Taboes in kinderboeken

Middag van het Kinderboek 2016

Middag van het KinderboekVandaag heb ik de Middag van het Kinderboek 2016 bezocht in de Openbare Bibliotheek Amsterdam. Het thema van deze inspirerende middag was ‘Taboes in kinderboeken’.

Gedurende de middag waren er diverse lezingen, van o.a. Saskia de Bodt (hoogleraar illustratie en kunstgeschiedenis), Jaap Friso (recensent) en Gideon Samson (auteur). De middag werd afgesloten met een forumgesprek. Het publiek bestond voor een groot deel uit (kinderboeken)schrijvers en illustratoren.

Taboes in beeld

Hoogleraar Saskia de Bodt concludeerde dat er in beeld meer taboes zijn dan in taal. Ook liggen de taboes in beeld gevoeliger. Logisch, want beeld komt in eerste instantie veel harder binnen. Bij tekst kun je stoppen met lezen; bij beeld staat de afbeelding direct op je netvlies gebrand.

kleren-keizerWe kijken niet meer op van seks, homoseksualiteit, geweld of scheldwoorden in kinderboeken. Maar op blote billen, borsten of geslachtsdelen die worden afgebeeld wordt juist steeds heftiger gereageerd – zelfs meer dan vroeger. De Bodt verduidelijkte dit met deze illustratie uit De nieuwe kleren van de keizer van Lydia Postma uit 1982. Deze illustratie zou nu niet meer worden gewaardeerd, terwijl hij in de jaren ’80 heel normaal was.

Taboes in taal

In taal schuwen de meeste kinderboekenauteurs taboes eigenlijk niet. Misschien ook wel omdat we steeds meer gewend zijn. De dood (inclusief zelfmoord), psychische problemen, seks en geweld zijn in veel kinderboeken te vinden, volgens Jaap Friso. Maar daarbij maak ik zelf meteen een kanttekening: dat geldt vooral voor de adolescentenboeken: de C- en D-boeken uit de bibliotheek. Boeken voor 12 jaar en ouder. Wat dat betreft krijgen de pubers van tegenwoordig aardig wat voor hun kiezen. Kinderen op de basisschool worden nog wel ‘gespaard’.

Of werkt het misschien anders: krijgen boeken die te schokkend zijn, automatisch de C- of D-classificatie in de bibliotheek? Zo zit het meestal niet, gelukkig. In de boeken waar het er heftig aan toe gaat, zijn de hoofdpersonen vaak ook ouder dan twaalf. Auteurs snappen dus blijkbaar ook wel dat kinderen onder de twaalf beter niet geconfronteerd kunnen worden met ál te grote problemen.

Taboes door geloof

Toch is dit wel een discussie waard, want wat taboe is, wordt vaak bepaald door volwassenen. Dit werd vooral duidelijk toen het gesprek ging over geloof en censuur. Tijdens het forumgesprek kwam naar voren dat een educatieve uitgeverij als Zwijsen bij het (laten) schrijven van de methodeleesboekjes rekening houdt met geloofsovertuigingen. Zij laten bepaalde zaken bewust weg uit hun boeken, om de christelijke en islamitische scholen (of eigenlijk vooral: ouders) niet voor het hoofd te stoten. Dat dit érg ver gaat, bleek wel toen een auteur uit het publiek vertelde dat zij het woord ‘kerktoren’ had moeten vervangen door ‘stadstoren’, want een verwijzing naar een kerk mocht niet. Niet dat een kind daar problemen mee zou hebben waarschijnlijk, maar de ouders zouden misschien moeilijk kunnen gaan doen…

Censuur

Dat bovengenoemde vorm van censuur niet bevorderlijk is voor goede leesboeken, daar hebben we het helaas tijdens de middag niet meer over gehad. Graag was ik opgesprongen om te vertellen dat kinderen helemaal niet graag de methodeleesboekjes lezen. En dat ik als leerkracht vaak heel duidelijk kan merken wanneer een boek in opdracht geschreven is, omdat je direct aanvoelt dat de auteur zich in allerlei bochten heeft moeten wringen om het onderwerp aantrekkelijk te maken en zich daarbij ook nog aan de Avi- en – blijkt nu – taboeregels moest houden. Want serieus, wie gebruikt nou het woord ‘stadstoren’?

Taboes volgens kinderen

Dat de taboes dus eigenlijk door de volwassenen worden bepaald, werd nog eens benadrukt door Selma Noort (auteur): zij vertelde dat de kinderen op de islamitische school waar zij lesgeeft smulden van een verhaal over een varkentje (een van de onderwerpen op de ‘zwarte lijst’ voor de methodeleesboekjes) en dat die kinderen zelf geen probleem hebben met scheldwoorden (“maar dat mag niet van papa”). Ook Gideon Samson vertelde dat hij verrassende reacties had gekregen op zijn boeken. Zo reageerden scholieren mild op de sadistische trekjes van de hoofdpersoon uit Zwarte zwaan (iets wat wij, volwassenen, juist als taboe zouden omschrijven), maar wél heftig op een zeer subtiele verwijzing naar seks.

Interessant, want dit bevestigt wat ik zelf ook in mijn klas heb ervaren: zodra er zoenen of blote lichaamsdelen in het verhaal voorkomen, reageren kinderen geschokt. “Dit is geen boek voor onze leeftijd” zeggen ze dan. Of: “Juf, het is wel een beetje een vies boek.”

Nog iets uit mijn eigen ervaring, wat door Janny van der Molen (auteur) bevestigd werd, is dat kinderen het verschrikkelijk vinden als er een dier dood gaat of achtergelaten moet worden. Eigenlijk ontzettend logisch, want dat is iets waar ze zich in kunnen verplaatsen. Stel dat hún huisdier dood zou gaan! Door die gedachte komt het vreselijk dichtbij en dát maakt het schokkend.

Conclusie en tips

Het komt er dus op neer dat het voor volwassenen niet altijd makkelijk is om te bepalen wat geschikt is voor kinderen om te lezen en wat niet. Wat wij als taboe ervaren, vinden zij helemaal niet schokkend en wat wij als heel normaal zien, kunnen zij juist moeilijk verwerken.

In ieder geval heb ik een paar tips voor alle leerkrachten:

  1. Lees altijd een recensie voordat je een kinderboek aanraadt dat je niet zelf gelezen hebt (want de recensent vertelt je over eventuele taboes, de flaptekst niet);
  2. Neem de leeftijdsclassificatie (van de bibliotheek) serieus
    (uitgevers willen de belevingswereld van kinderen nog wel eens verkeerd inschatten);
  3. En vooral: peil bij je leerlingen wat ze van de boeken vinden!

Mijn conclusie is in ieder geval: laten we voorkomen dat alle (door ouders opgelegde) taboes uit kinderboeken verdwijnen, want taboes kunnen kinderen juist aan het denken zetten. En dat is toch wat we met onderwijs willen bereiken!