De elfjarige Gerda uit Paramaribo wil ballerina worden. Als ze danst, voelt ze zich vrij. Maar om echt professioneel danseres te worden, zal ze moeten worden toegelaten tot de Dansvakopleiding aan het Conservatorium in Den Haag. Dus ze stapt in het vliegtuig, haar droom tegemoet.
Eenmaal in Nederland vraagt de balletopleiding het uiterste van haar, en Gerda mist haar familie én Suriname. Is haar droom sterk genoeg om al het andere te overwinnen?
Tekstbewerking door Joke Reijnders.
Dit boek werd geschreven ter gelegenheid van De Grote Suriname-tentoonstelling, in De Nieuwe Kerk Amsterdam, van 5 oktober 2019 tot en met 2 februari 2020.
Recensie
Humberto Tan die een kinderboek schrijft. Dat is niet per se een aanbeveling: ‘weer zo’n bekende Nederlander die een kinderboek wil schrijven’; alsof iedereen dat zomaar goed kan. In dit geval is het ook nog eens een ‘kinderboek op verzoek’: De Nieuwe Kerk Amsterdam heeft Tan gevraagd om een kinderboek te schrijven bij De Grote Suriname-tentoonstelling. Mooi is wel dat Humberto Tan zelf aangaf dat hij het spannend vond, want hij zag zichzelf (ook) niet als kinderboekenschrijver. Fijn is dan ook dat dit boek positief verrast! Het verhaal leest heel soepel en het onderwerp is boeiend.
Dat onderwerp is zeker door Tan gekozen en ook de Surinaamse cultuur die uitermate goed uit het boek naar voren komt, komt ongetwijfeld door zijn inbreng. De prettig lezende tekst komt wellicht voor een groot gedeelte uit de pen van Joke Reijnders, die met heel kleine lettertjes in het colofon bij tekstbewerking genoemd staat. Reijnders heeft al heel wat populaire boeken op haar naam staan – voornamelijk meidenseries. Ook dit boek zal voornamelijk meisjes aanspreken, want hoofdpersoon Gerda is een inspirerend voorbeeld voor meisjes die prima ballerina willen worden en hun droom najagen.
Het verhaal start in Paramaribo, maar in tegenstelling tot wat de titel suggereert, speelt het boek zich grotendeels in Nederland af. Gerda wil namelijk zo graag ballerina worden, dat zij besluit naar Nederland te gaan om auditie te doen voor de dansvakopleiding. Dat is nogal wat, voor een meisje van 11 jaar! Ze moet haar vertrouwde leven én haar ouders in Suriname achterlaten. Gelukkig kan ze bij haar tante Hilly wonen, die haar lekker verwent met Surinaams eten. Dat laatste is echter een probleem, want het eten is voor de balletopleiding veel te vet. Hier wordt ontzettend goed het verschil duidelijk tussen de Nederlandse en de Surinaamse cultuur: een Nederlands meisje zou gewoon tegen haar ouders zeggen dat ze gezonder moet eten; voor Gerda ligt dit een stuk gecompliceerder…
Op de fiets naar huis bedenkt Gerda hoe ze het gesprek met tante Hilly moet aangaan. “Tante, op school hebben ze gezegd dat ik geen kip met jus meer mag eten.’ Of misschien: ‘Jacqueline wil niet dat ik nog kip met jus eet…’ Ze ziet de reactie van tante Hilly al voor zich. Die loopt natuurlijk meteen naar de telefoon om haar zus te bellen. ‘Kom dat kind van je maar weer halen, want ze heeft totaal geen respect voor me!’ (blz. 53/55)
De bijzonder mooie illustraties tillen dit boek ook naar een hoger niveau: ze hebben een prachtig kleurenpallet en zijn zeer expressief. Ook hier heeft Humberto Tan invloed op gehad: hij had mode-illustrator Judith van den Hoek direct in gedachten voor dit boek – een zeer geslaagde keuze! Het boek is duidelijk met zorg vormgegeven, al zijn de letters wel erg groot. In combinatie met de korte hoofdstukken en vele illustraties maakt dat het boek echter voor minder goede lezers wel heel toegankelijk.
Wat daarnaast bijzonder is, is dat in dit boek een Surinaams meisje op zeer inspirerende wijze de hoofdrol speelt – zulke boeken zijn er niet veel. Dat zij dan ook nog eens ballerina wil worden, is dúbbel bijzonder, want prima ballerina’s met een bruine huidskleur zijn er nog minder. Daarmee laat dit verhaal zien hoe belangrijk het is om je dromen na te jagen – dan is er namelijk heel veel mogelijk! Dit boek is dan ook zeker het lezen waard!
