De chocoladetandarts - Leesbevordering in de klas

en 237 andere waanzinnige beroepen

Hoe word je kinderverschrikker?
Wat doet een goudvismasseur?
Moet een vogeldirigent kunnen zingen?
Kunnen graskappers ook knippen als het regent?
Hoeveel geduld heeft een papegaaienlogopedist?
Is slakkenverhuizer zwaar werk?
Wanneer wordt pannenkoektennissen een olympische sport?
Hoe komen die prachtige, ronde hazelnoten toch zo precies in hun gaatjes in een chocoladereep?

Speciaal voor iedereen die nog niet weet wat hij worden wil (of het al lang weet, maar toch nog twijfelt): een boek vol knotsgekke verhalen over vreemde, spannende, vieze, grappige, griezelige, maar vooral WAANZINNIGE BEROEPEN!

Recensie

Als je al moet lachen om de schutbladen van een boek, dan weet je dat je echt een grappig boek in handen hebt. Nu zegt de naam Tosca Menten ook al wel genoeg: dan weet je eigenlijk ook wel dat je veel knotsgekke kolder kunt verwachten.

De chocoladetandarts

Het boek begint met een verzameling grappige cartoons en schakelt moeiteloos over naar een hilarische opsomming van de meest waanzinnige beroepen. Hoe verzin je het?! Mierenrotondeontwerper, zwemleraar voor in de steek gelaten eendjes, slakkenverhuizer, strafregelschrijver, grafgraver op zee, professioneel sfeerbederver of… word spul!

Tentharing, bijvoorbeeld, dan hou je scheerlijnen vast op een camping. Of word vlaggenstok, knikkerpotje, bushokje, vuilnisbak, notitieblokje, afstandsbediening, dienblad, krukje, kandelaar, fietsbel, boekensteun of puntenslijper.
En mensen met een dikke bos haar kunnen prima bezem of plumeau worden. (blz. 8)

De chocoladetandarts Als je zelf nog niet de meest hilarische beelden op je netvlies krijgt van deze opsomming, dan helpen Geert Gratama en Tosca Menten je daar wel bij. Geert Gratama’s expressieve illustraties zijn werkelijk fantastisch en werken enorm op de lachspieren. En heel veel van de beroepen die in de opsomming staan, zul je verderop in het boek tegenkomen. Mocht je dus nog geen beeld hebben van een beroep als graskapper, dan helpt Menten je daar wel bij met een geweldig verhaal over tante Griesmeel en Lokka.

Het boek is namelijk een aaneenschakeling van verschillende soorten teksten: verhalen, zoals over de chocoladetandarts in de titel (zo smeuïg verteld… zelfs als je niet van chocolade houdt, krijg je zin in chocola), maar ook cartoons, interviews met mensen met waanzinnige beroepen, vacatureteksten, krantenartikelen en portretten van diverse butlers (want die heb je in alle soorten en maten, blz. 9).

De chocoladetandarts

Geweldig zijn ook de terugkomende beroepen die ‘vroeger waanzinnig normaal’ waren (zoals voorproever, geseljongen of lantaarnopsteker): eerst wordt het beroep beschreven – dat ongelooflijk genoeg dus echt bestond! – en daarna komt Tosca Menten met een lekker overdreven, verzonnen verhaal, dat je ongetwijfeld weer aan het lachen brengt.

Wat heeft Menten zich creatief uitgeleefd in dit boek! Niet alleen met de meest waanzinnige ideeën, maar ook op taalkundig gebied. Zo bevatten diverse verhalen woordspelingen die passen bij het betreffende beroep, zoals ‘een vin uit de kom’ en ‘zo gezond als een vis’ in het interview met de goudvissenmasseur (‘Goudvissenmasseur, dat is niet het eerste waar je aan denkt…’ blz. 54) of in het krantenartikel Bitterbaldraaier draait door:

Na de zoveelste blauwe plek was mijn collega T. het helemaal zat. Hij draaide volledig door en kiepte een emmer hete ragout over een verpakker heen. Dat bracht de bal aan het rollen en even later was het bal. De hele fabriek zit nu onder de ragout. Maar dat kan me geen bal schelen. (blz. 173)

De chocoladetandarts Op elke bladzijde is wel iets grappigs te ontdekken. Het boek heeft een onvoorstelbaar hoog ‘hoe-verzin-je-het’-gehalte. Wat een creativiteit en humor! Het boek is zo afwisselend, dat je als vanzelf door blijft lezen. De bijbehorende chocoladeboekenlegger is ook een geweldige aanvulling. Het boek sluit af met een superhandig register (alle beroepen op een rijtje – fijn toch, dat je dan een beroep als hotseflotser makkelijk terug kunt vinden?!) en een prachtige uitsmijter:

Dus ga nou niet de rest van je leven op je luie kont uit je neus zitten eten. Zitten op je luie kont is heerlijk en verse snottebellen zijn heerlijk zout. Maar ze smaken het lekkerst als je net van je werk komt, zeker als je net de hele dag iets waanzinnigs hebt gedaan.
En wat je ook wordt, blijf ondertussen jezelf. (blz. 220)

Ik denk dat we met recht kunnen zeggen: Tosca Menten heeft met het schrijven van dit boek zeker iets waanzinnigs gedaan. En is daarbij helemaal zichzelf gebleven. Wat een topboek!

Lestips

Laat Tosca Menten zelf het boek maar promoten! Met dit filmpje is dat heel gemakkelijk:

Je kunt natuurlijk ook zelf een stukje voorlezen uit het boek. Bijvoorbeeld de eerste opsomming van beroepen op blz. 7 t/m 9.

Vervolgens kun je er ook nog een leuk interview uitpikken. Zelf heb ik bijvoorbeeld ontzettend moeten lachen om de slakkenverhuizer (blz. 178) of de billenveger (blz. 166 t/m 169). Maar ook de sprookjesdokter (blz. 50/51) of de vragen voor de vragenbedenker voor Wie weet wat niemand weet (blz. 60 t/m 62) zijn ontzettend creatief en verrassend.

Het leuke bij die laatste is dat je er met een ontzettend leuke opdracht op aan kunt sluiten: Verzin een vraag waar niemand het antwoord op weet! Voorbeelden staan op blz. 60.

Ga ook zeker even naar de website van Tosca Menten, want daar vind je o.a. een beroepenwoordzoeker en een JPG van het schutblad met de hilarische cartoons! Die kun je daar dus eenvoudig kopiëren en op je digibord zetten. Dat is ook een geweldige promotie van het boek!