Recensie: Waarom zou je lezen?

Waarom zou je lezen?Afgelopen maand verscheen dit Handboek jeugdliteratuur, van Petra Moolenaar en Tonny Meelis-Voorma: Waarom zou je lezen?

Dat is een goede vraag en een goed uitgangspunt voor een boek, want dit is precies wat veel jongeren zich tegenwoordig afvragen. Waarom zou ik lezen? Geen interesse. – ik verwijs graag nog even naar het filmpje van Arjen Lubach in mijn artikel Taaldidactiek en leesonderwijs.

Dit boek is dan ook bedoeld voor iedereen die beroepshalve met jeugdliteratuur te maken heeft of te maken krijgt, maar de auteurs richten zich voornamelijk op pabostudenten. Dit noemen zij zelf in de inleiding, maar blijkt ook wel uit de tekst, die vaak rechtstreeks op studenten gericht is, wat bijvoorbeeld blijkt uit een suggestie om samen te werken met ‘je mentor’.

Het boek gaat voornamelijk in op het begrip ‘literaire competentie‘:

Wat is de definitie van literaire competentie en wat vraagt werken aan literair competent zijn van jou als opleider, basisschooldocent of pabostudent? Welke vaardigheden en welke kennis word je geacht te hebben om lessen rond jeugdboeken te kunnen geven aan kinderen op een basisschool en tegelijkertijd met ze te werken aan leesmotivatie en leesattitude? (blz. XII)

Eerst gaan de auteurs echter in op die ene belangrijke vraag: Waarom zou je lezen? En ook: Waarom lezen we niet? Daarbij beseffen de auteurs wel dat er verschillende lezers zijn: onervaren niet-lezers, incidentele lezers en ervaren lezers. Deze indeling blijkt essentieel in het boek, want ook alle praktische voorbeelden gaan uit van deze drie lezersgroepen. Per jaargroep op de basisschool wordt eerst uitvoerig uitgelegd wat de beginsituatie (o.a. op het gebied van leesvoorkeuren en leesattitude) in die groep is en hoe zich dat uit in die drie typen lezers. Ook wordt in hoofdstuk 6 de doorlopende leerlijn volledig uitgeschreven, per groep en per blok. Dit zou ook te vinden zijn op ‘de website’, maar welke website dit is, heb ik niet in het boek kunnen vinden.

Uitgewerkte lessen

De blokken verwijzen naar ‘het rooster in de praktijk’ (blz. 45): in het boek staan namelijk compleet uitgewerkte lessen die je kunt geven per jaargroep – van groep 1 tot en met groep 7/8 – én per lezerstype. Daarbij gaan de auteurs uit van drie lesperiodes (blokken) per jaar, van ieder vier weken. In zo’n blok van vier weken staan dan per lezerstype (onervaren, incidenteel of ervaren) één of meerdere kinderboeken centraal.

De auteurs willen je met dit boek duidelijk helpen om lezen prominent op het lesrooster te zetten, en dan dus niet alleen in de vorm van vrij lezen, boekpromotie of boekenkringen, maar echte literatuurlessen waarbij dieper op een tekst wordt ingegaan. Het doel van het boek is dan ook om studenten en opleiders te laten zien hoe je met kinderen samen kunt werken aan literaire competentie (blz. 48).

Proefschrift CornellisenAf en toe doet het boek denken aan het proefschrift van Gertrud Cornelissen (Maar als je erover nadenkt), waarnaar in het handboek ook wordt verwezen. (Zie ook het artikel Literaire gesprekken in de klas.) Een groot verschil is echter, met name in de hoogste groepen, dat in de lessen die in dit boek beschreven staan, niet het volledige boek gelezen wordt én dat niet de hele klas hetzelfde doet. Er worden fragmenten uit een boek genomen en deze worden uitgebreid besproken; in drie groepen dus, aangezien je je klas – als leerkracht (die in dit boek ‘docent’ wordt genoemd) of als student (die dan weer met ‘je’ wordt aangesproken) – eerst moet onderverdelen per type lezer.

Rodrigo de RuigeDe auteurs gaan ervan uit dat de aankomende docenten basisonderwijs te weinig bagage hebben op het gebied van jeugdliteratuur. Daarom zijn de praktijkvoorbeelden in dit boek zeer uitgebreid uitgewerkt. De boeken die zijn gekozen worden uitvoerig samengevat en geanalyseerd – zo staat er van het boek Rodrigo de Ruige en Hummel, zijn hulpje (boek voor groep 5) een samenvatting van maar liefst twee pagina’s in dit handboek.

