Het is de warmste dag van de zomervakantie. Amira vindt het een perfecte dag om naar het zwembad te gaan. Ze wil dat haar broer Adam eindelijk een keer meegaat, om samen plezier te maken. Eigenlijk mag dat niet van hun ouders – Adam zou niet tegen chloorwater kunnen. Stom, vindt Amira, en het lukt haar toch om Adam te overtuigen.
Gelukkig maar, want Adam vindt het leuk in het zwembad. Maar nadat hij een bommetje gemaakt heeft, begint hij zich vreemd te gedragen. Kan hij écht niet tegen chloorwater of is er meer aan de hand?
Dit boek is geschreven voor de Maand van de Filosofie 2019. Het is het eerste kinderboek dat voor deze campagne geschreven is.
Recensie
Het eerste wat opvalt aan dit boek, is het formaat. Het is namelijk een nogal kleine, dunne paperback; te vergelijken met een Kinderboekenweekgeschenk. Wat blijkt: dit boekje is geschreven voor de Maand van de Filosofie en hoewel je het niet gratis bij aankoop van boeken krijgt, kost het niet veel en is het speciaal bedoeld om kinderen te laten filosoferen.
Dat het boekje – dat toch nog 80 pagina’s telt – zo dun is, betekent niet dat het verhaal geen inhoud heeft. Integendeel! En dat is ook niet zo gek als je ziet wie het boek geschreven heeft. Abdelkader Benali schrijft zeer succesvol voor volwassenen. Dit is zijn eerste kinderboek en dan is het natuurlijk afwachten hoe zoiets gaat uitpakken. Kan deze auteur ook voor kinderen schrijven?
Gelukkig wel! Benali heeft een vlot verhaal geschreven in korte zinnen en lekker direct, eigentijds taalgebruik. Ik-persoon Amira is een pittige meid, die haar best doet om haar broer Adam mee te krijgen naar het zwembad. Hij zit echter het liefst binnen, te gamen.
Een van de stoere jongens uit zijn klas kwam laatst op mij aflopen.
‘Jij bent toch het zusje van Adam?’
‘Ja, wat wil je?’
‘Jouw broer is master. Echt master. Wat hij allemaal op Dognite doet. Zwaar. Zwaar. Zwaar onder de indruk.’
Hij gaf me een boks, alsof ik een team was met mijn broer. Alsof ik hem assisteerde of zo. (blz. 7/8)
Wat echter heel vreemd is, is dat hun ouders daar voorstander van zijn. Zij hebben ook het liefst dat Adam binnen blijft. Het wordt allemaal nog merkwaardiger als Amira vertelt over de maandelijkse bezoekjes van haar broer aan de dokter. Niemand wil haar vertellen waarom.
‘Ik ben eigenlijk een robot. Ik moet voor controle. Net als auto’s bij de APK.’
Mijn mond viel open. ‘Wat een flauwekul!’ riep ik uit.
‘Die kop van je,’ proestte hij het uit. Hij ging kapot van het lachen. ‘Daar had ik je,’ riep hij, ‘daar had ik je!’
En hij lachte hardop verder, heel tevreden met zijn grap. (blz. 13)
Wat er precies met Adam aan de hand is, is raadselachtig. Toch is vrij snel duidelijk dat het raadsel iets met robotica te maken moet hebben, want daar wordt op het achterplat al iets over gezegd. Helaas verpest dat ook een beetje de spanning van het verhaal – je kunt dit boek dan ook het beste in de klas voorlezen zonder te vertellen waar het over gaat. Sowieso leent dit boek zich heel goed om voor te lezen: in elk hoofdstuk staat wel iets dat de lezer aan het denken zet en waar je dus met elkaar over in gesprek kunt gaan. De hoofdvraag vind je echter al in het begin van het verhaal: kan een robot ooit mensachtig zijn? Want ‘wat is dan volgens jou een mens?’ (blz. 17).
Doordat het verhaal vrij voorspelbaar verloopt, is het niet heel spannend. Maar het is wel een ontzettend fijn leesboek, dat je dus ook nog flink aan het denken zet over robotica en wat belangrijk is in het leven.
Lestips
Dit boek is geslaagd in zijn bedoeling: er staat genoeg in om je aan het denken te zetten. Door de vlotte schrijfstijl wordt het boek echter nergens zwaar – een mooi bewijs dat filosofie voor iedereen is en echt niet alleen voor hoogopgeleide intellectuelen.
Het is heel knap hoeveel thema’s Benali in het verhaal verwerkt heeft. Robotica natuurlijk – dat noemde ik al – maar het gaat ook over indruk maken, buitengesloten worden, gevoel voor humor (wat is dat dan?), gamen en schoolwerk. Je kunt er natuurlijk losse punten uithalen, maar dat is zonde van het boek. Veel leuker is het om het hele verhaal voor te lezen en daar steeds na elk hoofdstuk over te praten.
Een erg leuk hoofdstuk, dat wél los te lezen is van de rest, is het hoofdstuk (zonder titel overigens) waarin Amira uitlegt waarom haar gezin die zomervakantie thuis is gebleven. De vader van Amira had een vakantie moeten boeken, omdat haar moeder ‘gek wordt van het aanbod’.
Ze zegt dat ze lijdt aan keuzestress. Het is niet echt een ziekte, al praat ze er wel over alsof het een ziekte is. Het komt erop neer dat ze verzuipt in de mogelijkheden. (blz. 27)
Hoppa, weer een mooi gespreksonderwerp: keuzestress! Maar wat volgt, is vooral ook erg grappig geschreven. Het is heel leuk om dit voor te lezen in een project over vakantie.
Het was de (…) thuisbleven deze zomer. (blz. 25 t/m 29)
Wil je het boek niet voorlezen, maar wel promoten, dan zou ik niet de tekst op de achterkant van het boek voorlezen, maar het volgende fragment. Je kunt erbij vertellen dat de ik-persoon probeert haar broer over te halen om mee te gaan zwemmen. Maar er is iets geks met hem aan de hand… Maar wat??
‘Effe pauze.,’ zeg ik. (…) met zijn grap. (blz. 8 t/m 13)
Robots en vrije wil
Een interview met Abdelkader Benali over dit boek vind je in tijdschrift Lezen, nummer 1 2019 (pagina 9).
Lees ook
Over hetzelfde thema:
Em. Querido’s Uitgeverij, 2019
Onderwerpen: 2019, Familie, Filosofie, Jezelf presenteren, Keuzes, Reizen & vakantie, Robots, School, Zomervakantie
Geïllustreerd door Charles Michels