Van T. rex tot tandjesgras

Van T. rex tot tandjesgrasDe schatten van Naturalis

Als je dit boek openslaat, stap je Naturalis binnen. Jan Paul Schutten leert je van alles over de bijzondere collectie en leidt je rond door het museum: van het indrukwekkende skelet van T. rex Trix tot aan het kleinste sprietje tandjesgras, van bacterie tot blauwe vinvis en van de beroemde Darwinvinken tot aan de fascinerende schelp van Dubois. Ondertussen vertelt hij van alles: over het ontstaan van het allereerste leven, maar ook over de toekomst van onze aarde. Én over hoe je zelf op onderzoek uit kunt gaan. Zo weet je straks niet alleen alles over Naturalis, maar ook over zo’n beetje alles op aarde.

Recensie

Na een verbouwing van maar liefst twee jaar opende museum Naturalis op 31 augustus 2019 opnieuw haar deuren. Het biodiversiteitsinstituut heeft een collectie van maar liefst 42 miljoen (MILJOEN!!) objecten en daar is heel erg veel over te vertellen. Daarnaast werken er meer dan 200 onderzoekers en ook over hun werk kun je boeken volschrijven. Jan Paul Schutten vatte al deze informatie samen in dit boek Van T. rex tot tandjesgras en dat is daarmee – zoals het in het voorwoord al wordt gezegd – dan ook een museum op zich.

Van T. Rex tot tandjesgras

©2019 Gottmer, illustratie van Wendy Panders uit Van T. rex tot tandjesgras

Laat het maar aan Schutten over om te vertellen over hoe het leven op aarde is ontstaan. In zijn boek Het raadsel van alles wat leeft liet hij al zien hoe goed hij de evolutietheorie kan uitleggen. Dit boek lijkt in dit opzicht op een herhaling van zetten: met veel humor, in een aansprekende stijl vertelt Schutten over Darwin, zijn theorie over het ontstaan van soorten en de eerste levensvormen. Dit alles om het begrip biodiversiteit goed uit te leggen (goed galgjewoord, blz. 40), want dat is waar Naturalis om draait. Niet voor niets staat er in het logo tegenwoordig Biodiversity Center.

Daarmee is ook meteen heel duidelijk waarin dit boek verschilt van het eerdere boek van Schutten: nu wordt continu de link met Naturalis gelegd. Regelmatig krijg je een overzicht van (top)stukken uit de collectie (fossielen, mineralen, schedels, schattige dieren, kleurrijke beesten en natuurlijk T. rex Trix), maar vooral legt Schutten uit wat het nut is van een instituut als Naturalis. Waaróm is er zo’n grote verzameling aan informatie nodig? Wat is het nut van al dat onderzoek dat al die wetenschappers doen? De theorie over de biodiversiteit blijft dus grotendeels beperkt tot het eerste deel; daarna volgen er delen over het speuren, verzamelen en bewaren van vondsten, over het onderzoeken, uitpluizen en inspecteren en over het puzzelen met al die stukjes informatie.

Van T. Rex tot tandjesgras

Nog een verschil met het eerdere boek van Schutten is dat hij in dit boek niet samenwerkt met Floor Rieder, maar met Wendy Panders. Deze illustratrice heeft echter soortgelijke kwaliteiten als Rieder: haar illustraties vullen de tekst op een prachtige manier aan. Niet alleen wordt de materie door haar illustraties extra goed uitgelegd, ze voegen ook nog een extra dosis humor toe door haar vrolijke tekenstijl en kleine tekstuele grapjes. Doordat de illustraties steeds worden afgewisseld met foto’s van de Naturalis-collectie, is dit niet alleen een geweldig leesboek, maar ook een prachtig kijkboek. Inderdaad een echt museum dus!

Van T. Rex tot tandjesgras

©2019 Gottmer, illustratie van Wendy Panders uit Van T. rex tot tandjesgras

In dit boek gebeurt eigenlijk hetzelfde als in een goed boek over kunst: Schutten vertelt zoveel interessante dingen over de Naturalis-collectie, dat nietszeggende ‘steentjes’ of een opgezette stier (blz. 61) ineens betekenis krijgen. De collectie wordt in dit boek echt tot leven gebracht en dat maakt ongelooflijk nieuwsgierig. De lezer wordt dan ook automatisch geprikkeld om naar het echte museum te gaan.

Maar de lezer wordt op nog meer manieren geprikkeld: door verrassende titels en ondertitels (‘Lasagne maken van het verleden’ / ‘Over waarom ze in Naturalis blij zijn met een dode mus’) en aansprekende, grappige teksten wordt de aandacht van de lezer op een zeer vermakelijke wijze getrokken. De lezer wordt eigenlijk steeds even goed wakker gemaakt, waarna vervolgens weer boeiende, interessante informatie wordt gegeven. Die komt daardoor extra goed binnen en blijft waarschijnlijk ook nog eens hangen ook!