Ook de lessen zelf worden tot in detail beschreven en daarbij valt het op dat er soms hele lappen tekst volledig zijn gekopieerd: als bijvoorbeeld de activiteiten voor de onervaren lezers en de incidentele lezers hetzelfde zijn, staat dat niet alleen vermeld, maar staat de activiteit twee keer met precies dezelfde tekst in het boek. Praktisch als je met een bepaalde groep lezers aan de slag gaat, maar ook wel enigszins onnodige vulling van het papier.

Boekkeuze

De eerste hoofdstukken van dit boek zijn heel sterk: niet alleen de theorie over leesplezier en literaire competentie wordt beschreven, maar lezers worden ook uitgedaagd om na te denken over hun eigen kennis en inzicht. In de praktijkhoofdstukken lijkt echter weinig ruimte voor eigen inbreng: die hoofdstukken zijn geschreven als een uitvoerige handleiding. Vooral leerkrachten en studenten die zich literair niet zo competent voelen, zullen hier wat aan hebben.

Zeb.De boekkeuze ligt hierbij wel al volledig vast en dat is natuurlijk discutabel. Niet alleen ligt hier het gevaar van veroudering snel op de loer, over de specifieke keuze valt ook te twisten. Zo gaat groep 4 met Zeb. van Gideon Samson aan de slag (een prachtig boek, maar dat komt beter tot zijn recht bij oudere kinderen) en is ervoor gekozen om in groep 6 kinderboeken over de Tweede Wereldoorlog uitvoerig te behandelen – een onderwerp dat, begrijpelijk, meestal pas in groep 7 en 8 aan bod komt.

EilanddagenVoor groep 7 en 8 zijn er ook twee opvallende boeken gekozen: Bloedgeld, van Simone van der Vlugt en Eilanddagen, van Gideon Samson. Dit zijn beide overduidelijk 12+ boeken en hoewel in het handboek staat vermeld dat beide boeken bekroond zijn door de Kinderjury, is dit niet waar. Eilanddagen is bovendien vanuit een ontzettend lastig perspectief geschreven (de jij-vorm) en hierover wordt in de lessen met geen woord gerept. Hoewel de auteurs ervan uitgaan dat dit boek aansluit bij de leesbelangstelling van kinderen in de bovenbouw, is dit geen boek om niet-lezers zelfstandig te laten lezen.

OorlogsgeheimenWat verder opvalt in dit handboek, is dat er veel gebruik wordt gemaakt van boekverfilmingen en het uitspelen van het verhaal. Zo moeten de leerlingen de filmtrailer van Oorlogsgeheimen van Jacques Vriens bekijken en deze vergelijken met het boek. Daarbij is het verwonderlijk dat niet het volledige boek wordt gelezen – hoe kun je dan een juiste vergelijking maken? Ook het feit dat er in de lessen vervolgens hoofdstukken worden overgeslagen en het einde van het boek wél wordt gelezen, vind ik ronduit kwalijk en gaat volledig voorbij aan leesplezier en leesbeleving.

Literaire competentie

Het moge duidelijk zijn dat ik – zeker voor de bovenbouw – niet erg enthousiast ben over de uitgewerkte voorbeeldlessen in dit boek. Desondanks is er wel veel interessante informatie uit te halen, vooral voor leerkrachten die weinig kennis hebben van kinderboeken of die het (nog) lastig vinden om een boek op een goede en motiverende manier te analyseren. Net als de meeste kinderen kunnen mensen vaak wel aangeven waarom ze een boek leuk vinden: het onderwerp spreekt ze aan, het verhaal is grappig of er staan mooie illustraties in. Maar wat maakt een mooi en goed boek nu precies een goed boek?

Meneer Droste van het KinderboekenmuseumGrappig, het is de vraag die in het kinderboek Meneer Droste en het kinderboekenmuseum, van Sjoerd Kuyper, centraal staat. Als je dat boek leest, besef je al snel dat het best moeilijk is om daar antwoord op te geven. Dit handboek kan je daar wel bij helpen: het laat je bewuster kijken naar kinderboeken; het verdiept de leesbeleving. En de belangrijkste les van dit boek is eigenlijk: daar kun en hoor jij kinderen bij (te) helpen. De auteurs citeren daarbij Herman Pleij (blz. 7) en daar sluit ik mij volledig bij aan:

je hebt er recht op om in het onderwijs opgetild te worden. Niet door docenten die door de knieën gaan, maar die jou nieuwe horizonnen laten zien, en laten zien wat kunst – wat literatuur – vermag en aanricht.


Uitgeverij Koninklijke Van Gorcum, 2021

Via de website van de uitgever kun je als student het boek met korting bestellen.
Docenten die een account hebben, kunnen het boek zelfs gratis bestellen.
Op deze website vind je ook een inkijkexemplaar met daarin de volledige inhoudsopgave van het boek.
-> naar de webshop van Uitgeverij Koninklijke Van Gorcum

Waarom zou je lezen?