Hannes Hunebed – 1

door Aaron Reynolds, Phil McAndrew

SCHARMINKEL UIT DE STEENTIJD

Hannes komt uit een uitvindersfamilie: zijn opa vond het vuur uit; zijn vader het wiel. Nu wil Hannes datgene uitvinden wat IEDEREEN nodig heeft. Als dat niet goed gaat, zal hij zich namelijk moeten gaan bewijzen als jager en daar heeft hij allesbehalve zin in! In een wild woud vol prikprakhoorns, reuzenblubberblops en stekie-tand-katten verwacht Hannes namelijk niet te overleven…

Eerste deel uit een nieuwe serie over de prehistorie. De serie Hannes Hunebed maakt deel uit van de zogenaamde (lees: door de uitgever genaamde) Boemboeken: full-colour boeken vol spanning, actie, goeie grappen en plaatjes

Recensie

BOEMMM! Dat is niet alleen de naam van het soort boek, maar ook het geluid van het boek als het op je deurmat valt. Dit prachtig vormgegeven, full-colour boek, van stevig glimmend papier en met dikke kaft heeft namelijk een behoorlijk gewicht! Van ‘stevige’ kost is echter geen sprake, want de verhalen in de boemboeken bestaan voornamelijk uit grappen en grollen.

Met dit boek over Hannes Hunebed heb je dus weer een mooie aanwinst voor de niet-lezers te pakken: veel plaatjes en veel humor! Dat krijgt veel kinderen wel aan het lezen. Dit boek is opgebouwd als stripverhaal, met daarbij steeds tekstjes die in een geel kadertje afgedrukt staan en die als een soort voice-over gelezen moeten worden. De voice-over is ‘ingesproken’ door Hannes en zo doet hij verslag van zijn Ga-De-Grot-Uit-ritueel.

(Hannes) Is het nog niet helemaal duidelijk wat Ga-De-Grot-Uit inhoudt?
Geen paniek. Sjamaan Saffie legt het allemaal graag uit, tot in de kleinste details.

(striptekstje) IK LEG HET GRAAG UIT, TOT IN DE KLEINSTE DETAILS.

(Hannes) Wat ik zei.

(blz. 63)

Net als Poptropica – eveneens een Boemboek – werkt dit boek flink op je lachspieren. Veel droge, soms wat flauwe humor, die kinderen uit de bovenbouw waarschijnlijk nog beter snappen dan kinderen uit de middenbouw. Daardoor is dit boek niet alleen geschikt voor jonge kinderen, maar zeker ook voor kinderen in de hoogste groepen van de basisschool (en misschien nog zelfs onderbouw VO). Het taalgebruik is in ieder geval zeker niet kinderachtig en soms ook ‘aangepast’ aan de oude tijd. Zo wordt er gesproken over ‘beestjens’ en zegt Hannes’ vriend Ug over de bloeddorstige prikprakhoorn:

Dacht het niet, gast. Die hebben we al geprobeerd en die had ons bijna gedodelesteerd. (blz. 137)

Die namen van de dieren zijn trouwens ook opvallend. Het zijn niet de namen die wij aan de prehistorische dieren geven. Dat dit juist een grappig bedoelde verwijzing is naar de onwetendheid van de mensen uit die tijd, blijkt wel uit het volgende fragment:

Die eerste lijkt me de stekie-tand-kat.
– Klopt. Dat is een tijger met lange, sabelachtige tanden.
Eigenlijk is stekie-tand-kat geen goede naam.
Maar hoe noem je een tijger met sabeltanden? Geen idee.
(blz. 131)

Toch zitten er aardig wat wetenswaardigheden over de oertijd in dit boek verwerkt. (Hunebedden komen er trouwens niet in voor). Let vooral ook op de doorlopende wenkbrauwen…
Al met al een erg leuke aanwinst voor je schoolbibliotheek!

Lestips

Dit boek is echt bedoeld om zelfstandig te lezen. Om het boek te promoten, kun je het boek het beste laten zien met behulp van de PDF die je kunt downloaden op de website van de uitgever. Zo kun je samen met de klas de eerste bladzijden lezen en bekijken! Als je het dan voorleest, kun je meteen goed duidelijk maken hoe de stukjes tekst in de gele kadertjes gelezen moeten worden. Daarmee help je de zwakke lezers goed op weg!

Leg het boek ook zeker in de klas tijdens een project over de tijd van jagers en boeren. Zo laat je meteen zien dat lezen over geschiedenis absoluut niet saai of serieus hoeft te zijn!

Ook in een project over uitvindingen is dit een leuk boek, want het boek gaat ook over de belangrijkste uitvindingen uit de steentijd!

Lees ook:

Uitgeverij De Fontein, 2017