Het is het jaar 862. Tiril woont in het Hoge Noorden en kan iets bijzonders: van gedaante veranderen. Net als haar lievelingsgod Loki, die ze kent uit de spannende godenverhalen van haar vader.
Dat komt goed van pas als ze samen met haar vriend Thialfi op zoek te gaat naar een geheimzinnige toverdrank, die zelfs van de meest eenvoudige schapenboer een dichter maakt. Met behulp de toverdrank zou de vader van Tiril hun dorpsgenoten kunnen overtuigen om zich over te geven aan Harald Haardos, die koning wil worden van het hele Hoge Noorden. Als dat niet lukt, zal Tiril moeten verhuizen naar een ijzig eiland met vuurspuwende bergen… Maar de zoektocht is vol gevaren. Lukt het Tiril en Thialfi om op de toverdrank te vinden? En… zijn ze op tijd?
Dit boek is het Kinderboekenweekgeschenk 2021. Je ontvangt het gratis als je tijdens de Kinderboekenweek tenminste EUR 12,50 besteedt aan kinderboeken! Maar let op: op = op!
Recensie
Bette Westera kennen we natuurlijk allemaal van haar prachtige dichtbundels. Het was dan ook extra spannend om te zien wat zij van het Kinderboekenweekgeschenk zou maken! Een dichtbundel? Een verhaal? Wat blijkt… het is een combinatie van die twee geworden!
Westera neemt je mee naar de tijd van de Noormannen en dompelt je in dit boek onder in de Noordse mythologie. Dat zij wel iets heeft met de Scandinavische landen blijkt wel uit het feit dat ze al eerder Noorse gedichten heeft vertaald. Maar makkelijk is het natuurlijk niet om een mythologisch heldenepos in 95 pagina’s te passen en dan ook nog aan te vullen met rijmende gedichten. Toch is zij hierin goed geslaagd en vormt dit boek een boeiend, vermakelijk verhaal over gemene Minkels, listige goden en dappere kinderen die zich door niets of niemand laten tegenhouden.
Tiril bond de linnen doek met brood en kaas op haar rug en liep het bos weer in. ‘Liever vermorzeld worden door een Joekel dan bevriezen op een eiland mijlenver van onze fjord!’ riep ze ster. ‘Kom op, Thialfi, we hebben geen tijd meer te verliezen!’ (blz. 51/52)
Aan het begin van het boek worden de hoofdpersonen aan je voorgesteld en aan het begin van elk hoofdstuk worden er bovendien mythische figuren geïntroduceerd door middel van een gedicht: Loki, Kvasir, Fjalar en Galar en natuurlijk Odin, de oppergod, met zijn raven Muninn en Huginn. De gedichten zijn eigenlijk korte verhaaltjes, waardoor ze net iets minder lekker (voor)lezen dan de korte, spitsvondige gedichten die we van Bette Westera gewend zijn. De lange zinnen rijmen wel, maar wel volgens een iets minder opvallend rijmschema.
Het is ook niet gemakkelijk om én een verhaal over te brengen én een mooi gedicht te schrijven! En dat is nu ook precies waar de vader van Tiril mee worstelt: hij moet een heldendicht over Harald Haardos schrijven dat zó overtuigend is dat alle dorpelingen hem zullen geloven. Maar zonder de godendrank van Kvasir gaat dat niet lukken…
‘Harald Haardos is de held van onze fjord. Hij is… hij kan… hij heeft… hij heeft heel lang haar, maar dat rijmt niet. Wat rijmt er op fjord? Schort, stort, bord, gort. Nee, dat wordt niks.’ (blz. 25)
Westera heeft de sfeer van de Noordse mythologie goed weten over te brengen: ruige landschappen, met fjorden, rotsen en sparren worden doorkruist door twee dappere kinderen, dwergen (Minkels), reuzen (Joekels) en goden. Dat wordt nog eens versterkt door de mooie vormgeving van Pyhai, met haar hoekige zwart-wit illustraties en titels die doen denken aan runen. En om het gevoel van de queeste nog meer te versterken, is er zelfs een kaart (in kleur!) op het schutblad te vinden.
Een prachtig geschenk dus – zeker de moeite waard om het tijdens de Kinderboekenweek te pakken te krijgen!
Lestips
Roep alle ouders van je school op om kinderboeken te gaan kopen tijdens de Kinderboekenweek, zodat zoveel mogelijk kinderen dit leuke boek kunnen lezen!
Om het te promoten, kun je een spannend stukje voorlezen, waarin meteen allerlei mythologische figuren voorkomen. Lees voor je begint te lezen eerst de achterkant van het boek voor.
‘Sst, siste Thialfi (…) meer te verliezen!’ (blz. 49 t/m 52)
Worden wat je wil
Het motto van de Kinderboekenweek ‘worden wat je wil‘ krijgt in dit boek wel een héél letterlijke betekenis, want Tiril kan daadwerkelijk worden wat ze wil, als ze er maar hard genoeg aan denkt. Dat betekent dat ze zich in het verhaal kan veranderen in een schaap of een eland, maar ook in een hoopje schapenkeutels (getsie) of een rotsblok.
‘Dus je werd gewoon vanzelf een steen, alleen maar omdat je dat graag wilde?’
Tiril knikte. (blz. 40)
Leuk om aan je leerlingen te vragen: waarin zou jij wel willen veranderen, als je álles kon worden wat je wil?
Mythologie
De Noordse mythologie springt natuurlijk het meest in het oog in dit boek. Ik moest dan ook meteen denken aan het geweldige boek Noorse mythen van Kevin Crossley-Holland, met fantastische illustraties van Jeffrey Alan Love (die zowel voor dit boek (2019) als voor zijn boek Noorse sagen (2021) een Zilveren Penseel won).
Daarin vind je nog veel meer verhalen over Odin, Loki, dwergen en reuzen – ook de mythe over Kvasir (Kwasir), Fjalar en Galar! (vanaf blz. 53). Het is een behoorlijk hard en grof verhaal, maar toevallig wel een van mijn favorieten! Tijdens een van mijn boekpromoties veerde hier een die-hard niet-lezer meteen door op van zijn stoel – hij wilde dit boek wel lezen!
Stichting CPNB, 2021
Onderwerpen: 2021, Gedaanteverwisseling, Gedichten, Helden, Kinderboekenweek 2021, Kinderboekenweekgeschenk, Mythen, Mythologie, Noormannen, Noorwegen, Poëzie, Scandinavië, Vikingen
Geïllustreerd door Pyhai