Thomas en de veer van de griffioen

door Cornelia Funke

Om te voorkomen dat de pegasus uit zal sterven, gaan Thomas en zijn vrienden op zoek naar de zonneveer van een griffioen. Alleen daarmee kunnen ze de laatste drie pegasus-eieren op aarde laten uitkomen. Maar griffioenen zijn zeer zeldzaam en bovendien ook de gevaarlijkste en boosaardigste fabelwezens die er bestaan…

Het wordt een adembenemende race tegen de klok, die hen via India naar het regenwoud van Indonesië voert. In de wirwar van duizenden eilanden hebben ze slechts tien dagen de tijd om een zonneveer te vinden. Uiteindelijk weten ze de griffioenen te vinden, maar dan gaat alles mis. Thomas’ geliefde draak Long is hun laatste hoop, maar daarmee wordt ook zijn leven op het spel gezet.

Zelfstandig leesbaar vervolg op het reeds in 2004 verschenen boek Thomas en de laatste draken. Tegelijk met het tweede deel verscheen van dit boek een herdruk.

Vertaald door Esther Ottens.

Recensie

Het is even inkomen als je het eerste deel – Thomas en de laatste draken – niet hebt gelezen. Vanaf de eerste zin word je ondergedompeld in een wereld vol fabelwezens, die zich hebben verzameld in Mimameidr – een afgelegen gebied in Noorwegen, waar Thomas Wezenwijs en zijn familie fabeldieren opvangen en beschermen. Trollen, draken, kabouters, kobolden, zwammetjes… allemaal vinden ze een plekje bij elkaar. Het bijzonderste wezentje is echter een klein mannetje dat Vliegenpoot heet: een homunculus – enig in zijn soort, aangezien zijn broers in het vorige boek allemaal verslonden zijn. Vliegenpoot is een mini-kunstmens en een trouwe vriend van Thomas. En dan is er nog Long – de draak waar Thomas de drakenruiter van is en waar hij zo veel van houdt. Dat er nog veel en veel meer personages in dit boek naar voren komen, blijkt wel uit het katern Wie is wie, achterin het boek: 9 pagina’s vol karakters en fabel- en mythologische wezens (in een erg klein lettertype…)!

Het is nogal veel om in één keer te bevatten en het duurt dan ook even voor je lekker in het verhaal zit. Als dat echter eenmaal begint te lopen, leest het boek als een trein. Thomas gaat met zijn vader, de homunculus en nog een aantal fabelwezens op zoek naar de gevaarlijke griffioenen en zo belanden zij in de jungle van Indonesië.

… voor Thomas was het alsof hij vanuit het felle zonlicht een andere wereld binnenstapte. Opeens maakten schaduwen vlekken op zijn kleren. Tussen de bomen hing een benauwde, klamme hitte, zoals in de kassen in de dierentuin, waar tropische hagedissen dromen van hun warme vaderland. (blz. 153)

Niet alleen Thomas stapt een andere wereld in, maar de lezer ook. Cornelia Funke kan zo beeldend schrijven dat je helemaal op kunt gaan in haar verhalenwereld. Net als in haar magische trilogie Hart van inkt ga je volledig op in haar fantasiewereld, die zo werkelijk lijkt dat je bijna zelf op zoek zou gaan naar griffioenen. Als je dat zou durven tenminste, want griffioenen zijn éng. Ook dat weet Funke goed over te brengen, waardoor het verhaal behoorlijk spannend wordt.

Naast het spannende verhaal over de zoektocht naar de zonneveer, vol schreeuwende apen, klauwende griffioenen en boze draken, snijdt Funke ook nog een paar mooie, gevoelige thema’s aan. Zo worstelt Vliegenpoot ermee dat er niemand op de wereld is zoals hij. Hij voelt zich, ondanks zijn vriendschap met Thomas erg eenzaam. Ook Thomas zit niet lekker in zijn vel: moet hij kiezen voor zijn familie of voor zijn geliefde draak Long, die hij eigenlijk niet wil missen? Kortom: hoe ga je om met afscheid van geliefden en hoe is het om anders te zijn?

