Jesse Kreeks Ruimtereisgids

door Martin Howard

Reis mee met Jesse Kreek en ontdek een universum vol fantastische verrassingen (en iets minder fantastische verrassingen, maar daar hebben we het nu niet over.)

Alles staat klaar voor het nieuwe reisbureau van Jesse Kreek, maar heer Wauwel Zielknijper gooit roet in het eten. De zelfbenoemde president van de Curieuze Cartografieclub breekt het reisbureau tot op de grond toe af. En dus moeten Jesse, Derek en de professor op zoek naar leden om Zielknijper af te zetten.

Maar vermiste clubleden in het uitgestrekte heelal is niet eenvoudig. Vooral als die niet gevonden wíllen worden…

Vertaald door Anne Douqué.

Vervolg op De ruimteatlas van Jesse Kreek.

Recensie

Na het fantastische en zeer humoristische eerste deel in deze serie – ‘Het beste boek ooit geschreven waarin een draak omkomt door zijn eigen scheet.’ – zullen lezers reikhalzend hebben uitgekeken naar dit vervolg, waarin Jesse Kreek de deuren van het Curieuze Reisbureau zal openen. Maar ook als je het eerste deel niet gelezen hebt, kun je dit boek absoluut gaan lezen.

Sommige lezers hebben het eerste boek, De ruimteatlas van Jesse Kreek, overgeslagen en zijn direct begonnen in dit boek. Deze lezers denken misschien: Waar gaat dit in vredesnaam over? Wie is die Jesse Kreek? Wat doet hij op planeet Zweevvlucht? Waarom ziet de Mysterie-Slang van Nerwong Nerwong Plinkie-Plonk eruit als een sok met opgenaaide knopen?
Deze lezers heten we van harte welkom. (blz. 16/17)

Net als het eerste boek doet dit deel je regelmatig schateren van het lachen. Jesse, professor Stoule-Gang en zijn beste vriendin Derek (die de professor consequent ‘kerel’ blijft noemen) maken in de ruimte weer de gekste dingen mee. Niet alleen de personages met al hun rariteiten zijn hilarisch, maar ook de vele totaal onverwachte en fantastische details maken dit boek echt te gek.

‘Interessant,’ zei de professor. Hij boog naar voren, turend naar het kleine groene wezen. ‘Mijn vraag wat ze hier ter ontspanning doen is nu beantwoord. Blijkbaar vegen ze snotjes aan elkaar af. Zeg, kerel, weet je dat je van top tot teen onder de snotjes zit?’ (blz. 33)

Net als in deel 1 lees je weer over de meest vreemde en bizarre planeten en ontmoet het gezelschap mensen met de grappigste namen, zoals Koning Snottekop en Juk Ammehol. Wat hebben de schrijver en de vertaalster zich weer heerlijk uitgeleefd met het verzinnen van woordgrappen. Zelfs de moppen in dit boek zijn fantastisch vertaald en écht grappig. Het verhaal wordt verder verlevendigt met vele notities, krabbels en de herkenbare illustraties van Chris Mould. Alleen de plattegrond op de schutbladen, van planeet Jevverzintetniet, had niet gehoeven, want deze planeet komt in het hele verhaal niet voor. Pas ná het verhaal blijkt dit een van de nieuwe planeten te zijn die je met het reisbureau kunt bezoeken.

©2020 De Fontein, illustratie van Chris Mould uit Jesse Kreeks Ruimtereisgids

In eerste instantie lijkt dit boek een soort herhaling te zijn van het eerste deel: Jesse, Derek en de professor reizen het heelal door op zoek naar leuke bestemmingen voor hun reisbureau. Maar al snel neemt het verhaal toch een totaal andere wending! Ineens komt heer Wauwel Zielknijper, de oude voorzitter uit de 16^e eeuw, na een expeditie op een planeet met een ander tijdsverloop terug naar de CCC (Curieuze Cartografieclub). Deze woeste bullebak steekt meteen een stokje voor het plan van Jesse om de CCC om te vormen tot een reisbureau.

Wat volgt is een spannende zoektocht door het heelal, op zoek naar oude leden van de CCC, die er met hun stem voor kunnen zorgen dat heer Wauwel als voorzitter wordt afgezet. Hoewel de tocht erg lang duurt (in dit boek van meer dan 300 bladzijden), blijft het verhaal vermakelijk door de vele verrassende grappen en grollen. En als ze dan eindelijk de plek vinden waar een van de oude leden zich zou moeten bevinden, heeft het verhaal nog een verrassende twist voor je in petto!

