Wie houdt er nu niet van een mooi bos? Bijvoorbeeld tijdens een winterwandeling, op een kraakheldere herfstochtend met prachtig gekleurde bladeren of in de gonzende drukte van de zomer. Er is altijd wat te bekijken.
Maar is er ook zoveel dat we níet zien! Omdat het onder de grond zit, heel klein is of helemaal niet gezien wil worden… Wonderbos laat niet alleen de schoonheid van de bossen zien, maar ook van al die dingen die we normaalgesproken missen. Al kijkend, bladerend en lezend ontdek je hoe bijzonder de natuur is. In dit boek ontdek je spannende geheimen die het bos meestal voor ons verbergt. Daarna zal een boswandeling nooit meer hetzelfde zijn!
Recensie
In elf hoofdstukken, met ieder een eigen thema, nemen Jan Paul Schutten en Medy Oberendorff je mee naar het bos. Zo ontdek je dat er in het bos wonderbaarlijke dingen gebeuren!
In korte teksten vertelt Jan Paul Schutten over o.a. de kleine kriebelbeestjes op de bodem, over de voedselketens in het bos, de bizarre schimmelverbindingen onder de grond, over nachtdieren en overlevingstechnieken van dieren, over winterslaap en over fotosynthese.
Die fotosynthese wordt opgewekt in de thylakoïden in chloroplasten, waar met behulp van fotonen en chemische reacties uiteindelijk glucose wordt gemaakt. Klinkt dat ingewikkeld? Nou, als je je erin gaat verdiepen, wordt het pas écht ingewikkeld! (…) Voor wie niet alles hoeft te weten, is er gelukkig ook een eenvoudige uitleg. (blz. 34/35)
Door zijn kenmerkende gevoel voor humor wordt dit soort taaie informatie toch begrijpelijk en zelfs leuk om te lezen! Het boek is ontzettend interessant! Wel jammer is dat sommige illustraties verkeerd geplaatst zijn. Zo schrijft Schutten ergens: ‘Kijk, nog een kever. Maar dit keer een meikever.’ Naast de tekst staat echter een illustratie van de mestkever. De meikever staat elders de pagina. Dat gebeurt helaas vaker en werkt wat verwarrend. En dat terwijl de illustraties van Medy Oberendorff de echte eyecatchers van dit boek zijn!
Dat begint al bij de cover, met letters die wel licht lijken te geven – magisch gewoon! Vervolgens zie je allerlei ongelooflijk realistische tekeningen – fantastisch, het lijken wel foto’s! Zo zie je door het hele boek lieveheersbeestjes over de bladzijden kruipen, die zó echt lijken dat je ze zo op je vinger zou willen laten lopen. Maar helemaal bijzonder zijn de gedetailleerde zwart-wit potloodtekeningen aan het begin van elk hoofdstuk. Die werken als een soort 3D prent: hoe langer je ernaar kijkt, hoe meer je ziet! In de prenten zitten namelijk heel veel dieren verstopt, die je pas na héél goed kijken zult ontdekken (zoals in het echt dus eigenlijk).
Terwijl het bos vaak juist betovert door de vele kleuren, betovert dit zwart-witte ‘wonderbos’ dus net zo goed! De prenten sluiten aan bij de onderwerpen van de hoofdstukken: het zijn tekeningen over de weelderigheid van het bos, over paddenstoelen (schimmels), insecten, een bos in de nacht, een prachtig winters landschap, maar ook een ogenschijnlijk dood bos. Dan gaat het echter niet over hoe de mens het bos laat afsterven, maar hoe de kringloop van de natuur werkt: zonder winterbos geen zomerbos! Zonder dode bladeren op de grond, geen vruchtbare bodemlaag voor alle nieuwkomers.
Elke tekst laat de lezer zich verwonderen over de onvoorstelbare kracht van de natuur.
