Hallo, ik ben de regenworm en vandaag houd ik mijn spreekbeurt over de anaconda.
Anaconda’s wonen in het regenwoud van Zuid-Amerika. Ze zijn familie van de boa constrictor. Ze zijn groenachtig bruin met donkere vlekken op hun vel. Ze hebben geen vijanden want ze kunnen iedereen aan. Echt kicken vind ik dat. Wij wormen hebben zoveel vijanden, maar anaconda’s zijn te sterk voor iedereen. Hun naam betekent olifantendoder. Nou, dan weet je het wel.
De dieren in dit boek houden spreekbeurten over andere dieren. En reken maar dat die spreekbeurten een stuk interessanter, leuker en grappiger zijn dan wanneer ze door mensen worden gehouden.
Winnaar Woutertje Pieterse Prijs 2023.
Recensie
Bibi Dumon Tak moet toch echt vreselijk hebben zitten gniffelen toen ze dit boek schreef. Het boek is meteen al zeer creatief en humoristisch geschreven, maar vanaf het moment dat de vos zijn spreekbeurt houdt over ganzen wordt het echt hilarisch. Terwijl de vos vrolijk over de lekkerste stukjes van de gans vertelt, wordt hij onderbroken.
‘Hallo, mag ik nu al wat vragen?’
‘Nee, gans, want ik ben nog niet klaar.’ (H.9)
Het is een van de vele onderbrekingen en hoe verder je komt in dit boek, hoe grappiger dat wordt. Niet alleen valt dan op hoeveel verschillende en zeer originele dieren Dumon Tak dan opvoert (van baars tot aardslak), maar veel dieren krijgen ook echt hun eigen persoonlijkheid. Zo reageert de vos steeds zeer enthousiast als het over moord en doodslag gaat (‘Ik vind dit echt een gave spreekbeurt‘) en roept de kerkuil steevast de groep tot de orde (‘Dieren, dieren, even centraal’).
Het boek staat echt vol met spreekbeurtclichés, waardoor het voor leerkrachten ontzettend grappig is! Kinderen zullen er vast ook wel een en ander in herkennen, maar met name mensen die al heel veel spreekbeurten hebben gehoord, zullen hier de grap van inzien. Vooral de eindeloze opsomming van verschillende soorten kolibries werkt op de lachspieren. Terwijl het boek vol met spreektaal staat (Hahaha! Wojooo. Dus dat.), is het ook heel rijk aan taal en uitdrukkingen. Het is niet altijd even makkelijk, want vaak weet je pas wie wat heeft gezegd, als een ander dier erop reageert. Dat is dus goed opletten, maar het zorgt ook iedere keer weer voor een element van verrassing.
‘Jullie wormen kunnen toch niet kop aan staart liggen?’
‘Hoezo niet?’
‘Nou, een slang heeft een kop en een staart, maar regenwormen hebben toch geen voorkant of achterkant?’
‘Waarmee denk je dat ik praat, kameel?’
‘Ehhh…’
‘Wij wormen hebben een kop, een mond en dus ook een kont.’
‘Hihihihihihi.’
‘Wie lacht daar?’
‘De relmuis. Hihi, je zei namelijk kont.’ (H. 10)
En passant leer je bovendien behoorlijk veel over dieren! Niet alleen door de spreekbeurten, maar ook doordat de dieren stiekem erg veel over zichzelf vertellen… Bibi Dumon Tak heeft ontzettend originele invalshoeken gekozen. Zo vergelijkt de vroedmeesterpad zichzelf met een koala (hoe kóm je erop?!), is er ook een nachtelijke spreekbeurt (en waarom niet? – alsof dagdieren voorrang hebben op nachtdieren) en heeft de kerkuil weliswaar overwogen om voor de Jezus Christushagedis, het lieveheersbeestje of de kruisspin te gaan, maar uiteindelijk toch – heel rebels – voor de Tasmaanse duivel gekozen (Ga door, kerkuil. Supergaaf.).