Lestips
Om het boek te promoten, kun je het volgende fragment voorlezen:
‘Mag ik tante (…) spijt van krijgen.’ (blz. 26 t/m 30)
Het fragment biedt gelijk allerlei aanknopingspunten voor gesprek of leuke lessen! Zie hieronder!
Surinaamse taal
Gerda en haar familie spreken Nederlands, maar regelmatig komt er wel Surinaamse uitdrukkingen in het boek voorbij: ‘mi gudu’, ‘mi rowsu’… met voetnoten wordt aangegeven wat deze woorden betekenen. Als je Surinaamse kinderen in de klas hebt, is het natuurlijk leuk om te vragen welke uitdrukkingen zij gebruiken. Er zijn ook genoeg raps en liedjes waar Surinaamse taal in voorkomt. Een bekend voorbeeld:
(Wereld)muziek
In het fragment dansen Gerda en haar moeder op de Trollendans van Edvard Grieg – een ontzettend bekend klassiek muziekstuk. Ook dit kun je gemakkelijk op YouTube vinden!
Als je de muziek beluistert, snap je meteen de illustratie van Judith van den Hoek die erbij staat! Vraag de kinderen maar: Hoe zou jij dansen op deze muziek? – laat maar zien!
Achterin het boek kun je lezen dat er ook playlists op Spotify zijn gemaakt bij dit boek, met klassieke muziek óf met kaseko. Dat is een andere stijl muziek die in dit boek ter sprake komt: typische Surinaamse muziek. Gerda houdt er niet van, maar je kunt er wél lekker op dansen! En jij kunt er een fantastische les over wereldmuziek bij geven! In het boek staat dat Lieve Hugo de grondlegger is van de kaseko (blz. 69) – ook deze muziek heb je op YouTube zo te pakken!
Wil je nog een muziekstijl uit Suriname laten horen? Kijk dan eens naar deze aflevering van SchoolTV over wereldmuziek.
Toekomstdromen
Tante Hilly zegt in het fragment hoe belangrijk het is om je droom na te jagen. Hier kun je een mooie schrijfopdracht aan verbinden: laat de kinderen in je klas eens proberen te verwoorden wat hun droom is. Ze hoeven nog niet te bedenken hoe ze deze gaan verwezenlijken; dat is stap 2 – daar kun je het misschien juist mondeling weer over hebben! Ook in dit verhaal is duidelijk hoe belangrijk het is om eerst je droom helder te hebben. Pas dan kun je er iets mee doen!
Ballet
Het zal duidelijk zijn dat dit boek een echte aanrader is voor meisjes die graag aan ballet doen. Zij zullen zich misschien wel heel goed met de hoofdpersoon kunnen identificeren! Hoe bijzonder het is dat er ballerina’s zijn met een bruine huidskleur komt ook goed naar voren uit dit artikel in Metronieuws. Het gaat over de eerste zwarte prima ballerina in Amerika. Maar misschien nog wel inspirerender is het verhaal van Michaela DePrince: zij danst in Het Nationale Ballet van Nederland.
Kunstbeschouwing – Degas
Achterin het boek staat een prachtig schilderij van Degas afgebeeld – deze afbeelding doet Gerda in het boek beseffen wat haar droom is. Degas staat bekend om zijn schilderijen van balletdanseressen. Je kunt daar, naar aanleiding van dit boek, dus ook nog een mooie kunstbeschouwingsles over geven (zie ook Kinderboeken en kunst).
Suriname
Laten we niet vergeten dat dit boek geschreven is bij De Grote Suriname Tentoonstelling! Het boek vertelt je namelijk – net als de tentoonstelling – over de Surinaamse cultuur. In het boek komen o.a. het Surinaamse eten, wedstrijden met twatwa’s, muziek, klimaat en omgangsvormen aan de orde. In de tentoonstelling kun je nog veel meer leren over Suriname.
Gottmer, 2019
Onderwerpen: 2019, Ballet, Beroepen, Conservatorium, Cultuur, Dans, Dansen, Degas, Dromen, Geluk, Jezelf presenteren, Keuzes, Klassieke muziek, Kunst, Kunstenaars, Muziek, Suriname, Suriname & Antillen, Verhuizen, Wereldmuziek
Geïllustreerd door Judith van den Hoek