Wat is een goed kinderboek?

Logo Middag van het KinderboekEven een quizvraagje. Een goed kinderboek is:
A.  het kinderboek dat een Gouden Griffel wint.
B.  het kinderboek waarvan de meeste exemplaren verkocht worden.
C.  een serieboek dat kinderen stimuleert om te blijven lezen.

Blijf lezen voor het juiste antwoord…

Middag van het KinderboekMiddag van het Kinderboek 2017

Er werd weer een mooi onderwerp aangesneden tijdens de 9e editie van de Middag van het Kinderboek, op 13 mei jl. gehouden in de Openbare Bibliotheek van Amsterdam.
Wat is een goed kinderboek? was de vraag die alle aanwezigen bezighield. Onder die aanwezigen waren vele kinderboekenauteurs en -illustratoren, mensen uit de uitgeverswereld en recensenten (natuurlijk, ik was er ook!).

Iris DeppeOrganisatoren Marco Kunst en Aby Hartog (beide tevens kinderboekenauteur) hadden gezorgd voor interessante sprekers, die voor het beantwoorden van de vraag zeer diverse invalshoeken hanteerden: Aad Meinderts (directeur Literatuurmuseum/Kinderboekenmuseum), Lian Kandelaar (auteur van 11 jaar oud!), Benny Lindelauf (auteur en Schoolschrijver) en Marion van de Coolwijk (auteur). De Middag werd afgesloten met een debat. Tussendoor konden we genieten van illustrator Iris Deppe (bekend van: We hebben er een geitje bij), die live op het podium een prachtig schilderij maakte.

De Gouden Griffel

Aad MeindertsAad Meinderts is jarenlang voorzitter geweest van de Griffeljury en kon ons dus goed vertellen waar de keuze voor de winnaar van de Gouden Griffel op gebaseerd is.

Een goed kinderboek heeft volgens hem de standaard kenmerken van een kwalitatief goed boek:

  • een mooie vorm (qua stijl, compositie, gelaagdheid etc.)
  • originaliteit
  • subtiliteit (m.b.t. het thema)
  • geschreven vanuit het hart

Met dat laatste bedoelde hij dat boeken geschreven moeten worden door een schrijver die de drang heeft om iets te willen delen met kinderen. Niet met het doel te amuseren, op te voeden of om geld te verdienen. Niet omdat de uitgeverij een nieuw avi-boekje nodig heeft. Niet omdat het thema van de volgende Kinderboekenweek nog een boek nodig heeft. Schrijvers die op die manier boeken schrijven, noemde Meinderts kinderboekenbakkers. De ‘bakkers’ zijn voorspelbaar, leggen alles uit en passen hun thema aan aan de vraag. Dat dit laatste er wel voor kan zorgen dat veel kinderen het boek willen lezen, doet volgens de Griffeljury niet ter zake. Leesplezier of leesbevordering is geen doel van de Griffeljury.

Een opvallende uitspraak! Wat heb je immers aan een ‘goed boek’ als kinderen het boek niet lezen?

Hoe komt het eigenlijk dat kinderen de Griffelboeken weinig lezen? Komt dat wellicht doordat volwassenen de boeken moeilijk vinden en de boeken daardoor niet aanreiken? Literaire taal is immers niet voor iedereen gemakkelijk te begrijpen. Dat dit helemaal geen probleem hoeft te zijn, hebben Paul Biegel en Bart Moeyaert al eens proberen uit te leggen: volgens Biegel lezen kinderen automatisch over moeilijke dingen heen en volgens Moeyaert geeft het ook helemaal niet als je iets niet snapt. Dat kan juist onderdeel zijn van het plezier! Pas als je de literatuur moet gaan uitleggen (zoals gevraagd wordt op de middelbare school), kan dit het leesplezier flink vergallen.

Een laatste, zeer belangrijk criterium van een goed kinderboek is, volgens de Griffeljury, de kinderblik. Door een goed kinderboek te lezen, zie je de wereld door de ogen van een kind. Je ervaart wat het personage voelt. De échte kinderboekenschrijver is eigenlijk zelf altijd een beetje kind gebleven (denk aan Annie M.G. Schmidt of Guus Kuijer). Dit zou toch moeten betekenen dat kinderen deze boeken juist erg zullen waarderen! Het zou voor hen heel gemakkelijk moeten zijn om in de huid van de hoofdpersoon te kruipen.

Opvallend genoeg lijkt dit in Vlaanderen ook zo te zijn: de laatste fictieboeken die een Gouden Griffel hebben gewonnen (Gips en Spinder), scoorden daar ook hoog bij de Kinder- en Jeugdjury Vlaanderen. Blijkbaar vindt de Kinderjury daar onderstaande boeken ook ‘goed’! (Al moet daar wel de kanttekening bij geplaatst worden dat die keuze geleid wordt door een volwassen voorselectie!)

Spinder  Gips

 

 

 

 

Dwarse boeken

Als Schoolschrijver krijgt Benny Lindelauf op basisscholen te maken met alle soorten lezers. Zo kent hij ook de groep (met name jongens) die ‘nog liever hun armen en benen zouden willen laten amputeren, dan dat ze een boek aan zouden raken.’ (Herkenbaar?) Deze groep vindt per definitie een boek NIET goed. En toch wist hij deze groep enorm te prikkelen! En wel met de ‘dwarse’ boeken, ofwel: ‘boeken die zich niets aantrekken van het feit dat ze een boek zijn‘ (aldus een leerling uit de klas).

