Het is 1906. Yash woont in Noord-India, maar zijn vader werkt als contractarbeider in Suriname. De familie hoort steeds minder van hem … tot er helemaal geen brief meer komt. Als zijn vader na afloop van het vijfjarige contract niet terugkomt, besluit Yash om met zijn grote vriend Ravi naar hem op zoek te gaan.
Samen reizen ze naar de havenstad Calcutta, vanwaar ze het Grote Zwarte Water (kala pani) oversteken. In Suriname komen ze op een plantage terecht. Zodra ze de kans krijgen, gaan ze verder met hun zoektocht, die hen diep het oerwoud in brengt. Yash’ vader lijkt van de aardbodem verdwenen. Is hij wel in dit land?
Recensie
Wist jij dat de grootste Surinaamse bevolkingsgroep, in zowel Nederland als Suriname, bestaat uit Hindostanen? Inez van Loon benadrukt dit fascinerende gegeven in zowel haar voor- en nawoord, en terecht, want het maakt dit verhaal over deze Brits-Indische contractarbeiders nóg interessanter.
Zoals in al haar boeken, vertelt Inez van Loon namelijk weer over een stuk (vaderlandse) geschiedenis waar maar weinig mensen iets over weten: de emigratie van mensen uit India naar Suriname, om daar – na de afschaffing van de slavernij – te gaan werken (ploeteren…) op de plantages. Daarnaast leer je ook nog eens veel over het leven in India, ruim 100 jaar geleden, waarin het kastenstelsel nog een grote rol speelde. Dat blijkt uit het verhaal, maar veel vetgedrukte begrippen uit het verhaal worden achter in het boek ook nog eens extra toegelicht. Zo lees je dus meer over dalits en kasteregels, maar krijg je ook uitleg over allerlei Hindiwoorden en culturele zaken, zoals (heilige) koeien op straat of specifiek Indiaas eten.
Het boek bevat een heel spannend en beeldend verteld avontuur, waarin Yash en Ravi in 1906 vanuit hun dorp in India besluiten om Yash’ vader te gaan zoeken in ‘Sarnam’ (Suriname). In India hebben ze niets meer te verliezen en Yash wil graag weten wat er met zijn vader is gebeurd. Bovenop een trein liften ze mee naar Calcutta: daar vertrekken de boten naar Suriname. Maar hoe komen ze aan geld voor de overtocht??
Op de onderste treden van de ghats doen vrouwen de was. Ze slaan met stokken op het wasgoed om het schoon te krijgen. Hun kinderen spelen aan de rand van het water. Kleine en grote zeilboten varen voorbij, maar ook rivierstoomboten. Rookwolken kringelen uit hun schoorstenen. Een eindje verderop ligt een enorm schip aan de steiger dat uit- en weer ingeladen wordt. Sjouwers rennen met zware jutezakken op hun schouder over de smalle loopplanken. Ondertussen piekeren Yash en Ravi zich suf, maar ze vinden geen oplossing voor hun probleem. (blz. 42)
Uiteindelijk besluiten Yash en Ravi om als verstekeling aan boord te gaan van een stoomboot. Van Loon slingert je echt terug in de tijd – hoe anders was het reizen toen dan nu! Het verhaal is werkelijk ongelooflijk informatief, maar het is natuurlijk ook spannend hoe de reis van de jongens verloopt. Na hun aankomst in Suriname komen ze op de suikerplantage van meneer Daan terecht. Daar herkent iemand Yash direct als zoon van Rahul, maar … zo heet zijn vader helemaal niet! Gaat Yash zijn vader nog vinden? En hoe zal hun leven op de plantage zijn? Gaandeweg lees je steeds meer over de verschillende bevolkingsgroepen in Suriname, maar maak je ook samen met de jongens een ware ontdekkingstocht door de binnenlanden van Suriname.
Ze varen langs muren van groen zonder veel te zien. Het woud ziet er ondoordringbaar uit maar zit, zo te horen, vol leven. Het geruis van de wind door de bladeren, vogelconcerten en het gebrul van apen. (blz. 148)
Het valt op dat de schrijfster vaak zinnen zonder persoonsvorm gebruikt; als losse kreten die een beeld moeten neerzetten. Dat werkt: Inez van Loon brengt de omgeving door dit soort details echt tot leven. De schrijfstijl is echter wat staccato, het leest niet altijd even vloeiend. Toch word je vanzelf het verhaal ingetrokken: het avontuur boeit direct! Het is bovendien geweldig om via dit verhaal meer te weten te komen over het reizen in die tijd, de Indiase cultuur, het leven op de plantages, het landschap van Suriname en de Surinamerivier, de onderlinge verhoudingen tussen de mensen… Wat een research zit er in dit boek! Dit is nou echt een boek om de wereld wat beter te leren kennen.
Lestips
Het is leuk om kinderen zelf te laten bedenken waar dit verhaal over zal gaan, door ze naar de cover te laten kijken. Kunnen ze achterhalen waar het verhaal zich afspeelt? Misschien herkent iemand de Taj Mahal? Of weten ze dat mensen in India op het dak van treinen reisden (nog steeds?)? Je kunt vervolgens vertellen dat het verhaal zich grotendeels ook in Suriname afspeelt. Weet iemand wat de link is tussen India en Suriname? Misschien zitten er wel Hindostaanse kinderen in je klas… wellicht dat zij meer weten over deze geschiedenis!
Om uiteindelijk te vertellen waar het boek over gaat, kun je de achterkant voorlezen. Vervolgens kun je een fragment voorlezen dat aansluit bij de coverillustratie: het moment waarop de jongens op de trein naar Calcutta (of: Kolkata) klimmen. Het avontuur begint nu echt!