Opvallend zijn de prenten over een natuurcamping – in dat hoofdstuk gaat het over overleven in de bossen – en het bos met klimtoestellen – het beleefbos. In die hoofdstukken wordt de link gelegd met de mens. Hoe kun je als mens overleven in de bossen en hoe deden onze voorouders dat eigenlijk? En wat kun je nu doen in een bos zónder schommels en klimtouwen? Heel veel! En het mooie is dat dit boek kinderen ook echt zal overtuigen van de wonderen in de natuur. Of beter: in het bos. Wat een prachtig ontdekboek én een geweldige stimulans om het bos ook in het echt te gaan ontdekken!
Lestips
Hoewel kinderen in eerste instantie misschien wat teleurgesteld zijn dat de grote prenten in dit boek niet in kleur zijn, maar in zwart-wit, verandert dat ongetwijfeld direct zodra ze merken dat het zoekplaten zijn! Het is natuurlijk geweldig om de kinderen in de klas de opdracht te geven om alle dieren in de prent te zoeken. Achterin het boek staat aangegeven welke dieren en planten je waar op elke prent kunt vinden. Je kunt de opdracht dus op twee manieren geven:
- Benoemen van de specifieke planten of dieren: zoek de boommarter, de wielewaal of de brandnetel. Bekijk eventueel eerst (op het digibord) hoe zo’n dier of plant eruit ziet.
- Laat kinderen zelf zoeken naar planten en/of dieren en vervolgens uitzoeken wát ze dan hebben gevonden. Daarvoor kun je encyclopedieën van planten en dieren gebruiken (of internet), want lang niet alle planten en dieren worden in dit boek zelf beschreven.
Je kunt er natuurlijk ook nog een soort wedstrijdje van maken: wie vindt de meeste dieren in een bepaalde tijd? Of je draait het om: je mag niet stoppen met zoeken totdat je zeven dieren hebt gevonden!
De teksten kun je natuurlijk ook perfect gebruikt voor allerlei lessen over de natuur. Elk hoofdstuk begint met een langer stuk tekst – zeer geschikt om klassikaal te lezen en te bespreken. De teksten sluiten mooi aan bij allerlei natuuronderwerpen of de actualiteit:
- soortenrijkdom (Soortenrijkdom)
- paddenstoelen en schimmels (Taal zonder tong)
- insecten (De heersers van de wereld)
- fotosynthese (Het groene wonder)
- bosbranden (De oerkracht van de natuur)
- nachtdieren (De nacht is van de dieren)
- sneeuw en aanpassing aan kou (Dodelijke schoonheid)
- kringloop van de natuur (De eeuwige kringloop)
De inleidende tekst over ‘Het beleefbos’ wordt gevolgd door allemaal leuke opdrachten en spelletjes voor in het bos. ‘De meeste daarvan kun je ook op het schoolplein doen’ (blz. 72). Perfect dus! Ideaal voor in de herfst: maak kunstwerken van kastanjes en takjes, doe een speurtocht naar dierensporen, maak een natuurdocumentaire… Erg leuke ideeën!
(Over)leven in de natuur
Het hoofdstuk over ‘Overleven in de bossen’ neemt je mee naar de oertijd!
Vergeleken met nu konden ze in de oertijd vrijwel niets. Maar zijn we echt zoveel knapper dan toen? Dat is de vraag. Want onze verre voorouders konden overleven in de natuur, terwijl de meesten van ons het nog geen week volhouden als we in een bos achtergelaten worden zonder eten of drinken. (blz. 40)
Jan Paul Schutten legt wel uit dat de bossen van vroeger heel anders waren dan die van nu, maar het zet je toch aan het denken! Ook verwijst hij naar de volkeren die nu nog in oerwouden leven en hun duurzame manier van leven. Een interessant hoofdstuk, met vervolgens nog enkele tips voor eetbaar eten uit de natuur.
Lannoo, 2020
Onderwerpen: 2020, Bomen, Bossen, Dieren, Fotosynthese, Herfst, Illustraties, Insecten, Leven, Milieu & duurzaamheid, Natuur, Overleven, Paddenstoelen, Planten, Tijd van jagers en boeren, Tip van Daan, Tip van Lucas, Zoekboek
Geïllustreerd door Medy Oberendorff