Voor goede lezers en liefhebbers van betoverende verhalen is Thomas en de veer van de griffioen dan ook een boek om ontzettend van te genieten. Niet veel schrijvers kunnen je zo goed meenemen naar de verhalenwereld als Cornelia Funke. En in dit boek is het haar weer gelukt: een boek om heerlijk in te verdwijnen.

Lestips

Dit is een boek voor de echte lezers, zowel door de omvang (bijna 400 bladzijden) als de complexiteit. Het is ook geen geschikt voorleesboek voor in de klas: daarvoor zit er veel te weinig vaart in het begin van het verhaal. Dit is trouwens kenmerkend voor de boeken van Cornelia Funke: zij neemt de tijd om haar personages te introduceren en haar verhalenwereld op te bouwen. Daar zullen veel kinderen op afhaken, omdat zij meer op zoek zijn naar actie.

Toch is het een boek om te presenteren in de klas (vanaf groep 7), want er zijn natuurlijk wel kinderen die zullen genieten van deze prachtige verhalenwereld.

Een goed fragment om het boek te promoten, is hoofdstuk 17 – Duizendmaal duizend eilanden (blz. 121 t/m 126).
Hierin vinden Thomas en zijn vrienden het eiland waar de griffioenen zouden wonen. Het is wel slim om voordat je gaat voorlezen, in ieder geval te vertellen waar het verhaal over gaat, maar ook om een aantal personages toe te lichten:

• Me-Rah is een papegaai, die woonde op een eiland waar de griffioenen leven. Zij was ontvoerd door mensen en is nu dus samen met Thomas en zijn vrienden op zoek naar ‘haar’ eiland.
• Barnabas is de vader van Thomas.
• Hothbrodd is een trol en de piloot van het gezelschap.
• Lola is een nogal avontuurlijke rat.
• Vliegenpoot is een homunculus: een kunstmensje, zo klein dat hij in je borstzakje past.

Nog steeds zal het lastig zijn om het verhaal goed over te brengen door middel van een fragment, maar met behulp van bovenstaand hoofdstuk krijgen de kinderen wel een goed beeld van de schrijfstijl, de bijzondere wereld waarin Thomas leeft en een voorproefje van het spannende avontuur:

‘Nu maar hopen dat die leeuwenvogels inderdaad griffioenen zijn,’ zei Barnabas zacht.
En dat ze niet werden opgegeten voor ze om een veer konden vragen. (blz. 126)

Vriendschap

Vriendschap is een belangrijk thema in dit boek. Het is prachtig om te lezen hoeveel de wezens en mensen voor elkaar over hebben in dit verhaal. De vrienden steunen elkaar door dik en dun!

Toch levert dat ook problemen op: Thomas wil Long zo graag beschermen, dat hij niet vertelt dat ze op zoek gaan naar griffioenen. Griffioenen zijn namelijk nogal gevaarlijk voor draken en Thomas is als de dood dat Long in de problemen komt. Als Long er vervolgens achterkomt dat Thomas tegen hem gelogen heeft, is hij diep gekwetst. Allereerst heeft Thomas hem niet de waarheid verteld, maar misschien nog wel belangrijker:

Je wilde me niet de kans geven je te beschermen … (blz. 279)

Lees eventueel dit fragment in zijn geheel voor: ‘Zwavelkopje,’ fluisterde hij. (…) van een drakenruiter. (blz. 280-281)

Er komen flink wat herkenbare problemen en dilemma’s in dit fragment naar voren! Vraag de kinderen eens wat zij in de plaats van Thomas zouden hebben gedaan. Zouden ze hun vriend beschermen door tegen hem te liegen? Of laten ze hun vriend zelf beslissen? En denk je dat de vriendschap tussen Thomas en Long nu voorbij is? Of kan een vriendschap dit doorstaan?

Zo kom je eigenlijk tot de kernvraag: Wat is vriendschap? Een heel mooi gespreksonderwerp natuurlijk!

Lees meer

Andere boeken over fabelwezens:

Em. Querido’s Kinderboeken Uitgeverij, 2017