Voor het lage (…) we komen eraan!’ (blz. 25 t/m 27)
De reis van de Indiërs
Inez van Loon is een Facebookpagina over Yash! begonnen, waar ze regelmatig foto’s plaatst die te maken hebben met haar verhaal. Ook in dit filmpje van SchoolTV kun je meer zien over de achtergrond van de Indiërs die naar Suriname trokken.
Het filmpje is een stukje uit de driedelige tv-serie, die is gemaakt over dit onderwerp: ‘De reis van de Indiërs‘. Je kunt de hele serie via NPO Start terugkijken. Er is daarnaast een zeer uitgebreide NPO Kennis-pagina gemaakt: Waarom wonen er veel Hindostanen in Nederland? Deze pagina en de serie zijn niet voor kinderen gemaakt, maar als ze Yash! hebben gelezen, zullen ze zoveel uit het verhaal herkennen, dat ze hier prima – voor verdieping – mee uit de voeten kunnen!
Suriname
Ook over Suriname kun je een SchoolTV-filmpje vinden. In dit filmpje worden o.a. marrons en mijnbouw genoemd. Hierover schrijft Inez van Loon ook in haar boek: Yash en Ravi worden in hun zoektocht namelijk naar een marrondorp gestuurd, in de buurt van Kwakoegron. ‘Het laatste station voor de goudvelden.‘ (blz. 120)
Ongelijkheid / racisme
In het verhaal is veel aandacht voor ongelijkheid tussen mensen. Eerst – in India – door het kastenstelsel, maar later – in Suriname – ook door huidskleur. Het is goed om kinderen hiervan bewust te maken – ook al zijn de kasten en apartheid officieel afgeschaft, deze denkwijze zit toch diep in onze geschiedenis verankerd. Ook leer je van dit verhaal waar het (racistische scheld)woord ‘koelie’ vandaan komt.
‘Ja,’ snikt Priya zachtjes. ‘Ze zeiden dat ik een “koelie”-meisje was en ook nog eens heel donker.’
‘Mi gado! Sommige lichtgekleurde creoolse meisjes hebben het hoog in hun bol. Ze kijken ook op mij neer omdat ik als creoolse donker ben. (…)
‘Maar ze zeiden nog meer …’ Priya begint weer te snikken. ‘Dat ik mijn kleur moest zien te verbeteren en nooit met een jongen moest trouwen die zo donker was als Yash.’
‘Tsjjjj,’ doet de kokkin. Een diep verontwaardigde tjoerie. ‘Die meisjes zijn nog gemener dan ik dacht!’ (blz. 126/127)
Ook de ‘boeroes’ worden uitgescholden: voor “witte pier”. Dit zijn de afstammelingen van Nederlandse arbeiders en boeren (zie blz. 218). Henrik in het verhaal is nog nooit in Nederland geweest, hij is er – net als zijn ouders – geboren. Is hij dan minder Surinaams dan mensen met een donkere huidskleur?
‘Mijn opa beweert altijd dat wij witte Surinamers met een zwart hart zijn. (blz. 154)
Mooi dat Inez van Loon dit ter sprake brengt. Het biedt stof voor een interessant gesprek. Misschien kun je dit wel vergelijken met hoe er gekeken wordt naar ‘de Marokkanen’ in Nederland? Ook dan gaat het meestal over mensen die in ons land geboren en getogen zijn, maar met een ander uiterlijk dan de oorspronkelijke bewoners.
Plantages
Als je aan de plantages in Suriname denkt, denk je misschien direct aan de tijd van de slavernij. De plantages hielden echter niet op te bestaan, en het werk moest nog steeds worden gedaan. Er was nog steeds een (witte) plantagedirecteur (in dit verhaal: meneer Daan) en de memsahib (zijn vrouw, mevrouw Jettie), een opzichter, een ‘koeliedorp’ waar de arbeiders woonden, en er moest nog steeds keihard gewerkt worden in de tropische hitte.
In dit verhaal wordt Yash huisjongen, waardoor je ook een inkijkje krijgt in het huis van de plantagedirecteur. Hij wordt er goed behandeld en mag zelfs naar school: mevrouw Jettie geeft les. Opvallend is dat zij ook de kinderen van de arbeiders les wil gaan geven, maar:
‘Ik weet niet of hun ouders daar wel op zitten te wachten,’ zegt Lata zacht terwijl ze om zich heen kijkt of niemand van de buren meeluistert. ‘Arme mensen zien het nut van leren niet in, ze willen dat hun kinderen geld gaan verdienen zodra ze oud genoeg zijn.’ (blz. 113)
Het is ontzettend boeiend om hier met de kinderen in je klas over te praten.
Meer lezen:
In het boek De reis van Syntax Bosselman van Arend van Dam kun je ook lezen over de contractarbeiders in Suriname. Zij kwamen niet alleen uit India, maar bijvoorbeeld ook van het eiland Java. (Hoofdstuk ‘Onder contract, 1873’).
En ook in De reis van Manie Schaafijs komt de hoofdpersoon rond 1900 op een plantage te werken, maar dan in Brazilië. Daarna reist hij door naar Suriname, maar dan juist naar de hoofdstad Paramaribo. Hij komt van het eiland Madeira.
Clavis Uitgeverij, 2023
Onderwerpen: 2023, Armoede, Bevolking, Emigratie, Familie, Hindostanen, India, Migratie, Plantages, Racisme, Reizen, Suriname, Suriname & Antillen, Tijd van burgers en stoommachines, Tip van Julia, Tip van Lucas, Tip van Mila, Vervoer, Voorleestopper, Zoektocht, Zuid-Azië