Barend wordt gevraagd om te komen werken voor het veilighuis van meester Rieter. Als hij hoort wat hij moet doen, kan hij het bijna niet geloven. Hij wordt tijdreiziger! Zijn taak: terugreizen in de tijd om verloren kunstwerken te redden. Maar is dat tijdreizen wel zo ongevaarlijk als meester Rieter zegt?
Recensie
Wat zit dit verhaal ongelooflijk goed in elkaar! Het is een boek met een hoop geheimzinnigheid!
Barend leeft in de jaren ‘50. Hij woont bij een hospita, nadat de tante is overleden waarvan hij altijd heeft gedacht dat zij zijn moeder was. Zijn moeder bleek echter vlak na zijn geboorte verdwenen en wie zijn vader is, weet hij niet. Barend heeft een grote interesse voor kunst en kan bijzonder goed tekenen. Dat wordt opgemerkt, waardoor hij mag gaan werken voor een veilinghuis. Eerst moet hij wel heel bizarre opdrachten uitvoeren… en dan blijkt waarom: hij wordt tijdreiziger. Zijn taak: terugreizen in de tijd om verloren kunstwerken te redden.
Hij stak zijn handen uit naar de opening. Hoe dichterbij hij kwam, hoe groter de weerstand werd, zoals wanneer je twee magneten met dezelfde polen tegen elkaar aan probeert te drukken. De lucht werd vloeibaar en daarna als gelatine. En juist toen de lucht in de cirkelvormige opening hard als glas leek, plooide hij naar buiten als een enorme zeepbel die door een onzichtbare ring naar buiten stulpte, langs zijn armen naar hem toe kwam en hem inkapselde. (blz. 128)
Het tijdreizen maakt het verhaal zeer intrigerend! Dirk Weber beschrijft het allemaal zo gedetailleerd dat het heel levensecht overkomt. Het is vooral heel mooi hoe Barend over alles nadenkt; hoe bewust hij is van de verbinding tussen het verleden en het heden. Door zijn filosofische gedachten word je als lezer enorm geprikkeld om ook na te denken over tijd en ruimte; het verhaal zuigt je helemaal op. Barend heeft door zijn bijzondere opmerkzaamheid bovendien al snel door dat er dingen niet kloppen en dat maakt dit verhaal razend interessant. Is de meester wel te vertrouwen?
De kunstenaars die in het boek genoemd worden, maken het verhaal ook heel boeiend. Ze bestaan trouwens niet, maar zijn deels gebaseerd op schilders die echt geleefd hebben – vooral Isaac Israëls pik je er zo uit! Indirect benadrukt het verhaal dat schilderijen ook een soort tijdreizigers zijn: ze laten ons zien hoe het leven vroeger was. Door Barends tijdreizen krijg je tevens een mooi beeld van hoe de mensen in de 18e en 19e eeuw leefden. Dat het verhaal begint in de jaren vijftig geeft het boek ook een nostalgische sfeer. En boeiend detail: er wordt zelfs kort verwezen naar de watersnoodramp van 1953.
Dit fascinerende verhaal van 367 pagina’s kun je in de bibliotheek vinden bij de C-boeken (13+). Voor veel kinderen op de basisschool zal dit boek inderdaad pittig zijn, met de vele tijdsprongen. Toch is het ook weer niet té ingewikkeld, al is het wel heel raadselachtig allemaal. Door de vele korte hoofdstukken en de niet al te volle bladspiegel leest het bovendien lekker vlot weg. De historische setting en de grote aandacht voor kunst maken het vooral heel boeiend voor kinderen met een grote algemene interesse. Dit boek kun je dan ook zonder twijfel al aanraden aan hoogbegaafden in de bovenbouw van de basisschool en aan kinderen in groep 8 die wel houden van een uitdagend, intrigerend boek!
