of hoe ik verdween in de jungle
Eva is ‘half’. Haar moeder is wit, haar vader is zwart. Meer weet Eva ook niet over hem en haar moeder wil niets over hem vertellen. Als ze op school een werkstuk moet maken over een biologie-onderwerp waar ze meer over wil weten, kiest ze dan ook ‘biologische vaders’. En hoe meer Eva zich in haar werkstuk vastbijt, hoe zekerder ze weet dat ze haar vader wil ontmoeten.
Als ze ontdekt dat hij waarschijnlijk in Suriname woont en merkt dat haar moeder haar nog steeds niet wil helpen, schakelt Eva stiekem een televisieprogramma in, dat mensen opspoort. Dat is het begin van een duizelingwekkende zoektocht. Hoe ver gaat ze om haar vader te vinden?
Recensie
Het is altijd interessant om het nawoord of dankwoord te lezen aan het einde van het boek. Daardoor weet je namelijk dat Simon van der Geest dit verhaal niet zomaar heeft geschreven: zijn zusje heeft namelijk óók naar haar biologische familie in Suriname gezocht, net als Eva. Ook vertelt hij met hoeveel mensen hij heeft gesproken om dit verhaal te schrijven. Het verklaart waarom dit verhaal inderdaad zo ontzettend écht overkomt. Met dit verhaal neem je als lezer niet alleen een duik in de jungle, maar ook in de Surinaamse cultuur én leer je je verplaatsen in een kind dat opgroeit zonder haar biologische ouder(s).
Na de spannende proloog, waarin Eva in een woest kolkende rivier met kaaimannen en piranha’s stapt, verplaatst het verhaal zich naar de ‘gewone’ wereld: naar de basisschool waar de 12-jarige Eva een werkstuk moet schrijven, als opdracht voor natuur. Grappig dat het woord ‘biologie’ door de kinderen direct wordt gekoppeld aan het woord biologisch, wat dus ook werkstukken over biologische tomaten en biologische vaders oplevert.
Hoofdstukken uit het werkstuk van Eva, briefjes van de juf en het verhaal zelf – geschreven in korte hoofdstukken van slechts enkele bladzijden – wisselen elkaar af. Zowel het werkstuk als het verhaal zijn in de ik-persoon geschreven en hoewel Eva soms wel iets te wijs voor haar leeftijd klinkt, leest het verhaal lekker vlot door de vele dialogen en heldere taal. Karst-Janneke Rogaar maakte net als in het Gouden-Griffel-winnende Spinder de speelse illustraties. Het boek bestaat uit twee delen: het werkstuk en de expeditie.
Het eerste deel is nog niet zo spectaculair, maar Van der Geest maakt het verhaal wel interessant door de confrontaties tussen Eva en haar moeder, die ook nog eens een beroemde zangeres is, en een heftige ruzie met haar beste vriend. Het is niet direct gemakkelijk om sympathie voor de nukkige Eva op te brengen, maar tegelijkertijd zet Van der Geest wel een heel realistisch personage neer en wordt de lezer aan het denken gezet: hoe zou het zijn om niet te weten wie je vader is? De lezer zal steeds beter beseffen dat Eva’s leven echt op zijn kop wordt gezet en dat het dan niet zo gek is dat je een beetje heftig reageert.
‘Weet je wel wat voor achtbaan dit is, en dat je nu niet meer terug kan? Nooit meer?
Ik hef mijn hoofd en kijk haar recht aan. ‘Ik hou wel van achtbanen.’
(blz. 159)
Leuk is dat dit boek ook een mooi inkijkje geeft in de wereld van beroemdheden en televisie. Eva schakelt het televisieprogramma Verloren tijd (denk: Spoorloos) in om haar vader op te sporen in Suriname. Ze gaat zonder haar moeder, maar met drie mensen van het programma op reis! Voor de lezer wordt het verhaal nu bijna net zo spannend als voor Eva zelf. Geweldig! Alsof je zelf op reis gaat!
Ik buig me uit het raam en snuif de geuren op: diesel, houtvuur en soms een vleug van een zoete, moerassige lucht. Een oude vrouw veegt haar veranda. Een man staat met een groot mes een boompje te kappen. Twee honden scharrelen over een erf.
Er zijn sloten langs de weg, maar verder lijkt het niet op Nederland. Echt niet. De bomen en struiken zijn hier zo groen, zo diepgroen dat het lijkt of de kleuren van je beeldscherm niet goed afgesteld staan.
‘Eerste keer in Suriname?’ vraagt de chauffeur.
‘Ja…’ antwoord ik.
Hij lacht. ‘Dacht ik al. Hoe jij kijkt met die bigi ai… Laat ze niet eruit vallen, hoor!’ (blz. 197/198)
Hoeveel er tijdens zo’n televisieprogramma in scène wordt gezet, komt goed uit het verhaal naar voren. Eva heeft er al snel genoeg van en besluit er – alleen! – vandoor te gaan. Ze neemt een bus naar het binnenland om daar zelf haar vader te gaan zoeken… en vanaf dat moment begint het spannende avontuur pas echt.
O MY KAK! EEF! WAT HEB JE GEDAAN?
Je bent gewoon weggelopen! Je bent ‘m gesmeerd, je bent weggesneakt, je hebt alle rare tantes en tv-mensen gewoon huppakee in de steek gelaten! Ben je wel goed bij je hoofd???!!! (blz. 255)
Het is vanaf dat moment echt bijna onmogelijk om dit boek nog weg te leggen. Dat Eva’s zoektocht naar haar biologische vader zó spannend zou worden, is een zeer aangename verrassing. Het zorgt ervoor dat dit verhaal enorm afwisselend is. Van der Geest laat kinderen kennismaken met de exotische wereld van beroemdheden, televisie en de jungle van Suriname, maar blijft tegelijkertijd heel dichtbij door te schrijven over de betekenis van vriendschap, verliefdheid en persoonlijke worstelingen van Eva. Van der Geest schrijft zo raak en beeldend, dat het bijna lijkt of je het verhaal zélf beleeft. Een fantastisch leesavontuur, dat je ook nog eens laat nadenken over welke mensen nu echt belangrijk voor je zijn.
Lestips
Om het boek te promoten, kun je – heel simpel – de achterkant van het boek en vervolgens de proloog voorlezen. Dat maakt vast al heel nieuwsgierig!
Maar het boek is wel een behoorlijk dikke pil (388 pagina’s), dus niet alle kinderen zullen direct tot het boek aangetrokken worden. Het helpt misschien als je laat zien hoe het boek is opgebouwd: korte hoofdstukken, redelijk wat tekeningetjes, stukken tekst in een ander lettertype (het werkstuk) en mailtjes.
Door de korte hoofdstukken is het echter ook een ideaal voorleesboek! En door het boek voor te lezen, kun je alle kinderen met het verhaal kennis laten maken. Hoewel de hoofdpersoon twaalf jaar is, kan voorlezen al prima vanaf groep 6.
Van der Geest verwerkte flink wat interessante thema’s in dit verhaal, waar je mooi inhoudelijk op in kunt gaan in de klas.
Identiteit
Het belangrijkste thema van dit boek is natuurlijk identiteit: Eva gaat op zoek naar haar biologische vader, omdat ze niet alleen een vader zou willen hebben, maar ook omdat ze meer wil weten over haar afkomst. Dat wordt nog eens versterkt omdat Eva door klasgenoten wordt gewezen op het feit dat ze niet op haar moeder lijkt (haar moeder is wit, Eva is bruin). Daarmee speelt het boek ook nog eens in op de actuele aandacht voor diversiteit.
In haar werkstuk gaat Eva in op erfelijkheid en genen: ze heeft elf tenen en dat is iets wat een van haar ouders daardoor óók moet hebben. Ze schrijft erover in hoofdstuk 4 (blz. 46 t/m 49).
