het enthousiasme van Thijs Goverde over te brengen.
Als je het hebt over planten, landbouw of het voedselbos is dit een ontzettend leuk boek om in zijn geheel voor te lezen. Maar je kunt er natuurlijk ook voor kiezen om er fragmenten uit te pikken. Dat kun je doen als boekpromotie, maar ook om het boek te koppelen aan andere onderwerpen.
Zo is hoofdstuk 21 erg leuk (en interessant) om voor te lezen als je het hebt over hooikoorts. En – verrassend – hoofdstuk 17 gaat over de Romeinen in ons land! (En over planten… nog steeds).
Wil je zien hoe het voedselbos van Thijs Goverde eruitziet? Kijk dan eens op deze website.
Je kunt zijn voedselbos – De Dassenhof – ook in het echt bezoeken! In 2023 gaat het terrein waarschijnlijk open als zelfpluktuin voor fruit en bloemen, een of twee dagen/middagen per week. Leuk als je met je klas in de buurt van Nijmegen bent!
Ploegsma, 2022
Bekijk bij bol:Onderwerpen: 2022, Bloemen, Humor, Landbouw, Natuur, Planten, Tip van Finn, Tip van Lucas, Tuinieren, Voedselbos, Voorleestopper
Geïllustreerd door Saskia Heijmans