Op een middag zijn ze er ineens: de muizen. Fien ontdekt er wel tachtig achter de kliko. Dat is op zich al merkwaardig, maar het wordt nog vreemder als ze ’s avonds tegen Fien beginnen te praten… Veel zeggen de muizen niet, alleen de woorden ‘San Francisco’ en ‘Peru’. De muizen blijven echter opduiken en aanwijzingen geven, waardoor Fien een bijzondere reis kan maken, helemaal naar Amerika. Van de Verenigde Staten naar Peru – van de moderne, drukke stad naar Machu Picchu. Uiteindelijk belandt Fien zelfs midden in de jungle bij de indianen! De muizen wijzen haar de weg…
Recensie
Het is wel een beetje gek om met je meester – dus van je klas op de basisschool – op reis te gaan naar Peru. Sterker nog: om met hem diep de jungle in te trekken om op bezoek te gaan bij de Hohépi-indianen, zonder enige vorm van communicatie met de buitenwereld. Maar Fien doet het. En vreemd genoeg vindt haar moeder dat prima. Toch kan het nog gekker in dit verhaal: pratende muizen kom je ook niet elke dag tegen… Maar Fien wel: ze ziet regelmatig muizen, die haar korte en krachtige aanwijzingen geven en haar leven op die manier een bizarre en interessante wending geven.
Fien is sowieso wel een bijzonder meisje. Anders dan anders; een dromer en eigenzinnig. Het gaat dan ook niet erg goed op school, maar daar zit ze niet erg mee.
Ik had nog niks aan mijn huiswerk gedaan. Ik vond dat heel prettig. Als ik wel iets aan mijn huiswerk zou doen, zou dat namelijk niks uitmaken. Ik onthield die lesstof toch nooit. En het interesseerde me ook niet. (blz. 22)
Ondanks dat waardeert meester Wiebe haar wel. Ook hij is bijzonder: hij lijkt heel erg op een indiaan, vindt Fien. Als ze elkaar door toeval steeds blijven tegenkomen, besluiten ze samen op reis te gaan. ‘Wieb’ en Fien skeeleren samen door Los Angeles, beklimmen de trappen in de oude Incastad Machu Picchu en trekken dan het oerwoud in om een paar dagen door te brengen bij de Hohépi-indianen: een indianenstam die nog helemaal volgens de oude indianengebruiken leeft. Fien voelt zich daar volkomen op haar gemak:
Ik had niet het idee dat ik moest opletten of ik wat ik deed wel goed deed. Ik zat er gewoon bij als een indiaan. Ik at als een indiaan. En volgens mij keek ik ook als een indiaan. (blz. 179)
Dwars door het avontuurlijke reisverhaal lijkt hier de ware boodschap van dit boek naar boven te komen: het is fijn dat je kunt zijn wie je bent, zonder dat je bang hoeft te zijn dat anderen je veroordelen. Of zoals de indianen het zeggen:
‘In Lak’ech Ala K’in.’
Ik ben een andere jij. Jij bent een andere ik. (blz. 181)
Het boek staat vol met wijsheden en uitspraken in indianentaal (zoals Fien het noemt). Wel jammer dat de vreemde talen soms wat rammelen in het verhaal: zo wordt Maya pi (dank je wel) even later als Maja pi geschreven en wordt het Spaanse zinnetje Es bueno verkeerd vertaald. Tegelijkertijd is het boek heel leerzaam, want het verhaal neemt je werkelijk mee op reis naar de Verenigde Staten en Peru. Soms lijken de reiservaringen zelfs belangrijker dan het verhaal over de muizen – hun fysieke rol blijft relatief klein (al zijn ze in de gedachten van Fien wel heel erg belangrijk).
Het resultaat is een wat vreemde combinatie van onwaarschijnlijkheden en levensechte gebeurtenissen, gebundeld door filosofische levenslessen. Het verhaal leest wel heel vlot en gemakkelijk, het boek ziet er mooi verzorgd uit en het verhaal bevat flink wat spanning.
Hoe dan ook, De muizen neemt je mee op een bijzondere reis.
Lestips
Om dit boek te presenteren, kun je het volgende hoofdstuk voorlezen. Daarin geven de muizen Fien een aanwijzing waardoor ze meedoet aan een prijsvraag: het begin van haar reisavontuur. De vlotte schrijfstijl van het boek komt in dit fragment ook goed naar voren.