Zou jij het erg vinden als de blauwsnuitwants zou uitsterven? Of de roodgerande toendrakever? Waarschijnlijk denk je even: ‘Wat jammer! Weer een paar soorten die verdwijnen.’ En daarna ga je gewoon weer verder met wat je aan het doen was. Dat kan trouwens ook prima, want deze diersoorten bestaan helemaal niet. Maar hoe zou je het vinden als het lieveheersbeestje verdween? Of de vos? Of beukenbomen? (blz. 87)

Dat nieuwsgierig maken past trouwens ook erg goed bij het werk van wetenschappers, want nieuwsgierigheid is immers de basis van wetenschap (blz. 43). Door dit boek krijg je een mooi beeld van het werk van een wetenschapper en de eigenschappen die je ervoor nodig hebt. De lezer wordt daarbij gestimuleerd om zelf ook onderzoek te gaan doen (fossielen zoeken, een natuurcollectie aanleggen). Niet voor niets eindigt het boek weer met het stellen van vragen: Schutten maakt duidelijk hoe belangrijk het doen van onderzoek is voor onze toekomst. In het laatste deel komen we weer terug bij de variëteit in soorten en de voedselketen, die op pagina 39 heel treffend wordt vergeleken met een Jenga-toren: zodra er één verkeerd stukje uit de toren/keten wordt gehaald, stort de hele boel in.

Het boek eindigt met een mooie denkopdracht en een inspirerende blik op de toekomst. Want misschien word jij als lezer wel onderzoeker, wetenschappelijk tekenaar of maak je tentoonstellingen bij Naturalis. En zo niet, dan is dat volgens Schutten ook niet erg.

Maar hopelijk hou je de bewondering voor alles wat leeft en bloeit en kruipt en sluipt en zwemt en vliegt en rent en fladdert. (blz. 143)

Nou, daar draagt dit boek in ieder geval prachtig aan bij!

Lestips

Dit boek is niet alleen geweldig voor kinderen die interesse hebben in wetenschappelijk onderzoek, de natuur of musea – het is vooral geschikt voor álle kinderen! Ook juist degenen die nog niet zoveel interesse hebben in een museum als Naturalis. Door dit boek wek je namelijk juist heel veel interesse op en is daarmee dus voor élk kind geschikt.

Of zoals Jan Paul Schutten het zelf zegt:

Dit boek is voor iedereen die álles wil weten. (blz. 7)

En geldt dat niet voor ieder kind?

Mocht je een excursie gepland hebben naar Naturalis, dan is dit boek natuurlijk helemaal fantastisch. Je kunt kinderen voorbereiden op het bezoek en de collectie alvast tot leven brengen!

Maar ook voor diverse lessen over de natuur kun je dit boek goed gebruiken. Mocht je op zoek zijn naar ‘rijke teksten’ voor begrijpend lezen en ook nog eens willen aansluiten bij wereldoriëntatie – dit is een fantastisch boek. Het leest fijn, spreekt kinderen aan (letterlijk) en is ook nog eens superinformatief. Of het nu gaat over fossielen, de evolutietheorie, het belang van insecten, dinosaurussen (Trix!) of het nut van wetenschappelijk onderzoek... je kunt ervan uitgaan dat er geen methodeboek is waarin die informatie zo levendig wordt verteld als in dit boek.

Het raadsel van alles wat leeftDoor de afwisseling, vele illustraties en foto’s, korte tekstblokjes en prettige bladspiegel is dit boek heel toegankelijk. Het is absoluut minder ingewikkeld dan Het raadsel van alles wat leeft, dat nog veel dieper op de evolutietheorie ingaat. In dat opzicht kun je dit boek zelfs gebruiken als een soort opstapje voor dat boek.

Wetenschapper

Wat ook leuk is, zijn de vele foto’s van wetenschappers die aan het werk zijn (ook idool Freek Vonk staat erin). Die foto’s prikkelen de verbeelding: dit kun jij ook gaan doen ‘als je later groot bent’!

Dat de theorie in dit boek wordt afgewisseld met doe-opdrachten, maakt het boek extra aantrekkelijk. Kinderen kunnen dus ook lekker zelf aan de slag!

  • Fossielen zoeken (blz. 51)
  • Natuurcollectie maken (blz. 74)

Wetenschappelijk tekenaar

Een bijzonder hoofdstuk gaat over het werk van wetenschappelijk tekenaar: over wat hij wel kan en een fotograaf niet (blz. 88).

Er staat zelfs een tekenopdracht in het boek, waarmee kinderen zelf kunnen oefenen met wetenschappelijk tekenen (blz. 91).

Combineer dit hoofdstuk met deze aflevering van Het Klokhuis en ik weet zeker dat kinderen gefascineerd zullen zijn!

Naturalis

In het laatste hoofdstuk (of nawoord) roept Jan Paul Schutten op om zelf een keer naar Naturalis te gaan. Ook verwijst hij naar de website van Naturalis, waar je nog veel meer informatie kunt vinden, bijvoorbeeld voor spreekbeurten.

De pagina over de topstukken kun je ook heel goed gebruiken in de klas: prachtige foto’s voor op het digibord! En natuurlijk zijn er educatieve programma’s voor basisscholen.


Uitgeverij Gottmer, 2019

Van T.rex tot tandjesgras

 


Genre: Non-fictie
Onderwerpen: 2019, Dieren, Dieren & evolutie, Dinosaurussen, Evolutie, Illustraties, Insecten, Leven, Musea, Naturalis, Natuur, Onderzoek, Onderzoek & wetenschap, Tip van Lucas, Voedselketens, Wetenschap
Geïllustreerd door Wendy Panders

Leave a Reply