Benny Lindelauf

Blijkbaar is voor deze groep niet-lezers een ‘goed boek’: een boek dat verwondert, een boek dat anders durft te zijn. Een ander fantastisch voorbeeld dat Lindelauf gaf, was het boek Codex Seraphinianus – het boek dat niemand kan lezen.

Codex SeraphinianusCodex Serpahinianus illustratieDat dit boek niet bijdraagt tot de leesontwikkeling, moge duidelijk zijn: er valt immers niets te lezen! Maar het kan dus wel degelijk zorgen voor een andere leesattitude! Het feit dat boeken niet meer als ‘de absolute vijand’ worden gezien, is al een eerste verdienste. Het laat kinderen zien dat boeken wel degelijk iets interessants kunnen bieden. En dat maakt dit dus ook een goed boek!

Benny Lindelauf bevestigt tevens wat Aad Meinderts ook zegt: schrijf als auteur wat je wílt schrijven. Schrijf niet vóór iemand, want je weet niet van tevoren wat je doelgroep is. Iedereen haalt uit een boek wat hij eruit wil halen. En niemand weet van tevoren, wat dit zal zijn.

Wie leest, steekt in een vissersbootje de oceaan over, met een groot sleepnet achter zich aan. (Lindelauf)

Serieboeken

Dat er dus niet één type kinderboek ‘goed’ is, onderstreept ook Marion van de Coolwijk. Volgens haar is dit volledig afhankelijk van leeftijd, interesse en ervaring.

Veel kinderen houden van serieboeken (de boeken die volgens Meinderts worden ‘gebakken’) en daar is volgens haar niets mis mee. Sterker nog: het is verklaarbaar, want veel kinderen hebben houvast aan de voorspelbare opbouw van deze boeken. Zij hebben al hun energie al nodig voor het decoderen van de tekst.

Van de Coolwijk liet ons zien dat de ontwikkeling naar talig denken steevast begint met beeldend denken. Baby’s kunnen niet lezen, maar wel plaatjes herkennen – zo simpel is het. In de loop van de basisschoolperiode wordt het talige denken steeds verder ontwikkeld. Uiteindelijk ontstaat er een balans tussen beeld en taal (al heeft iedereen een voorkeur voor het een of het ander).

90% van de kinderen redt deze balans tijdens de basisschoolperiode, maar dit betekent ook dat 10% laaggeletterd aan de middelbare school begint. Veel kinderen op het vmbo hebben een zwak verbaal vermogen, waardoor zij een mooie literaire tekst simpelweg niet kunnen ontcijferen. Voor hen is een goed boek, een boek dat ze kunnen begrijpen en dat met korte zinnen veel beeld oproept. Dat een boek niet te moeilijk kan zijn (zoals Meinderts eerder aanhaalde), vindt zij dus onzin. Een serie kan zwakke lezers bovendien motiveren om nóg een boek te lezen. Leeskilometers maken is essentieel om beter te leren lezen. En om leeskilometers te maken, is leesplezier weer essentieel. Een boek dat leesplezier geeft, is dus een goed boek.

Marion van de Coolwijk

Keuze van kinderen

Lian KandelaarKinderen kiezen conservatief: ze gaan voor de bekende weg. (Zie ook: Hoe kies je een boek) Begrijpelijk! Het is lekker veilig om iets te kiezen waarvan je zeker weet dat je het leuk vindt. En zoals Lian Kandelaar, schrijfster van het nieuwe boek Azul – Missie Red de haai heel mooi zei in haar lezing: er is zoveel aanbod van simpele serieboeken (zoals Het leven van een loser), dat het ook niet nodig is om over te stappen naar een moeilijker soort. Dit verklaart de grote verkoopsuccessen van de populaire graphic novels en de niet-verrassende keuzes van de Nederlandse Kinderjury.

Volgens Lian zijn criteria voor een goed boek:

  • het moet spannend zijn
  • het moet boeien
  • je moet in het boek willen kruipen
  • het moet niet te kinderachtig zijn
  • het moet geen popiejopie-taalgebruik bevatten

Lian Kandelaar 2

Conclusie

De conclusie is eigenlijk duidelijk: er is geen eenduidig antwoord te geven op de vraag Wat is een goed kinderboek? Wat goed is, is voor iedereen verschillend.

Ik sluit mij als leesbevorderaar in ieder geval volledig aan bij de uitspraak van Iris Mollinger (uitgeefster De Wakkere Muis), die tijdens het slotdebat het volgende zei:

Een goed boek is het boek dat het kind op dat moment nodig heeft en aanzet tot het lezen van een volgend kinderboek.

Debat Middag van het Kinderboek

Thomas de Veen, Herman Verschuren en Iris Mollinger tijdens het slotdebat

Oh ja, het antwoord van het quizje bovenaan deze pagina: meerdere antwoorden goed!


ZeepkistLees ook:

Wat is een goed voorleesboek?