‘Pardon meneer. Is dit het Eiland der Schuurtjes?’
De man draaide zich om. Spijkers sproeiend snauwde hij: ‘Wat is dat nu weer voor halvegare vraag, Jesse Kreek? Je schijnt toch een slimmerd te zijn? Of dit het Eiland der snotvergeten Schuurtjes is? Kijk eens om je heen. Zie je al die schuurtjes? Wat denk je zelf?’
‘Volgens mij is dit inderdaad het Eiland der Schuurtjes,’ antwoordde Jesse. ‘Wacht eens… hoe weet u hoe ik heet?’ (blz. 254)

Lestips

Zoals gezegd, kun je dit boek prima promoten, zonder dat kinderen het eerste deel hebben gelezen, al is het wel handiger als ze het eerste boek wél kennen. Maar dat hoef je helemaal niet zelf uit te leggen: lees gewoon het onderstaande fragment voor:

Jesse Kreek, een jongen (…) verder met het verhaal. (blz. 11 t/m 18)

De laatste zin kun je vervangen door ‘Dat kunnen jullie nu verder met het verhaal.’ en daarmee beëindig je het voorlezen en laat je de kinderen zelf verder lezen!

Je kunt het fragment ook vinden in het inkijkexemplaar op de website van de uitgever.

Tekenen

De fantasiewerelden in dit boek worden zo goed verbeeld dat je ze heel gemakkelijk voor je kunt zien. Je kunt daar dan ook erg leuke tekenopdrachten aan verbinden:

* Deze opdracht kun je alleen laten maken als je het hele boek hebt voorgelezen of als een kind zelf het boek heeft gelezen. Jesse en zijn gezelschap bezoeken in dit boek meerdere planeten. Kies er eentje uit en maak een plattegrond van de planeet (zoals van Jevverzintetniet op de schutbladen) of maak een tekening van iets wat er op de planeet te zien is.

* Deze opdracht kun je doen, zonder dat je het boek hebt (voor)gelezen. Je kunt deze opdracht dus ook als boekpromotie gebruiken.
Het Eiland der Schuurtjes wordt héél goed beschreven. Lees onderstaand fragment voor en laat kinderen fantaseren hoe het Eiland der Schuurtjes eruitziet. Laat ze dat vervolgens tekenen en vergelijk de resultaten! Niets is fout; alles is goed. Het is erg leuk om erbij stil te staan dat dit een van de voordelen is van het lezen van een boek: jíj bepaalt hoe iets eruitziet.

Stel je een schuurtje voor (…) Schuurtjes zijn gebouwd. (blz. 251-253)

Creatief schrijven

Dit boek is een soort ode aan de fantasie. Niets is te gek, alles kan. Kunnen jouw leerlingen ook hun fantasie laten stromen en een gekke planeet bedenken?

Lees ter inspiratie hoofdstuk 17 voor: Het hoofdstuk over planeethoppen.

Wijs de kinderen erop dat er allerlei bestaande namen in de beschrijvingen zijn verwerkt (Atlantis wordt bijv. Platlantis), maar ook dat er veel woordgrapjes zijn gemaakt door bepaalde woorden anders te schrijven dan normaal (‘Eindig je trip met een verblijf van twee weken in het ziekenhuis van Armhe Dharme!’.) Kunnen de kinderen zelf iets vergelijkbaars bedenken?

Uit het boek Ruimteavontuur (Lily Murray, Corona 2021)

Voor nog meer inspiratie zou je gebruik kunnen maken van het boek Ruimteavontuur, waarin al een aantal gekke suggesties wordt gegeven. Kunnen de kinderen een originele naam bedenken bij een van de planeten? Wie zouden daar dan wonen? Welke plaatsen zouden er op de planeet kunnen zijn? Hoe ziet het landschap eruit en wat kun je er doen?

Lees ook zeker Jesse Kreeks Ruimtereisgids achterin het boek voor (vanaf blz. 328); daarin worden nog een aantal planeten ‘gerecenseerd’.

De uiteindelijke opdracht: Laat kinderen een gastrecensie schrijven voor in de reisgids!

Lees ook

Uitgeverij De Fontein, 2020