Vriendschap
Luuk is Eva’s beste vriend, al heel erg lang. Maar door allerlei gebeurtenissen, misverstanden en een prille verliefdheid van Eva krijgen Luuk en Eva flinke ruzie. Het is heel mooi hoe Van der Geest laat zien hoe kleine dingetjes veel kapot kunnen maken, maar hoe echte vriendschap dit toch weer overwint. Een mooi voorbeeld van een heel bijzondere vriendschap.
Suriname
Een groot deel van het verhaal speelt zich in Suriname af. Op blz. 191 kom je de eerste Surinaamse woorden tegen en daarna word je volledig ondergedompeld in de Surinaamse cultuur en leefwijze. Je leest o.a. over Paramaribo, het slavernij-verleden, het binnenland (de jungle), Saramaccaners, over familiebanden, wedstrijden met vogeltjes (twatwa’s) en het vervoer.
Het is overduidelijk dat Van der Geest schrijft uit eigen ervaringen (hij reisde speciaal naar Suriname voor dit boek), want je ruikt, proeft en hoort Suriname bijna als je dit boek leest. Zijn positieve verwondering werkt zo aanstekelijk, dat je zo zelf in het vliegtuig naar Suriname zou willen stappen. Hij weet de verschillen met de Nederlandse cultuur duidelijk, subtiel en vooral heel mooi te beschrijven:
Voor me in de rij staan twee vrouwen te kletsen. Het is een andere taal, met af en toe verdwaalde Nederlandse woorden ertussen. ‘Waterkant’ versta ik, en ‘wolken’. Ze zeggen het met zo’n mooie, dikke w die mijn vader ook heeft, een w met een luchtkussentje erin. (blz. 180/181)
Televisie
Een tweede subtitel van dit boek zou bijna kunnen zijn: Of hoe een televisie-programma gemaakt wordt. Het is echt geweldig leuk om te lezen hoe het (niet bestaande) programma Verloren tijd wordt gemaakt. Van een screentest tot de opnames, van het maken van sfeervolle camera-shots tot het opnieuw opnemen van ‘spontane’ reacties… het wordt snel duidelijk dat je op televisie zeker niet altijd de werkelijkheid te zien krijgt!
Een mooi voorbeeld vind je bijv. in het hoofdstuk Koele kikker, waarbij Eva niet reageert zoals de programmamakers het willen zien. En dus moet de opname opnieuw.
‘Goed, nog een keer. Zelfde vragen. En niet te snel lopen.’
En terwijl we irritant langzaam verder wandelen, vraagt Violène nog een keer hoe ik me voel en zo. (blz. 216)
Beroemd zijn
De moeder van Eva is een beroemde zangeres en ook daarvan krijg je enigszins mee hoe dat leven eruit moet zien. Eva’s moeder werkt hard en Eva is vaak alleen thuis. De beroemdheid van haar moeder zorgt er echter wél voor dat Eva opvalt bij het programma Verloren tijd… en dat de makers dolgraag de vader van Eva willen gaan zoeken (sensatie!!). Als haar moeder vervolgens wordt overvallen door de camera’s, stelt haar moeder dan ook een zeer goede vraag:
‘Hoe kun je me dit áándoen?’ fluistert ze in mijn oor.
‘Ze komen niet voor jou,’ sis ik terug, ‘ze komen voor mij.’
Ik voel haar adem in mijn oor. ‘Is dat zo?’ (blz. 154)
Het is interessant om met je klas over te praten: wat vinden jullie van Eva’s actie? En van de reactie van haar moeder? Is het (in dit geval) nu een voordeel of een nadeel om beroemd te zijn?
Em. Querido’s Uitgeverij, 2019
Bekijk bij bol:Onderwerpen: 2019, Beroemd zijn, Cultuur, Dieren, Diversiteit, Eenoudergezin, Erfelijkheid, Familie, Gevoelens, Identiteit, Jezelf zijn, Jungle, Keuzes, Media & journalistiek, Menselijk lichaam, Regenwoud, Reizen & vakantie, Ruzie, School, Suriname, Suriname & Antillen, Televisie, Tip van Julia, Tip van Mila, Vaders, Verliefdheid, Voorleestopper, Vriendschap, Zoektocht
Geïllustreerd door Karst-Janneke Rogaar
tof boek