Naar het einde toe lijkt de schrijfster steeds meer op dreef te komen en reageren de dieren steeds feller op elkaar. Het is dan ook aan te raden om het boek van begin tot eind te lezen; dan komt de humor het beste tot zijn recht. Er is geen inhoudsopgave en er zijn ook geen bladzijdenummers, maar er is wel een register, waarin je kunt opzoeken in welke hoofdstukken bepaalde dieren voorkomen. Dat register is trouwens samengesteld door de regenworm en de vroedmeesterpad en laat zien dat er écht veel verschillende dieren in dit boek staan.
Net als bij de dichtbundel Laat een boodschap achter in het zand heeft Bibi Dumon Tak in dit boek samengewerkt met Annemarie van Haeringen. Zij maakte bij elk hoofdstuk meerdere illustraties in verschillende tekenstijlen. Erg grappig is dat de meeste dieren een spiekbriefje in hun poten hebben. De tekst op de achterkant klopt in ieder geval zeker: zulke boeiende spreekbeurten zul je nog niet vaak hebben gelezen of gehoord!
Lestips
Je kunt dit boek prima van begin tot eind (of om in de stemming te blijven: van kop tot staart) voorlezen. Érg grappig en heel leerzaam! Er is waarschijnlijk bewust voor gekozen om geen inhoudsopgave in het boek op te nemen, zodat je elke keer weer verrast wordt door wat er komt. Ontzettend leuk om te gebruiken in een project over dieren, want er komen er dus nogal wat voorbij.
Spreekbeurt
Maar het is natuurlijk óók een ontzettend leuk boek om uit voor te lezen als je leerlingen spreekbeurten moeten gaan houden! Dan zou ik ervoor kiezen om de spreekbeurt van de regenworm voor te lezen: de titel-spreekbeurt dus, over de anaconda. Dat is hoofdstuk 10.
Lees eerst het hele hoofdstuk voor: niet alleen de spreekbeurt, maar ook de vragen. Hierdoor krijgen de kinderen namelijk een heel goed beeld van het boek! Zelf zou ik ervoor kiezen om vervolgens eerst na te praten over de reacties van de dieren, en daarna eens te vragen: wat vonden jullie eigenlijk van de spreekbeurt? Wat zouden de tips en tops voor de worm zijn, en waarom? Waar moet je op letten als je zelf een spreekbeurt gaat houden etc. etc… en je hebt je bruggetje naar een les over spreekbeurten.
Omdat dit boek genomineerd was voor de Woutertje Pieterse Prijs 2023, zijn er lessuggesties bij geschreven. In de lesbrief is veel aandacht voor spreekbeurttips, van de dieren zelf! Ontzettend leuk. Ook krijg je handvatten om hier een les over te geven. De lesbrief is bedoeld voor groep 5 en 6. Je kunt hem hier downloaden.
Vanzelfsprekend kun je daarna best nog een paar spreekbeurten voorlezen, als voorbeeld van hoe het wel of niet (vooral níet, haha) moet. Hoofdstuk 11 is bijv. geschikt om te laten horen dat je niet teveel moet opsommen en hoofdstuk 12 kun je gebruiken om het te hebben over feiten: waar haal je je informatie vandaan en hoe zorg je dat deze klopt?
Verder is het interessant om spreekbeurt nr. 7 voor te lezen: dat dier is namelijk zó vreselijk verlegen, dat hij helemaal niet uit zijn woorden komt. Hoe ga je om met verlegenheid? Wat kun je doen als je het net als de heremietkreeft heel eng vindt om een spreekbeurt te geven?
Em. Querido’s Uitgeverij, 2022
Bekijk bij bol:Onderwerpen: 2022, Dieren, Insecten, Jezelf presenteren, Schoolleven, Spreekbeurt, Tip van Lucas, Vogels, Voorleestopper, Woutertje Pieterse Prijs
Geïllustreerd door Annemarie van Haeringen