Twintigduizend mijlen onder zee

door Geronimo Stilton

Dit boek is een herschrijving van het boek van Jules Verne en speelt zich af aan het einde van de 19^e eeuw. Professor Pierre Aronnax is een bioloog uit Parijs die al jaren het zeeleven bestudeert. Als hij meegaat op expeditie om een groot zeemonster op te sporen, slaat hij overboord en komt hij terecht op de onderzeeboot van kapitein Nemo: de Nautilus. Aan boord van de Nautilus doet hij de meest waanzinnige ontdekkingen, maar kapitein Nemo is niet van plan hem ooit nog te laten gaan…

Recensie

Wat een geweldig initiatief van de schrijvers van de Geronimo Stilton boeken om de klassiekers te herschrijven op een voor kinderen toegankelijke manier. Een verhaal van Jules Verne is normaalgesproken behoorlijk taaie kost voor kinderen, maar dit verhaal leest als een trein. De kleurige en gekke lettertypes die kenmerkend zijn voor alle Stilton-boeken kunnen zeker in het begin wat storend zijn, maar als je eenmaal in het verhaal zit, merk je er niet veel meer van. Tijdens het lezen voel je je net als de professor: je wilt weten of het hem lukt om ooit nog uit de handen van kapitein Nemo te ontsnappen, maar tegelijkertijd hoop je dat hij nog heel lang op de Nautilus blijft, waardoor je over al die fantastische ontdekkingen kunt lezen. Een intrigerend verhaal dat liefhebbers van de (onderwater) natuur zeker zal aanspreken!

Lestips

In het verhaal staat een aantal passages die goed in te zetten zijn in de aardrijkskundeles.

Zo wordt beschreven hoe de bemanning (‘bemuizing’) gaat duiken (let wel: dit is nog totaal nieuw aan het einde van de 19^e eeuw!) en wordt er een mooie omschrijving gegeven van de onderwaterwereld.

 Twee leden van (…) steeds nauwelijks geloven! (blz. 104 t/m 117)

Een ander goed voorleesfragment is een passage over parelduiken bij het eiland Ceylon (nu: Sri Lanka). Niet alleen interessant om iets te vertellen over deze activiteit, maar ook zeer geschikt om de kinderen dit boek te laten lezen: het is een spannend fragment, met een intrigerend einde (“U heeft mijn leven ook een keer gered, kapitein.” – Hoe dan??).

 Op 28 januari (…) keer gered, kapitein. (blz. 125 t/m 141)

Nog een spannend fragment is een passage over Antarctica en de Zuidpool, waarin de poolnacht ter sprake komt. Het eindigt met een cliffhanger (altijd een goede leesbevorderaar!): de Nautilus komt vast te zitten in het poolijs!

 Halverwege de maand (…) elke mogelijke uitweg! (blz. 165 t/m 176)

Uitgeverij De Wakkere Muis, 2011