Ik had nog (…) ik in slaap. (blz. 22 t/m 24)
Je kunt er ook voor kiezen om juist een avontuurlijk stukje voor te lezen: meester Wiebe (Wieb) en Fien gaan op weg naar de Hohépi-indianen. Als je dit fragment voorleest, moet je wel wat meer vertellen over het verhaal: dat Fien met haar meester op reis is in Peru, dat ze vindt dat hij op een indiaan lijkt (‘Stoere Eland’ vindt ze wel een mooie naam voor hem) en dat ze nu op weg gaan naar een indianenstam, diep in het oerwoud. Haar meester, Wieb, heeft zijn voet bezeerd – vandaar dat hij wat hinkelt.
Na tweeëneenhalf uur (…) bus gehaald hadden. (blz. 164 t/m 168)
Verenigde Staten
Dat de schrijfster ook echt bewust iets wil vertellen over de plaatsen die Fien en Wieb bezoeken, blijkt wel uit hoofdstuk 32 (blz. 115-119): daarin bezoeken Wieb en Fien de wijk Watts in Los Angeles. Het is een wijk die als achterbuurt wordt gezien, maar er is ook veel vernieuwing op creatief gebied. Of, zoals Fien het zegt:
Want ze lopen er echt voor, met mooie dingen maken. (blz. 119)
Ook over Forest Lawn – een bijzondere begraafplaats met beroemde mensen – wordt uitgebreid verteld (hoofdstuk 25 t/m 28).
Daarnaast is Fien ook nog in San Francisco. Ze bezoekt met haar vader en broer de Golden Gate Bridge, eet allerlei typisch Amerikaanse dingen en bekijkt bizons in het Golden Gate Park. Als je hierover echter losse fragmenten zou voorlezen, is dit voor je leerlingen wat lastig te volgen. Als je langer de tijd hebt, kun je er natuurlijk voor kiezen om het hele boek voor te lezen.
Vanzelfsprekend is het leuk om de plaatsen die Fien bezoekt, op te zoeken op internet (Google afbeeldingen!) – zo wordt de reisbeleving nog groter!
Peru
In een project of les over Peru, de Andes en/of Machu Picchu is dit een goed inleidend fragment om voor te lezen: het vertelt hoe Wieb en Fien naar Machu Picchu gaan en het geeft een goed beeld van de Peruviaanse cultuur.
Het was loeidruk (…) iedereen bij iedereen. (blz. 135 t/m 139)
Indianen
In het Amazonegebied leven nog indianenstammen op een manier die voor ons westerlingen nauwelijks is voor te stellen. Zij leven nauw samen met de natuur, geloven in bijzondere krachten en hebben totaal eigen gebruiken. Bij het woord ‘indianen’ denken kinderen echter al snel aan de indianen in het Wilde Westen, met pijl en boog, en veren in hun haar, op jacht naar bizons. Ook Fien heeft deze associatie, maar leert nu dat er ook heel andere indianen bestaan.
Een boeiend fragment is hoofdstuk 49, dat afsluit met een mooi verhaal.
We zaten met (…) ooit gehoord had. (blz. 178 t/m 181)
Het is helaas niet duidelijk of de Hohépi-indianen echt bestaan (de Hopi-indianen bestaan wel, maar die leven in Arizona). Feit is dat er indianenstammen leven in het Amazonegebied van Peru, maar waar de schrijfster haar informatie vandaan heeft gehaald, staat niet in dit boek. Sommige dingen kloppen zeker, zoals het feit dat Peruanen cavia’s eten (zoals de indianen ook doen). Maar verder…? Het zou ook allemaal verzonnen kunnen zijn. Jammer dat er geen nawoord is, waarin Westera dit toelicht!
Uitgeverij Lemniscaat, 2018
Onderwerpen: 2018, Anders zijn, Dieren, Familie, Indianen, Jezelf zijn, Los Angeles, Muizen, Noord-Amerika, Peru, Reizen & vakantie, San Francisco, School, Tip van Emma, Verenigde Staten, Zuid-Amerika
Geïllustreerd door Marc Suvaal