Lestips
De achterkant van het boek ‘verklapt’ al dat Barend tijdreiziger wordt – dat is dus geen verrassing. Het verklaart ook de illustratie op de voorkant van het boek. Met die voorkant kun je je boekpromotie ook beginnen: welk gevoel geeft dit boek? Waar doet het je aan denken? Wat zouden chrononauten kunnen zijn? (tijdreizigers natuurlijk!)
Daar kun je je boekpromotie dus goed mee beginnen! Vervolgens kun je vertellen dat het verhaal zich in de jaren vijftig afspeelt (vandaar de wat ouderwetse look and feel) en de tekst op de achterkant voorlezen.
Vervolgens kun je de kinderen nieuwsgierig maken door te vertellen dat die meester Rieter misschien niet helemaal te vertrouwen is. Het begint al met hoe Barend daar komt te werken… Hij weet op dat moment nog niet wat zijn baan gaat inhouden en dat hij gaat tijdreizen, maar hij moet allerlei vreemde opdrachten uitvoeren. Lees een fragment voor over de eerste opdracht. De geheimzinnigheid wordt heel mooi opgebouwd, waardoor kinderen vast wel benieuwd zijn naar hoe het verder gaat!
Maandag meldde Barend (…) wees op de envelop. ‘Succes!’ (blz. 35 t/m 39)
Filosoferen over tijd
Dit boek leent zich uitstekend om na te denken over ruimte en tijd! De veiligmeester legt Barend uit hoe het tijdreizen werkt:
‘Ik denk dat tijd als een rivier is en dat wij met het water meebewegen, als een vlot op de rivier. (…) Ik denk dat ons gat op zolder een soort afsteekpaadje is, dat je van jouw vlot op de kant kan springen en dan zó op zo’n vlot dat eerder vertrokken is.’ De meester glimlachte. ‘Duidelijk?’ (blz. 66)
Haha, probeer het maar eens voor je te zien! Barend heeft er ook moeite mee, maar daardoor krijg je als lezer mooi de kans om het goed te overpeinzen.
Maar het is ook mooi hoe dit boek je bewustmaakt van het verloop van de tijd. Het benadrukt hoe snel dingen kunnen veranderen (in 30 jaar tijd is het aantal mensen in zijn woonplaats verdubbeld!) en hoe de tijd zich verhoudt tot jezelf.
Straks, als hij terug was, waren alle mensen die hier nu leefden verdwenen en vergeten. Hoeveel levens was honderdachtendertig jaar? Hij stelde zich voor dat ze allemaal hand in hand stonden als een poppetjesslinger. Hij aan het einde van de ketting, zijn moeder naast hem en haar moeder naast haar. Hoeveel mensen waren er dan nodig om in 1813 te komen? (blz. 139)
Daarnaast relativeert het verhaal enorm: het laat zien dat we onderdeel zijn van een veel groter geheel in de tijd: sommige (verschrikkelijke) dingen lijken lang te duren, maar door het tijdreizen wordt duidelijk dat het slechts een fractie is van het leven in zijn algemeen:
Door de reis zag hij hoe alles veranderde en niet bleef zoals het was. Dat mensen verdwenen en vergeten werden en dat levens zó voorbij waren. Dat alle mensen verbonden waren en dat ze allemaal voorbijgangers waren en dat huizen, zelfs kastelen, als trams waren: je stapte in, woonde er en stapte uit. (blz. 149)
18e en 19e eeuw
Barend brengt in dit verhaal flink wat tijd door in het verleden. Er is in de periode tot aan zijn eigen tijd enorm veel veranderd en gebeurd! Hoe zou het zijn om in een andere tijd te leven? Zou jij bijvoorbeeld in 1793 willen blijven als je de kans had (er even van uitgaande dat je – net als de tijdreizigers – geen familie had om naar terug te gaan)? (zie ook blz. 297) Zou je je daar thuis kunnen voelen? Wat zorgt ervoor dat je je ergens thuis voelt?
Em. Querido’s Uitgeverij, 2024
Bekijk bij bol: